Met samenwerkingsverbanden in Europa is niets mis. Deze waarheid als een rund is de uitkomst van het denkproces van Harry van Bommel (SP). Nietszeggendheid is in de regel geen criterium om een stukje aan te wijden. Maar als een buitenlandwoordvoerder van een partij met 15 zetels in de Tweede Kamer iets dergelijks bedenkt, dan toch weer wel.
Van Bommel reageert ermee op de desintegratie van de EU. Brexit komt eraan. Italië kan na de verwachte nederlaag van Renzi in zijn referendum opnieuw voor Europese hoofdbrekens zorgen. En een eventuele verkiezing van Marine Le Pen tot president in Frankrijk komend voorjaar lijkt het einde van de EU in te houden. Dit uiteenvallen heeft duidelijke consequenties voor ieder van ons. Al was het maar dat we niet meer zo makkelijk in Europa zouden kunnen reizen. Veel Britten trotseerden deze zomer al het tot gebruik van een paraplu uitnodigende Britse klimaat omdat parasolvriendelijke bestemmingen door de val van het pond als gevolg van de keuze voor Brexit voor hen te duur werden.
Een beperking in de keuze van de vakantiebestemming is iets wat de meeste mensen niet zal smaken. Dan wil je van een politieke partij weten wat haar visie en oplossing is. Voor Van Bommel is de ‘visie’ een opsomming van mogelijke samenwerkingsverbanden in Europa. Een keuze maakt hij niet. Het blijft bij: ‘het is tijd om pas op de plaats maken en nieuwe samenwerkingsverbanden te ontwikkelen.’ Nieuw? Na ruim zestig jaar van hollen, stilstand en achteruitgang in Europese integratie weet de SP niets meer te produceren dan deze nietszeggendheid?