Tegen het eind van dit jaar krijgt de ‘aboriginal’-vlag een vaste plaats op de bekende havenbrug van Sydney. Dat kost overigens $AUS 25 miljoen…*)
De drijvende kracht erachter is de conservatieve katholieke Trump-aanhanger Dominic Perrottet, premier van de regering van de deelstaat New South Wales.
Vandaag zei Perrottet daarover “Onze Oorspronkelijke geschiedenis moet gevierd en erkend worden zodat jonge Australiërs de rijke en voortdurende cultuur die we hier hebben met ons verleden begrijpen.”
Alles goed met je, Perrottet? Weet Trump hiervan?
De vlaggemast wordt 20 m hoog. Op 26 januari wapperde die vlag er al één dag in plaats van die van de deelstaat NSW.
Ik had nog nooit van ‘de’ ‘aboriginal’ vlag gehoord. Wat ik weet is dat er honderden verschillende kleine oorspronkelijke volkeren in ‘Australié’ bestaan of hebben bestaan – die eigen talen hebben of hadden, eigen, uiteenlopende culturen. En die over het algemeen nogal onprettig behandeld zijn door achtereenvolgens:
- de Nederlanders, met als eerste Willem janszoon in 1606 met de Duyfken
- de Britten
- opeenvolgende golven ‘witte’ immigranten uit Europa: Italianen, Armeniërs etc etc.
Tsja. Als de bio van die Perrottet bekijkt, ga je al gauw fronsen: ouders lid van extreemrechtse Opus Dei, één van 12 kinderen, nogal wat schandalen met een ziekenfonds dat hij bestuurde. Nou ja, toe maar.
Toch even ‘History of Indigenous Australians’ opgezocht op Wiki. Het artikel verontschuldigt zich niet voor het gebruik van een westerse titel voor het beschrijven van de oorspronkelijke bevolking. Hm. Er schijnen daar al 50.000 jaar mensen te wonen.
Aanvankelijk wel 500.000 tot 1 miljoen, in 1930 nog maar 50.000. Hm. De oorspronkelijken konden voor het eerst meestemmen in 1963. Wie zich een uurtje of wat schuldig wil voelen, moet vooral de paragraaf ‘Land rights’ lezen…
Hoeveel volkeren er ooit woonden, blijft de vraag. Er is hier een lijst.
Als ex-emigrant in de jaren ’50 naar Californië herinner ik me, dat er op de scholen daar (en hier) toen h-e-l-e-m-a-a-l niets verteld werd over de geschiedenis van Californië vóór de komst van de Spanjaarden. Pas decennia later kwam er iets tevoorschijn.
Wel ontmoette ik één oorspronkelijke bewoner in november 1956, ergens in Nieuw-Mexico. We kwamen met ons emigrerende gezin via de Sante-Fe-spoorlijn vanuit Chicago (twee dagen reizen). De trein stopte ergens in de woestijn bij een soort cowboyfilm-stationnetje. Er moest diesel getankt worden.
Je kon even de trein uit, wat hooguit een dozijn mensen deden, plus ik, het was warm. Er stond één oudere ‘Indiaan’ onbeweeglijk en zwijgend. Hij hield voor zich een kussen met daarop priegelwerkjes van kralen. Ik liep naar hem toe en we bekeken elkaar een minuutje, maar zeiden niets. Ik was overigens de enige die naar hem toeliep. We moesten de trein weer in. Ik herinner me niet meer goed wat hij aanhad – geen al te exotische dingen. Na dat moment zag ik alleen nog Hollywoodse namaak cowboyindianen.
*) De federale regering heeft om van gezeur af te zijn de copyrights van de vlag opgekocht en publicatie meteen vrijgegeven – red.