Met zijn allen tegen een

Er was eens een lerares die geen orde kon houden

Ze was een invalster. Ze was een aardige vrouw, van ergens rond de veertig, die haar best deed.

Maar ze kreeg onze klas, 5 atheneum in de vroege jaren tachtig in Zuid-Limburg, niet onder controle. Ze had slechts een hoge, zwakke falsetto stem, dat hielp ook al niet. Ze kon niet over het lawaai heen. Het is een mysterieus verschijnsel, orde houden. Vooral een psychologische vaardigheid, begreep ik eens uit een artikel erover, niet zozeer afhankelijk van fysieke kenmerken.

Hoe dan ook, op een zekere middag liep het helemaal uit de hand. Het was ontaard in één aanhoudende kakofonie. Alhoewel er leerlingen waren die een dergelijke chaos blijkbaar als het summum van genot ervoeren maakte ik daar geen deel van uit.

Ik zat helemaal vooraan, voor het bureau van de docente. De populaire kinderen zaten liever achterin, maar ik vond al die beweging en dat lawaai voor me afleidend en zat liever vooraan (Ik was niet overmatig populair, maar zat daar ook niet heel erg mee, dankzij mijn onafhankelijk denkende ouders). Leraren daarentegen konden mij daar weer afleidend vinden omdat ik mijn mond niet kon houden, dus die plaatsten mij soms weer wat verder naar achteren. Ik deed dat niet om die leraren te irriteren maar kon dat gewoon niet controleren.

Maar die lerares vroeg me dus op zeker moment: “Laurent, kun je de conrector roepen?”

Ik stond op om naar het kantoor van de conrector te gaan. Bij de uitgang van het klaslokaal schreeuwde een joelende jongen tegen me (dit was dus inderdaad typisch achteraan in het lokaal) te weigeren naar de conrector te gaan. “Hou je bek, domme lul!”, antwoordde ik. En ik liep door.

Met zijn allen tegen één, dat was wat plaatsvond in dat klaslokaal. Ik kon dat toen niet hebben, en nu nog steeds niet.

Dit is geen politieke analyse, maar een emotionele. Het voelt immers al vijfentwintig jaar – sinds Pim Fortuyn – helemaal verkeerd wat er gebeurt in dit land. Met z’n allen tegen de minderheden, nietwaar?

De bullies mogen niet winnen. Maar ik weet niet hoe het te voorkomen. Ze zijn altijd in de meerderheid.

(Photo by CHUTTERSNAP on Unsplash )