Vorige keer 80.000, deze zondag 130.000. Leuk zo’n anti-regeringsdemonstratie. Vorige keer liep generaal Gantz mee, dit keer Yair Lapid, de vorige premier, die de woorden sprak:”We gaan door totdat we hebben gewonnen”. Ik zag allerlei opschriften. Over dat Israel ”een probleem” had, dat Yariv Levin een vijand was van Israels democratie en dat Netanyahu, Ben Gvir en Smotrich een bedreiging zouden zijn voor de wereldvrede. Er waren ook banners met uithalen naar ”Orbibi” of ”Bibilius Ceasar” en vooral veel Israelische vlaggen, heel veel vlaggen. En, waarachtig. er was ook een hoekje waar Palestijnse vlaggen mochten. Er hoorde een spandoel bij dat plechtig zei dat ”Een volk dat een ander volk bezet is nooit vrij”. Er hoorden een kleine 100 man bij. Heel schattig.
Maar het was natuurlijk niet niks. De op één na grootste demonstratie ooit tegen een Israelische regering. De grootste was in 1982 na het bekend worden van de moorden in Sabra en Chatila in Beiroet. Toen waren er niet minder dan 400.000 mensen op de been om de wereld te tonen dat Israel ”anders” was, niet een Israel van akelige wandaden maar een Yisrael Yaffeh, een ”mooi Israel”.
Ditmaal was het een kleine revolutie. De demonstranten wilden van de regering af. Ze waren vooral boos over de plannen om het hooggerechtshof de les te lezen. Auteur David Grossman zei dat de staat van de wet in gevaar was en dat hij weigerde een balling te worden in eigen land. ”Dit is een gevecht om Israels toekomst.” De vroegere Advocaat generaal, Dina Zilber, zei dat protesteren geen recht was maar een plicht. Want wie zijn stem niet verheft ”om de democratie te beschermen en onafhankelijke rechters en een vrije pers, telt straks niet mee”.
Ferme woorden, grote eensgezindheid. Maar intussen vraag je je af waarvoor iedereen in het geweer kwam. Voor de democratie? Welke democratie? Een democratie waaraan 20% van het land blijkbaar geen deel heeft. Er was niet alleen opgeroepen om vooral geen Palestijnse vlaggen mee te dragen (om misverstanden te voorkomen), maar vreemd genoeg waren er ook geen Palestijnse redenaars. En blijkbaar waren de Palestijnen zelf ook maar thuis gebleven. Blijkbaar was het een Joodse aangelegenheid, die democratie. Blijkbaar ging het helemaal niet om Israels toekomst, maar om het veilig stellen van Israels Joodse democratie.De democratie van een land van en voor Joden, waar door een eigenaardige speling van het lot ook wat niet-Joden in verzeild zijn geraakt.
Natuurlijk spreekt het vanzelf dat de plannen van het kabinet om het parlement het recht te geven wetten die het hooggerechtshof afwijst opnieuw met een simpele meerderheid weer aan te nemen, gevaarlijk zijn. Hetzelfde geldt voor het wijzigen van de benoemingsprocedure van de rechters waarbij ”de politiek” veel meer te zeggen krijgt. En nog wel meer, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van het principe dat het hooggerechtshof besluiten van de regering kan vernietigen op basis van onredelijkheid, de basis waarop minister van Binnenlandse Zaken Aryeh Deri nog onlangs naar huis werd gestuurd. Het zet de deur open voor een soort bestuur waarbij een kleine meerderheid het volledig voor het zeggen krijgt, eigenlijk voor een dictatuur.
En het spreekt dus vanzelf dat daar grote mensenmassa’s tegen te hoop lopen. Maar er is iets volledig onafs in de blijdschap van grote groepen mensen die er – zoals gewoonlijk in dit soort situaties – de hoop aan ontlenen dat het misschien straks toch weer allemaal goed komt. Als Bibi maar weer bakzeil haalt, of als hij opnieuw gaat vallen. Dezelfde mensen die nu gewapend met Israelische vlaggen demonstreren gaan dan weer opgelucht aan het werk. En het hooggerechtshof zal blijven doen wat het al tientallen jaren lang doet: het zal de bezetting witwassen, de nederzettingen tegen alle internationale wetten in goedkeuren, de afbraak van huizen niet tegen houden, de nog altijd voortgaande landroof legitimeren. Het zal doorgaan het oppakken en illegitiem vastzetten van Palestijnen als ”administrative detainees” goed te keuren. Het zal nooit de veiligheidsdienst Shin Bet tegenspreken of ter verantwoording roepen.En het zal ook de schandalige discrepantie blijven steunen in de vonnissen voor Joden en Palestijnen die terechtstaan voor hun aandeel in onlusten in Israel van een jaar geleden, waarbij Palestijnen gewoonlijk drie tot vier keer zwaarder worden bestraft.
Het was niet zomaar dat er ditmaal geen Palestijnen mee demonstreerden. Het was omdat het hooggerechtshof misschien wel een soort poortwachter is voor Israels democratie, maar tegelijkertijd ook een college is in dienst van Israels zionistische make-up en Apartheid. Een college dat – vergeet dat niet – als een van haar laatste besluiten een gemeenschap van ruim 1.100 mensen heeft verbannen uit hun grotwoningen in Masafer Yatta, waar ze waarschijnlijk al zo’n 500 jaar, maar in ieder geval ver voor de stichting van de Staat Israel woonden. Een college dat in de eerste plaats altijd heeft gediend – en nog steeds dient – als vijgeblad voor Israels onstilbare honger naar land.
- Uitgelichte afbeelding:By Unknown author – Digital photograph, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=127775824