Wat een verrassing, evengoed, en een ontdekking na zo’n 77 jaar.
Het Koninklijk Huis en de Nederlandse staat hebben geprofiteerd van de opbrengsten uit Japanse dwangbordelen in Nederlands-Indië. Dat schrijft Follow The Money (FTM) op basis van eigen onderzoek. Het onderzoeksjournalistieke platform schat dat het omgerekend naar de huidige tijd gaat om 156,5 miljoen euro.
Tussen 1942 en 1945 werden 70.000 vrouwen, ook wel ’troostmeisjes’ genoemd, tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië onder dwang aan het werk gezet in bordelen. Japan gebruikte het geld om de oorlog te financieren. Het geld werd dagelijks gestort bij twee oorlogsbanken in Nederlands-Indië: de Bank of Taiwan en de Yokohama Specie Bank.
De tegoeden van laatstgenoemde banken gingen over naar de Nederlandsche Handel-Maatschappij, een koloniale exploitatiebank in 1824 opgericht op initiatief van groot-aandeelhouder koning Willem I. Deze bank fuseerde dan weer met de Twentsche Bank tot de Algemene Bank Nederland, die dan weer met de Amsterdamse en de Rotterdamse Bank fuseerde (AMRO heetten die samen).
Koning Willem I bezat 4000 aandelen bij de NHM, die vervolgens naar prinses Wilhelmina, koningin Juliana, prins Bernhard en de vier prinsessen gingen. Het dividend per koninklijk aandeel, dat door de liquidatieopbrengst van de Japanse oorlogsbanken behoorlijk in waarde is gestegen, is destijds bij uitzondering onbelast uitgekeerd.
Onbelast, nee maar zeg…
RTLNieuws
– Uitgelichte afbeelding: Door Jane023 (talk) 09:51, 20 February 2011 (UTC) – Eigen werk, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=13485798