Een handvol berichten in de media reppen van onvrede binnen de vakbond AbvaKabo over de iets radicaler koers die daarin recent is ingeslagen. Er is meer nadruk op actie, tot bezettingsacties aan toe. Het accent ligt weer op strijd van werkende mensen tegen de bazen, en op zeggenschap van leden zelf over wat er in de vakbond gebeurt. Dat zint krachten binnen het bestuursapparaat blijkbaar niet, en via lekken naar de media helpen zij eraan mee om stemming te maken. Het vakbondsverweer tegen deze stemmingmakerij is echter uiterst beperkt, en dat heeft een reden.
Eerst de stemmingmakerij. Op 22 januari kwam de Telegraaf met een stukje: “Abvakabo radicaal naar links”. Daarin staat het opmerkelijke nieuws dat die vakbond een linksere, meer op actie gerichte koers is gaan varen, en dat er mensen binnen de vakbond zijn die dat niet willen, en liever meer nadruk op overleg en individuele belangenbehartiging leggen. Geen nieuws dus in feite, want er is binnen de Avbakabo gewoon een helder besluit in die richting genomen, waar niemand het verder mee eens hoeft te zijn maar wat evenmin verhitte koppen rechtvaardigt. Maar ja, de Telegraaf, he? Als die tegen iets dat ook maar vagelijk links of radicaal is kunnen aanschoppen, dan zullen ze het doen.
Op 8 februari voegde de NRC zich bij het koor. “Verzet binnen Abvakabo FNV tegen radicalere koers”. Dezelfde strekking maar wat meer conrete elementen in het verhaal. De kritiek blijkt uit de ondernemingsraad van de bond te komen, die een brief aan de bondsbestuur hebben geschreven. De koers waarin bezettingsacties aan de orde zijn, behelst “grote afbreukrisico’s voor de bond”, zulke acties “zijn contraproductief”, en strijdbaarder opstelling “zet de Abvakabo buiten spel in het polderoverleg”, want, oh catastrofe, hierdoor “zouden bestuurders niet meer worden uitgenodigd voor overleg over reorganisaties”. Aggossie toch, sommige mensen lopen hun lunch mis. Ten slotte zou het aantal leden dalen, iets waarvoor trouwens geen cijfers worden gegeven. Maar ja, waarom feiten in de weg laten komen van een goeie lastercampagne?
Het klinkt indrukwekkend allemaal, maar het is vooral belachelijk. Waarom is het erg als je niet meer wordt uitgenodigd? Alleen omdat je gelooft dat babbelen beter is dan strijd voeren? Maar als die strijd nu eens oplevert dat directies eerder overstag gaan? Waar blijkt uit dat bezettingen “contraproductief” zijn? Ze bederven wellicht de sfeer tussen bond en directie, maar daar hebben degenen die centraal dienen te staan in zulke acties – de bezettende personeelsleden – natuurlijk weinig mee te maken. De aanval behelst gebakken lucht, niet onderbouwd gejammer. Maar ja, van een ondernemerskrant als de NRC hoef je niet veel anders te verwachten dan een neerbuigende toon richting vakbeweging, alleen wat beter gedocumenteerd dan in de Telegraaf, want de lezers van de NRC voelen zich natuurlijk heel intellectueel onderlegd.
En nu is er ook de Volkskrant, die met “Onrust bij Abvakabo over ‘activistische koers’” haar duit in het zakje doet. Het stuk komt aan met onderzoeken onder 450 personeelsleden van de AbvaKabo. Velen ervan zouden kritiek hebben op het hoofdbestuur, bang zijn om hun mond open te doen en dergelijke. “Wie kritisch is, vliegt eruit”, wordt van één van hen opgetekend. De kritiek gaat dan weer om die radicalere vakbondskoers die niet door iedereen dus gewaardeerd wordt.
Wat is dit voor onvrede, en van wie? Laten we eens goed kijken. De ondernemingsraad van de vakbond is volgens de NRC de plek waar de kritiek broeit. De 450 personeelsleden van de bond zijn volgens de Volkskrant de basis van de kritiek. Let wel – en schrijf het met grote letters – dat zijn dus nadrukkelijk NIET de gewone leden van de bond. Het zijn de personeelsleden van het bestuurlijke vakbondsapparaat, van de bureaucratie. Het zijn niet de verzorgenden, ambtenaren, welzijnswerkers die vakbondslid zijn om hun belangen behartigd te zien worden, die zich hier roeren. Het zijn de administratieve medewerkers van de Abvakabo zélf, de mensen op het vakbondskantoor die de telefoontjes aannemen, de post regelen, de administratie doen, de contacten met afdelingen onderhouden en weet ik wat. De kritiek is géén revolte van de werkvloer tegen een vakbondstop die van haar leden vervreemd is. Het is een revolte vanuit de bureaucratie zélf die merkt dat het bestuur dichter bij leden probeert te staan en daardoor iets minder bureaucratisch probeert te opereren.
En het is een revolte die niet frontaal wordt uitgevochten, maar via lekken naar de pers. Dat personeelsleden die ontevreden zijn, stukken doen lekken is op zich niet raar, en vakbondsbestuurders zouden hier niet van op tilt hoeven te slaan, want in het tijdvak van Wikileaks en internet houdt geen enkele bureaucratie haar tent meer potdicht. Maar dat interne critici de wind van voren krijgen van bondsbestuurders, die voor hun koers wel degelijk een fors draagvlak binnen de bond hebben, is óók niet vreemd. En ja, als je formeel in dienst bent van de bond, en je schendt je contract door bijvoorbeeld vertrouwelijke documenten naar de Telegraaf door te sturen, en je vliegt er vervolgens uit, is dat zuur. Maar het is niet hetzelfde als “wie kritisch is, vliegt eruit”. Je mag van mensen die in dienst zijn van de Abvakabo verwachten dan ze die bond niet via vakbondsvijandige media gaan lopen aanvallen. Dat is namelijk niet alleen illoyaal naar de bond waarvoor je werkt, maar vooral naar al die arbeiders voor wie de bond waar je voor werkt zegt op te komen.
Opvallend zijn de links die NRC en Volkskrant bij de koerswijziging leggen tussen radicalisering en de komst van Lilliane Marijnissen. “De komst van Lilliane Marijnissen, dochter van voormalig SP-politicus Jan Marijnissen, wordt vaak genoemd als moment van de radicalisering van de Abvakabo”, aldus de Volkskrant. “Om de herkenbaarheid te vergroten en om meer leden te krijgen werd twee jaar geleden Lillian Marijnissen (…) ingehuurd. Sindsdien vaart de Abvakabo een militantere koers, met onder meer bezetting van verzorgingstehuizen. Vorige week werd het Sarphatihuis in Amsterdam bezet.”AbvaKabo vliegt mevrouw Marijnissen in, prompt gaat ze tot harde actie over. De SP zit werkelijk overal, nietwaar?
Het is tamelijk beledigend allemaal voor degenen die daadwerkelijk hard actie voeren, zoals personeelsleden en sympathisanten van het Saprhatihuis in hun bezettingsactie. Die hebben zelf nagedacht, daar hadden ze mevrouw noch mijnheer Marijnissen en hun partij voor nodig. Die hebben zelf initiatief genomen om hun rechten te verdedigen en niet te wachten op mooipraterij en overleg. Het idee dat het de komst van Lilliane Marijnissen was, die dit soort ballen aan het rollen bracht, is nogal zot. Hoe het werkte, blijkt uit een pamflet dat bij Sarphati werd uitgedeeld en waarvan de tekst op de website van de Vrije Bond op 2 februari werd gepubliceerd: “Vandaag bezetten zorgwerkers van Amsta het Sarphatihuis! Ze eisen een einde aan de extreme ‘flexibilisering’ en meer handen aan het bed. Zorgwerkers hebben geen tijd om goede zorg te leveren, hun werk wordt kapotgemaakt. Ouderen zitten soms urenlang in hun ontlasting omdat er niet voldoende mensen zijn om hen te wassen. (…) Bijna de helft van het personeel van zorginstellingen in Amsterdam bestaat uit stagiaires, leerlingen, mensen met nul-urencontracten of vrijwilligers. Dit zijn allemaal mensen die ver onder het minimum loon zwaar en belangrijk werk leveren, maar vrijwel geen rechten hebben. En die net als het reguliere personeel onder steeds hogere druk moeten werken.” Het pamflet werd op een picketline ter plekke door mensen van Vrije Bond en Anarchistische Groep Amsterdam verspreid.
Daar gaat het om. Lage betaling, extreem hoge werkdruk, ontoereikende zorg. Daarom voeren mensen actie. Als de Abvakabo ze daarin helpt, mooi. Doet die bond weer eens wat nuttigs. Wijzen naar Marijnissen en een radicaal complot in de bond is, nogmaals, nogal een belediging voor de mensen in Sarhpati die het rechtstreeks aangaat en die zeiden: genoeg is genoeg, we bezetten de boel. De actie was trouwens dezelfde dag alweer voorbij nadat de directie – weliswaar mopperend over ‘onjuiste beeldvorming’- aangaf “afspraken te willen maken over de werkdruk”, zo maakte een woordvoerder van AbvaKabo volgens de NRC bekend. De actie bracht dus beweging in de zaak. Hoezo zijn “militante bezettingsacties” dan “contraproductief”?
De aanval op het radicalisme in de Abvakabo, waardoor er ruimte is om steviger acties te ondersteunen, wortelt dus in het vakbondsbestuursapparaat, niet in de achterban van de bond. In dat bestuursapparaat werken mensen aan allerlei dienstverlening, en assisteren ze in het administratieve werk dat vooral met het onderhandelen en het afsluiten van CAO’s samenhangt. Een verschuiving richting direct actievoeren, een verschuiving waarbij het initiatief meer in handen van gewone vakbondsleden zou komen, is voor dit bureaucratisch apparaat bedreigend; hoe meer arbeiders zelf doen, hoe minder er overblijft voor dat apparaat en dus voor de 450 personeelsleden en hun ondernemingsraad. Dát is, denk ik, de wortel van de kritiek op de iets radicalere koers.
Het vakbondsbestuur zelf verweerde zich intussen op 15 februari in een stuk op de website van de Abvakabo tegen de aanvallen. Het wijst erop dat de radicalere koers een gevolg is van besluitvorming via congressen waar de leden hun stem lieten horen. Het spreekt van een “klein groepje werknemers in dienst bij Abvakabo” dat vindt dat “zij als professional – en niet de leden – moet kunnen bepalen welke keuzes er gemaakt moeten worden en wat de koers van de Abvakabo moet zijn. Ondanks de congresbesluiten die afgelopen jaren telkens door de vereniging herbevestigd werden, gebruiken ze nu de aankomende vernieuwing van de FNV om de koers en de verantwoordelijken voor die koers in een kwaad daglicht te zetten. Zij plaatsen zich daarmee aan werkgeverszijde.” Die zit! “Het bestuur kan en zal dit niet tolereren. De leden bepalen de koers en maken de keuzes.” Dat is weer iets te idyllisch gezegd, want de praktijk is natuurlijk complexer. Maar dat de kritiek op de radicaler vakbondskoers een rechtse aanval gericht tegen belangen van strijdbare arbeiders is, dat mag glashelder zijn. Die aanval dient hard weersproken te worden, en als vijandige daad bestempeld.
We moeten echter ook de beperktheid van de opstelling van het bondsbestuur niet miskennen. Eerder in diezelfde tekst kwam die naar voren. De activistischer, meer op de leden zelf en hun strijdbaarheid bouwende, koers, wordt daar als volgt beargumenteerd. “We moeten sterker worden op de werkvloer, zodat we onze tanden kunnen laten zien als de werkgevers geen goede afspraken willen laten zien.” So far so good. Maar dan. “Daarom kiezen we ervoor om zichtbaarder en actiever te zijn op de werkvloer. Daarom zoeken we de leden op. Agenderen we samen met hen de zaken die zij belangrijk vinden en waarvoor ze bereid zijn in beweging te komen. En daarom kiezen we ervoor dat leden het echt voor het zeggen hebben, zij bepalen welk probleem als eerste aangepakt moet worden. Op zo’n manier activeren we leden, winnen we aan kracht en kan het evenwicht in de polder worden hersteld.”
Wacht even! ‘We’ en ‘de leden’, dat valt dus niet samen, en het zijn ‘wij’ – kennelijk het bestuur, of de bond als zodanig – die de leden zeggenschap géven. En het gaat om het “herstel van evenwicht in de polder” hetgeen dus een terugkeer van de soepele verstandhouding tussen ondernemers en vakbeweging impliceert. Dat blijkt uit de slotzin van deze alinea: “Alleen zo kan de polder met haar onderhandelingstraject weer functioneren.” Het gaat bij de ruimte die strijdbaarheid en zeggenschap van leden in de Abvakabo krijgt na de koerswijziging, dus nadrukkelijk níet om de belangen van mensen op de werkvloer als doel. Strijdbaarheid en democratie zijn hier middel – om de klassieke vakbondsrol, die van onderhandelingspartner met ‘de werkgevers’, weer beter te kunnen spelen. Een vakbond die niet meer vecht en waarin de leden totaal passief zijn, kan door de ondernemers immers wat al te makkelijk als irrelevant en krachteloos terzijde worden geschoven.
De iets grotere strijdbaarheid die het huidige vakbondsbestuur in de Abvakabo wil, is dus een middel om binnen de polder relevant te blijven, géén werkelijk radicale aanval op de inkapseling van arbeidersbelangen die van dat poldermodel de kern en het doel is. Het radicalisme van de huidige koers is dus pragmatisch, niet erg principieel, en het is zeer begrensd binnen de huidige maatschappelijke verhoudingen. Zo heel erg bang hoeft zelfs de Telegraaf eigenlijk niet te zijn.
De aanval van rechts – vanuit het bestuurlijk apparaat van de bond, en vanuit gevestigde media die als megafoon dienen – is verwerpelijk. De strijdbaarheid en solidariteit van arbeiders worden erin opzij gezet als product van een soort complot van vakbondsbestuurders en SP-invloed. Het is een vorm van McCarthyisme, van anti-radicale hysterie en hetze zoals senator McCarthy die rond 1950 tegen vermeende communistische invloed in de VS opklopte.
Maar ons antwoord mag niet beperkt blijven tot verdediging van de vakbond en haar iets radicalere koers. Kern van onze verdediging moet zijn: het beklemtonen van activisme en zeggenschap vanuit de werkvloer zelf, niet als middel tot een betere vakbondsplek aan de onderhandelingstafel van morgen, maar als springplank voor een werkelijke strijd tegen werkdruk en schandalige beloningen en meer, en tegen de verhoudingen die daaraan ten grondslag liggen. Die strijd gaat uiteindelijk alle vakbondsbeperkingen te buiten. Sarphati is overal!
Dit stuk is eerder verschenen op de website van Ravotr van Peter Storm.
Ter verdere info/ duiding:
https://en.wikipedia.org/wiki/McCarthyism
Puik artikel, Peter, dank!
Yep, knappe analyse!