De dunbekwulp is nu officieel uitgestorven

Vogelaars vermoedden het al een tijdje, maar vanaf nu is het officieel: de dunbekwulp is uitgestorven. De watervogel kwam voor in Europa, West-Azië en Noord-Afrika, maar is nu alleen nog maar in musea te zien. 

Onderzoekers van de Britse vogelbescherming, Birdlife International, het Natural History Museum in Londen en Naturalis publiceerden vandaag een artikel in het vakblad IBIS dat de dunbekwulp (Numenius tenuirostris) tot uitgestorven verklaart.

Het artikel maakt gebruik van statistische analyses van bedreigingen voor de soort, en van een databank met waarnemingen, waaronder museumexemplaren en veldwaarnemingen, om de kans op uitsterven te beoordelen. De analyse toont aan dat er een kans van 99,6% is dat de vogel niet langer bestaat en rond de tijd van de laatste waarneming in 1995 is uitgestorven.

Heilige graal

Gastonderzoeker Justin Jansen van Naturalis is een van de auteurs. ‘In de jaren tachtig was deze soort een heilige graal voor vogelaars’, vertelt hij. De Nederlandse vogelaar Arnoud van den Berg ontdekte een overwinteringsplek in Marokko, dus vogelaars trokken massaal daarheen. Toen al bestond het besef dat het niet goed ging met de soort. Een fokprogramma in dierentuinen is nooit opgezet; er is simpelweg nooit een nest gevonden waarmee dat had gekund.’
Nicola Crockford van de  RSPB, de Britse vogelbescherming:  ‘Dit is een van de meest ingrijpende en tragische verhalen uit de natuurbescherming van de afgelopen eeuw. Het is de eerste bekende wereldwijde uitsterving van een vogel uit vasteland-Europa, Noord-Afrika en West-Azië. En het gebeurde onder onze verantwoordelijkheid. Hoe kunnen we van landen buiten Europa verwachten dat ze zich inzetten voor hun soorten, wanneer wij hier bij ons thuis hebben gefaald?’

In musea

Ook in Nederland waren vroeger weleens dunbekwulpen te zien. Verschillende musea hebben een exemplaar. Een van de exemplaren van Naturalis is nu te zien in het Allard Pierson in Amsterdam, als onderdeel van een tentoonstelling over natuur onder druk. Een ander exemplaar zal tijdens de kerstvakantie in Naturalis te zien zijn.
Waarschijnlijk verdween de soort al kort na de laatste officiële waarneming in 1995. ‘Mensen speelden daar een vrij grote rol in, zowel door de jacht als door habitatvernietiging’, legt Jansen uit. De gevolgen voor de rest van de natuur zijn onduidelijk: ‘We hebben nog te weinig kijk op de stukjes van de puzzel. Voor andere bedreigde soorten is het wel belangrijk dat er een streep onder de soort wordt gezet: zolang een soort kritisch bedreigd is, hebben mensen een inspanningsverplichting. Kostbare expedities om deze soort te vinden, hoef je nu niet meer op te zetten.’

Jansen: ‘In plaats daarvan kun je je richten op de soorten die er nog wel zijn. Daarbij geldt deze soort als een les: “Jongens, let op! Over een paar jaar kunnen we nog veel meer vitrines vullen met uitgestorven vogelsoorten.” Maar het voorkomen van uitsterven valt buiten de macht van vogelaars en musea. De politiek zal het moeten doen.’

– Persbericht Naturalis o.a., waaraan ook de uitgelichte afbeelding is ontleend