De berichtgeving over het scholierenprotest van vandaag ( = 21 dec 2011. red.) wekt deels de lachlust, maar maakt ook weer eens grote woede bij me los. Laat ik met dat tweede beginnen. Politie heeft – nadat een aantal van de pakweg duizend actievoerende scholieren op het Museumplein vuurwerk afstaken, op het dak van een supermarkt klommen, een PVV-kamerlid uitjouwden en een handvol van hen een onderlinge vechtpartij hield – “een waterkanon ingezet om het Museumplein schoon te vegen”, aldus de NRC. Een waterkanon – het wapen dat de Britse politie na drie dagen hevige rellen níét in stelling bracht, wordt door de Amsterdamse politie doodleuk losgelaten op wat jongeren die wat rumoerig actievoeren. En iedereen vindt dit normaal? Ben ik dan de enige die laaiende woede voelt als de arrogantie van de macht zich vertaalt in koude waterstralen gericht op scholieren op een decembermiddag?!
Tot zover – even – de woede. Lachwekkend vond ik de kop van het NRC-verslag. “Onrustige scholierenstaking op Museumplein – waterkanon ingezet”. De ‘onrust’ bestond , voordat de ME los ging, dus uit 1. het afsteken van vuurwerk; 2. het beklimmen van een AH-filiaal; 3. een onderlinge vechtpartij en 4. het uitjoelen van een PVV-parlementslid. Vuurwerk afsteken gebeurt meer, zeker in december. Bij vakbondsdemonstraties in België is het afsteken ervan vrij gebruikelijk en leidt dan niet automatisch tot inzet van een waterkanon. Een onderling vechtpartijtje tussen scholieren is niet plezant maar geen compleet oproer. Zulke dingen gebeuren immers in elk uitgaansweekend, en dan verschijnt er ook niet meteen een waterkanon. Het beklimmen van een dak waar dat niet de bedoeling is, is voor levenslustige pubers gewoon léuk, en wie daar een groot punt van maakt, zéúrt. Het uitjouwen van een PVV-Kamerlid kan alleen maar te worden toegejuicht. Alles bij elkaar stelt de ‘onrust’ weinig voor. Een béétje jongerenprotest gaat er in zeer veel landen bepaald wilder aan toe.
De NRC getuigt met haar ‘onrustig’-kop ook van weinig historisch besef en een belabberd geheugen. Ruim vier jaar geleden was er in Nederland óók scholierenprotest. Dát was werkelijk onrustig. Ik schreef er flink wat over, op een eerder weblog van me, nog online te vinden: over twee weken van protesten op straten vanuit scholen, twee wild verlopen actiedagen, relletjes, politie die scholieren slaat, wat vernielingen, actie in Amsterdam waar óók al een waterkanon is gebruikt, en een afsluitende manifestatie op het Museumplein waarna ook nog door de stad is gelopen in levendige optocht, scholieren en Ajax-supporters zij aan zij, voorzover het al niet gewoon dezelfde mensen waren. Dát was, alles bij elkaar, een scholierenopstand, dát was ‘onrustig’ in de ‘ordelievende’ termen van ‘respectabele’ kranten. Wat er vandaag gebeurde is niet onrustig – in ieder geval bij lange na niet onrustig genóég.
De Volkskrant koos een andere invalshoek voor haart berichtgeving. “Tegenvallend aantal scholieren protesteert op Museumplein”. Het Landelijk Actiecomité Scholieren LAKS, dat de actie op touw had gezet, kondigde aan dat ze aantallen van 5 tot 10.000 deelnemers verwachtte; het waren er rond de duizend. Dat is inderdaad niet enorm veel. Ik heb geen zicht op het waarom daarvan. Het actiethema is nog hetzelfde als dat van vier jaar geleden: de 1040-uren norm die weer dreigt te worden ingevoerd nadat een tijdje 1000 de norm was . In die norm wordt het genoemde aantal lesuren voorgeschreven, zonder dat er voldoende personeel is om al die uren daadwerkelijk zinnig te vullen, Gevolg: leerlingen zitten gedwongen op school zonder les te krijgen. Die gehate ‘ophokplicht’ leidde in november 2007 tot de zojuist aangeduide uitbarsting van woede. De grief bestaat, maar is de woede erover verminderd? Is er gewenning ontstaan? Weinig kans: veel van de scholen van nu waren destijds nog te jong, veel van de scholieren van toen zijn intussen allang geen scholier meer; het gaat vrijwel compleet om andere mensen. Is misschien de dreiging van de terugkeer naar 1040 uren niet concrteet genoeg om nu al heel veel mensen tot actie te motiveren? De acties van 2007 werden gevoerd tegen een bestaande norm, niet tegen eentje die nog moet komen. Maar ja, vaak is actie juist voráfgaand aan een maatregel het sterkste.
Het belangrijkste verschil met november 2007 ligt wellicht in de krachten die het oen en nu organiseerden. Destijds waren het veelal ad-hoc-netwerken van leerlingen die bijvorbeeld via Hyves het vuurtje van opstandigheid verspreidden. Het LAKS probeerde wel het voortouw (over) te nemen en maakte van de afsluitende manifestatie een veel-te-keurige actie. Maar voor het zover was, hadden spontane krachten veel van het initiatief in handen en kreeg rauwe woede veel ruimte om tot uiting te komen. Nu heeft het er veel van weg dat het LAKS van begin tot het einde de timing, aanpak en uitstraling in handen. Dat leidt niet alleen tot een braver soort actie; het betekent ook dat de actie minder drijft op het enthousiasme van scholieren zelf, en meer op de calculaties van LAKS-mensen, die wel scholier zijn maar toch vooral opereren als piepjonge belangenbehartigers van het vakbondstype. Dat leidt vast tot soepeler overleg met gezagsdagers. het leidt ook makkelijk tot veel minder elan bij (potentiële ) actievoerenden zelf, die de actie dan immers veel minder als hun eigen ding zullen ervaren. Hopelijk zijn er onder scholieren zelf groepjes en netwerken die zelf in beweging zijn en blijven, ongeacht wat de LAKS-bestuurders precies willen.
Hoe het verder gaat met scholierenprotest is me niet duidelijk. Er is wel réden voor meer, zolang die ophok-onzin bestaat. Het is al een schending van je vrijheid dat je oop school zit omdat je móét. Ieder spoor van rechtvaardiging voor die schending vervalt echter als je bij dat onvrijwellige verblijf daar ook nog eens geen les krijgt. Je zet jonge mensen die niets hebben misdreven, niet gevangen, nog niet voor één uur. Docenten kunnen dit probleem niet echt verhelpen: zij zijn met te weinig, hun werkdruk is al te groot. Zoals zo vaak is het een kwestie van te krappe budgetten, van geld. Ook hier manifesteert zich, in inmiddels wijdverbreide Occupy-taal, de botsing tussen de prioriteiten van de 99 procent – de meeste mensen, jij en ik – en die ene procent – de lui aan de top – zich weer eens.
Intussen wordt duidelijk dat docenten ook in actie komen, hetgeen perspectieven biedt voor groter verzet op het onderwijsfront. Vakbond Abvakabo wil dat haar leden in het voortgezet onderwijs op 9 januari gaan staken. De kleinere vakbond Leraren In Actie had daartoe eerder al opgeroepen. Met deze staking gaan docenten dan protesteren tegen het uitbreieden van het aantal verlichte uren van 1000 tot 1040 uur en andere maatregelen die de wekdruk verder dreigende verhoging. En precies n die hoge werkdruk zit een reden van de door scholieren zo terecht verfoeide ophokplicht.
Hier ligt een duidelijk gemeenschappelijk belang van leerlingen en docenten. Wat zou het gaaf zijn als nu al onder beide betrokken groepen mensen gericht werken aan samenwerking in actie. Wat zou het gaaf zijn als als we flinke aantallen scholieren aan vakbondsmanifestaties zagen deelnemen, en als we stevige docentensteun aan eventuele komende leerlingenactiester zien zouden krijgen. En ik ben nu al benieuwd of bij het samen optrekken van leraren en leerlingen – en ouders! waarom niet? en van iedereen die goed onderwijs een waardevoller collectieve voorziening vindt – tegen een regering die docenten opjaagt en scholieren opsluit, de politie het dan nog aandurft om haar waterkanon in stelling te brengen. Dán kan de NRC met recht spreken van een waarlijk ‘onrustig’ protest – en onrustig protest is nu precies wat noodzakelijk is.
Opmerking, 18.59: de Volkskrant heeft inmiddels de kop van haar artikel gewijzigd in “Aanhoudingen en waterkanonnen bij scholierenprotest”. In de URL is de eerdere titel nog te herkennen.
Verscheen eerder bij peterstormschrijft.blogspot.com. Auteur: Peter Storm.
Lees ik net dat in België de jongelui de (oudere) werknemers juist de mouw uitvegen (‘leeglopers!’) omdat zij landelijk actie voeren tegen de subiet opgetrokken vut-leeftijd en het land platleggen.
“Weeeeeeh, nu hebben we na zeven-en-tachtig jaar een nieuwe regering, nu moeten we sterk zijn, en nu gaan jullie staken en kunnen we niet met de bus, weeeeeh”.
Dat belooft allemaal niet veel goeds die belangenverstrengelingen…