Stinknormale gedachten presenteren als dissidentie

De mortuis nil nisi bene – over de doden niets dan goed. Het bekt niet lekker en dus denkt u meteen dat er een tikfout staat, zeker als u het Latijn niet beheerst. Maar de Latijnse kreet vermaant ons goed, zonder leugen en bedrog dus, te spreken over de ontslapenen. Zo hoort het ook. Een tijdje terug noemde ik bij een begrafenis de dode nog een klootzak omdat hij zijn vriendin in de steek had gelaten door er zomaar tussenuit te knijpen. Verder deugde hij natuurlijk wel.

Van Christopher Hitchens weet ik niet hoe zijn privéleven er uitzag en eerlijk gezegd zou het mij ook werkelijk geen reet interesseren. Dat hij veel dronk en niet in staat was nuchter op te treden in de televisiefora waar hij tot hij ernstig ziek werd altijd voor gevraagd werd was merkbaar. Dit is voor rekening van de schrijver.

Iemand als Hitchens begon als trotskist, in de dagen van de VS-oorlog tegen Vietnam. Geen idee wanneer de man de Partij ontrouw geworden is. Van zijn soort zijn er dertien in een dozijn in de Engelstalige wereld, de bekende en veelgenoemde neocons in Washington DC zijn bekeerlingen van de leer van Trotsky naar die van George W. Bush (of beter: zij hebben deze leer ontwikkeld, Bush had het druk met golfen). Hitchens bleef op een enkel punt zijn zogenaamde linkse zelf – precies een punt dat ik op den duur naar risjes vond gaan ruiken: hij vond dat Henry Kissinger als oorlogsmisdadiger vervolgd zou moeten worden.

Op zich klopt dat. Maar het vervolg van het verhaal klopt dan toch echt niet: zijn diepe bewondering voor George W. Bush en Tony Blair, de aanjagers van de overval op Afghanistan en Irak. Ook verkondigde Hitchens dat de “ontdekking” van Amerika en de erop volgende uitroeiing van inheemse Amerikanen en de slavenhandel een goede zaak waren voor de opmars der beschaving. Kijk, als je zulke standpunten ventileert, waarom je dan vastbijten in Kissinger? Ik vond en vind het verdacht. Dat Hitchens uiteraard ook een Groot Vriend van Israel was pleit hem niet bepaald vrij. Hier komen we in de buurt van Nederland.

In Nederland is Hitchens waarschijnlijk het bekendst als atheïstisch propagandist, God is niet groot.
Nu spijt het mij voor de beroepsatheïsten, maar hierop vallen drie dingen te zeggen.
In de eerste plaats: uw opinie is allang niet meer tegendraads. Er is behoudens vanuit de ChristenUnie en de SGP niemand in de Nederlandse politiek die zich zelfs maar serieus op een geloof in g/God beroept. Kom niet aan met het CDA, waar de C alleen het schaamlapje is om mensen aan banen te helpen in de openbare sfeer. Met geloof heeft de club waarschijnlijk nooit iets te maken gehad.
In de tweede plaats: God ligt niet wakker van wat Hitchens en soortgelijken hebben te zeggen. Kijkt u daar niet van op? Nee – u zult dus moeten toegeven dat atheïsme altijd strijd tegen mensen is, niet tegen degene die u zegt te loochenen want die bestaat niet – dat zegt u immers zelf.
En dan in de derde plaats: deze strijd tegen mensen is in hoge mate een strijd tegen gekleurde mensen. Atheïsme is een Europese kwaal, niet eens algemeen-Europees, maar we kunnen Noord-Amerika natuurlijk hierbij inbegrijpen. In de politiek van de VS wordt heel veel over geloof en God gezemeld terwijl het zonneklaar is dat dit gezwets geen enkele grond heeft in hoe de sprekers m/v over de wereld denken.

Uw atheïsme is racisme dat zijn naam niet wil kennen. Niet verrassend. Hitchens was uw stem. “11 september heeft alles veranderd” al weten we eigenlijk allang niet meer wat en hoe.
Het is moeilijk in Nederland een Publiek Denker te noemen die een dergelijke Werdegang heeft doorgaan. Ik kan bijvoorbeeld geen voormalig trotskist bedenken die naar de apologie van het imperialisme is weggezeild. Nu is het trotskisme in Nederland, afgezien van de Sneevlietrichting, een toonbeeld van onbeduidendheid dus uit deze hoek zijn geen voorbeelden te noemen.

Omdat de tweede garnituur zich al heel snel aandient en ik deze de lol niet gun van genoemd te worden kan ik slechts twee Linkse Publieke Denkers vinden zo gauw die de gang naar het neoconwezen hebben gemaakt in Nederland. Hans Achterhuis en Pim Fortuijn. Fortuijn is dood – hij was trouwens geen atheïst voorzover ik weet – en Achterhuis zwenkt weer zoals het hoort want het zou wel eens kunnen dat er links ideeën ontwikkeld worden waar rechts nooit aan toekomt – men heeft daar belangen, geen gedachten, om Mulisch te parafraseren.
Ik houd mij aanbevolen voor meldingen van als Dissident poserenden die van harte de Bruine Lijn aanhouden in Nederland.

Voor de stille genieters van het stampen op Hitchens’ tombe: Norman Finkelstein en – eh – nog eens Norman Finkelstein.

4 gedachten over “Stinknormale gedachten presenteren als dissidentie”

  1. Ach , de kardinaal van de Atheïstische kerk is dood , ik had zijn heiligverklaring door Paus Richard Dawkins de Grote al in the Guardian ( de Atheïstische Observatore Romane ) gelezen ….

  2. “… dat atheïsme altijd strijd tegen mensen is, …”
    Mooi gezegd… Het is niet altijd zo, soms is het enkel een strijd om jezelf te zijn, de vrijheid te hebben om iets te zien, te doen of te zeggen. Maar sommige atheïsten voelen zich verheven.
    (“Moreel absolutisme, het rigide en uiteindelijk apolitieke denken in goed en kwaad, leidt paradoxaal genoeg juist tot een opportunistische en cynische omgang met regels en principes.” – Sjoerd de Jong)

    In Nederland is het een beetje hachelijk om te koop te lopen met een onversneden links verleden (hoewel Achterhuis zich inderdaad grapjes over zijn vroegere mao-gezindheid kan veroorloven)….
    Maar Kinneging bv. was in zijn jonge jaren marxist. (Von der Dunk schreef laatst over hem: “Dat was ook zo’n Herborene, die plotseling het Licht had gezien. Dat had die overigens wel vaker, alleen was dat steeds weer een ander Licht geweest. Kinneging was op zijn twintigste namelijk radicaal marxist. Op zijn dertigste was hij radicaal liberaal. En op zijn veertigste was hij dus radicaal conservatief. Hij nadert inmiddels de vijftig, dus ik ben benieuwd.”)
    En Ellian natuurlijk – en dat is er zo eentje die religie als allesbepalende factor ziet.

    Maar wat stoort je nou zo aan Achterhuis dat je hem een neocon noemt? Zijn ‘Markt van welzijn en geluk’?

  3. @2
    Achterhuis kwam er op een gegeven ogenblik achter hoe gevaarlijk utopieën waren – dit na het instorten van het zogeheten reële socialisme. Wat helemaal geen utopie was maar een inderdaad reëel bestaand ordeningssysteem.

    Ik heb hem zelf eens er op gewezen dat het (ultra)kapitalisme net zo utopisch is en inmiddels is dat muntje gevallen, zeker nu met de bezettingsbeweging de wind gedraaid is.

    De voorbeelden die je noemt beschouw ik als de tweede zoniet derde garnituur.

  4. Oh, dat heb ik dan niet meegekregen dat hij zó rücksichtslos was. Hij was op een gegeven moment helemaal in de ban van Karl Popper, en die was fel op linkse, maar stekeblind voor rechtse utopieën. Popper was politiek gezien niet helemaal fris, hij was bv. goed bevriend met Hayek. Maar van die hang-up is Achterhuis ook weer teruggekomen, met nogmaals veel zelfkastijding, en sindsdien – toch alweer een paar jaartjes – heeft-ie behoorlijk aan de weg getimmerd om het neoliberalisme te ontmaskeren. Nou vraagt-ie van Rutte en Bolkestein om, net als hij, hun eigen idolen óók eens op de korrel te nemen (ipv eenzijdig die van anderen) en hun vergissing toe te geven. Hij blijft naief…
    Maar m.i. heeft Achterhuis een belangrijke bijdrage geleverd aan het besef dat neoliberalisme méér is dan een economisch systeem.

Reacties zijn gesloten.