Rechtbank: verkoper Mein Kampf louter op winst uit

De rechtbank heeft in de zaak van de verkoop van Mein Kampf vastgesteld dat de verkoper louter uit winstbejag handelde, en niet uit overtuiging. De rechters gingen niet mee met verdediger Spongs opvatting dat de verkoper een verdediger van het vrije woord zou zijn.

Verkoop blijft verboden

Afgelopen vrijdag kwam de uitspraak, waarin het verbod op de verkoop van fysieke exemplaren gehandhaafd blijft omdat deze nog altijd kwaadaardig zijn. Maar de verkoper is volgens de rechtbank niet strafbaar, omdat hij een antiquariaat met spullen uit dictaturen runt. Het openbaar ministerie studeert nog op het vonnis en weet nog niet of het in hoger beroep zal gaan. Strafbaar blijft de verkoop van elk boek dat aanzet tot haat of discriminatie.

Symbool

De officier van justititie had aangevoerd dat Mein Kampf bij uitstek het symbool van het nazisme, discriminatie  en Jodenhaat is. Vooral echte exemplaren bezitten die functie, aldus de officier mr Paul Velleman. De officier kreeg van de rechtbank gelijk op het punt van de ontvankelijkheid van de vervolging. Verdediger Spong had opgeworpen dat deze vervolging op willekeur berustte, omdat het boek o.m. op websites te krijgen is en werd ook op dit punt in het ongelijk gesteld.

EVRM

Echter: een  veroordeling van de verkoper zou volgens de toelichting van de rechtbank niet verenigbaar met Europees Recht. Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vereist namelijk dat een veroordeling noodzakelijk moet zijn ter bescherming van mensen tegen discriminatie, belediging en aanzetting tot haat wegens hun ras en/of godsdienst. Het ging om de verkoop van ongeveer 1 exemplaar per jaar.

Denkbaar

Deze beslissing betekent volgens de rechtbank  niet dat er geen omstandigheden denkbaar zijn waaronder een veroordeling voor het ter verspreiding in voorraad hebben van Mein Kampf wél noodzakelijk zal zijn.

Loonstein en Spong

Mr. Herman Loonstein, bekend van het Amsterdamse advocatenkantoor Loonstein en vertegenwoordiger van Federatief Joods Nederland (FJN), was aanbrenger van de zaak en voegde zich als benadeelde partij. Hij kreeg met enig kunst en vliegwerk de gelegenheid het woord te voeren tijdens de zitting. Hij moest wel verduren dat Spong trachtte hem belachelijk te maken en verweet dat hij analogieën gebruikte zoals de nazi’s dat tijdens hun processen ook deden. Spong besefte kennelijk niet dat de nazi’s ook water dronken of lucht ademden.

Vordering

De vordering van FJN tegen de verdachte als gevolg van de door de Joodse gemeenschap geleden schade werd afgewezen. FJN deed vorig jaar aangifte tegen de verkoop van het boek. Vervolgens besloot het Openbaar Ministerie de verkoper strafrechtelijk te vervolgen voor belediging, aanzetten tot haat en discriminatie van Joden.
Mr. Loonstein hoopte dat met deze zaak een stevig signaal zal worden afgegeven dat antisemitische uitingen en gedragingen in Nederland consequent zullen worden aangepakt.

Beledigend

De rechtbank is het met justitie eens dat het boek van Adolf Hitler uitlatingen bevat die beledigend zijn voor Joden en dat het aanzet tot haat, discriminatie en gewelddadig optreden tegen Joden. De verkoop van Mein Kampf blijft verboden in Nederland.

Vrijheid van meningsuiting

De rechtbank heeft er bovendien rekening mee gehouden dat de tekst van Mein Kampf tegenwoordig makkelijk te verkrijgen is via internet. Ook de plek waar het boek verkocht werd, speelt een rol, namelijk dat het een antiquariaat is, gespecialiseerd in propagandakunst uit totalitaire regimes.

1 gedachte over “Rechtbank: verkoper Mein Kampf louter op winst uit”

  1. Pingback: Doodsfuga | Krapuul

Reacties zijn gesloten.