Israel: ook in het tweede document over zes zogenaamd terroristische NGO’s staan geen feiten

Twee Israelische blog-kranten, Local Call en +972 Magazine, hebben de hand weten te leggen op het ”geheime” document dat de Israelische regering vorige maand heeft rondgestuurd aan diverse landen (waaronder Nederland) die optreden als donor van zes belangrijke Palestijnse NGO’s (mensenrechten- en hulporganisaties) die Israel iets eerder vorig jaar tot ”terroristische organisaties” had bestempeld.
En raad eens wat erin staat? Nou, nog altijd geen enkel bewijs dat de zes inderdaad terroristisch zouden zijn of zelfs maar banden zouden hebben met een organisatie die dat wel zou zijn. Zo’n organisatie is het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) dat door Israel, de VS en Europa als zodanig is aangemerkt.
Het verleden maand rondgestuurde document volgt op een ander document van 74 pagina’s van de Israelische geheime dienst Shin Bet, dat in mei rondging naar de donorlanden in de hoop dat zij zouden ophouden steun te verlenen aan zes organisaties. De zes verrichten uitermate belangrijk werk bij het overeind houden van de Palestijnse ”civil society” en Israel is er al een aantal jaren op gebrand om ze om die reden de nek om te draaien. De zes zijn al-Haq, Addameer, het Bisan Center, Defense for Children International – Palestine, de Union of Agricultural Workers Committees en de Union of Palestinian Women’s Committees. Volgens het document zouden ze deel uitmaken van de PFLP, de activiteiten van het PFLP ondersteunen en dienen als een kanaal om geld naar de PFLP te sluizen. Het document leverde echter geen enkel feitelijk bewijs. De Europese donorlanden en ook de VS toonden zich daarom geen van allen overtuigd. Niettemin verklaarde de Israelische minister van Defensie Benny Gantz de zes in oktober tot ”terroristische organisaties”, wat betekent dat Israel elk moment hun kantoren kan sluiten en hun employees gevangen kan gaan zetten.
De beschuldigingen van belangenverstrengeling of financiële banden kwamen van twee boekhouders die waren opgepakt wegens malversaties en die onder druk waren gezet om met deze verhalen te komen. Ze hadden echter nooit voor één van de zes organisaties gewerkt. Local Call, +972 Magazine en The Intercept kwamen na eigen onderzoek tot de conclusie dat de terroristische activiteiten vooral volksdanslessen, of hulp aan zieken betroffen. De Israeli’s bleven echter campagne tegen de zes voeren en verklaarden tegenover de sceptische Europeanen en Amerikanen dat zij later met aanvullend bewijs zouden komen.

Geen feiten, plaatsen en tijden

Dat aanvullende bewijs is nu het nieuwe in december rondgestuurde document. Het is ongesigneerd en erin worden – anders dan in het vorige 74 pagina’s tellende stuk – nu alle zes organisaties ”geprofileerd”.Van alle zes worden ook stafleden opgesomd die ”banden”zouden hebben met het PFLP, zonder ze overigens rechtstreeks te beschuldigen van concrete betrokkenheid. Zo wordt de directeur van Addameer, Sahar Francis, opgevoerd als een activist van het PFLP en worden de stafleden eveneens activisten of supporters van het PFLP genoemd. De bureaus van Addameer zouden worden gebruikt voor PFLP-activiteiten. Addameer staat kosteloos gevangenen bij, wat volgens het rapport de conclusie rechtvaardigt dat Addameer is opgericht om ”aan PFLP-activisten en het grote publiek duidelijk te maken dat de organisatie (het PFLP) diegenen die terroristische daden plegen niet zomaar aan hun lot zal overlaten” als ze in problemen komen. Verder zou ”Addameer ook boodschappen en instructies aan gevangenen van het PFLP doorgeven”..Helaas laat het document na deze beschuldigingen vergezeld te doen gaan van feiten, en plaatsen en tijden.Van de mensenrechtenorganisatie al-Haq wordt beweerd dat ”alle employees PFLP-activisten zijn”. Al-Haq (dat onder meer werkt aan een klacht tegen Israel bij het Internationaal Strafhof in Den Haag) voert volgens het Israelische document een ”juridische oorlog (legal warfare) tegen Israel” en ”doet dat in samenwerking met en onder leiding van het PFLP”. Dat zou ter ondersteuning van de gewapende strijd van het PFLP” zijn. Directeur Sawan Jabarin van al-Haq wordt afgeschilderd als zijnde al een activist van het PFLP sinds hij studeerde aan de universiteit van Bir Zeit” (hij is ooit in 1985, als 17-jarige, 50 dagen lang zwaar gemarteld en vervolgens zonder dat daar ooit bewijs voor is geleverd door een militaire rechter tot negen maanden veroordeeld voor het ”werven van leden voor het PFLP”). Het is een beschuldiging waarmee Israel hem al jaren achtervolgt.
Van de Union of Palestinian Women’s Committees wordt gezegd dat Kitan Safin en Abla Sa’adat beiden hoge leden van het PFLP zijn, alweer zonder bewijzen van enigerlei activiteiten. Abla Sa’adat is overigens de vrouw van Ahmed Sa’adat, die in 2006 illegaal vanuit een door Europese troepen bewaakte PA gevangenis in Jericho werd gekidnapt en in Israel tot 30 jaar is veroordeeld, onder meer omdat hij een illegale beweging zou leiden. De achtergrond is dat vermoed wordt dat hij een aandeel heeft gehad in de voorbereiding van de moord in 2001 op de Israelische minister Rehavam Ze’evi. Israel had kort daarvoor met een raket Sa’adats voorganger Abu Ali Mustafa vermoord in diens kantoor in Ramallah.
Dan is er natuurlijk de Union of Agricultural Work Committees. Volgens het nu verspreide document zou de UAWC onder meer projecten hebben waarmee het PFLP wordt gesteund, bijvoorbeeld het runnen van ”culturele centra en kindercrèches”. Verder zou de organisatie veel steun geven aan ”families van martelaars en van veiligheidsgevangenen” (security prisoners). Tenslotte zou de organisatie ook ruimten beschikbaar stellen aan het PFLP, geld eraan overmaken, trainingen hebben gegeven en ook zijn betrokken bij ”valsheid in geschrifte en fraude”. Alweer: geen feiten, plaatsen of tijden.
De opsomming is overigens vooral pikant voor Nederland. Dat had de sponsoring van UAWC tijdelijk opgeschort, nadat twee ex-medewerkers van UAWC waren gearresteerd en gemarteld omdat ze betrokken zouden zijn bij een bomontploffing in bezet gebied, die het leven kostte aan een 17-jarige Israelisch meisje. (Ze zijn overigens nog steeds niet veroordeeld hoewel dit in 2019 gebeurde). Onderwijl zou UAWC, dat eerder brandschoon uit andere onderzoeken kwam,opnieuw worden onderzocht. In november kwamen de resultaten daarvan binnen. En hoewel uit het onderzoek was gebleken dat er geen organisatorische banden bestonden tussen UAWC en het PFLP en er – anders dan de Israelische beschuldigingen luidden – ook nooit geld was overgemaakt door UAWC aan het PFLP, besloten de demissionaire ministers Knapen en De Bruijn toch onlangs om de sponsoring definitief te stoppen.

Schandelijk
Een beetje wonderlijk dit besluit, maar uit het onderzoek door de nijvere speurders van de Nederlandse firma Proximities Risk Consultancy was óók gebleken dat er sinds 2007 niet minder dan 34 werknemers van UAWC waren geweest die wel eens wat hadden gedaan voor organisaties die, volgens hen, wèl banden hadden met het PFLP. Sommigen hadden zelfs ook wel eens bestuursfuncties in zo’n organisatie vervuld die voor een korte ”overlap” periode was samengevallen met hun werk bij UAWC. De Nederlandse ministers twijfelden een beetje en hebben om die reden dus ook niet bekend gemaakt wat voor organisaties dat waren (culturele organisaties misschien? Of wellicht crèches?). Niettemin hakten ze toch de banden door. Wat vanzelfsprekekend Gert-Jan Segers van de Palestijnen hatende ChristenUnie, (en ook iemand van de VVD) de opmerking ontlokte dat dit ”een goede beslissing” was. Misschien vond zelfs het grootste deel van de Tweede Kamer dat ook wel. Na deze uitermate dubieuze en schandelijke beslissing (een domme knieval voor het nu al jaren bestaande Israelische streven om het Palestijnse middenveld voorgoed een kopje kleiner te maken) gebeurde er namelijk niets. Geen vragen aan de minister, geen interpellatie, gewoon helemaal niets.
Maar intussen verzamelde +972 Magazine alvast wat reacties van EU-landen op het in december rondgestuurde tweede Israelische document. Die waren niet gunstig voor Israel. ”Er is geen enkel overtuigende brok bewijs geleverd en geen enkel land is overtuigd door de beschuldigingen,” zei een diplomaat in Ramallah die onbekend wilde blijven. En intussen was er een verklaring van de Deense minister van Buitenlandse Zaken Kofod op 21 december dat Denemarken van plan is al-Haq te blijven steunen omdat de Israelische argumentatie niet overtuigend is. De Ierse ambassadeur naar de VN, Byrne Nason, zei in december dat aangezien er de beschuldigingen niet substantieel zijn, Ierland de betreffende organisaties zal blijven steunen.
De Belgische minister Sophie Wilmès noemde begin december de beschuldigingen niet overtuigend. Noorwegen maakte zich eind oktober bij monde van minister Anniken Huitfeld zorgen dat Israel de ”al beperkte ruimte voor mensenrechtenwerk nog verder zal inkrimpen. En Frankrijk,Duitsland, Italië,Zweden en een aantal EU-organen spraken zich eveneens bezorgd uit over Israels besluiten aangaande de zes organisaties. Deze maand vindt overleg plaats tussen de diverse EU-landen om een gezamenlijke gedragslijn te bepalen. Het ziet er vooralsnog naar uit dat Nederland daar een tamelijk eenzame positie zal innemen.
De zes organisaties zelf hebben inmiddels de staat Israel gedaagd om de feiten vrij te geven waarop hun beschuldigingen zijn gebaseerd, opdat ze zich daar eindelijk een keer tegen kunnen verweren, zoals het hoort in een normaal proces. Het antwoord van de staat was – lafhartig – dat dat niet kon omdat de feiten zijn gebaseerd op ”vertrouwelijk inlichtingenwerk” dat op die manier zou worden blootgesteld. Een reden temeer, zou je zeggen, voor echt betrokken donorlanden om gewoon door te gaan met waar ze mee bezig zijn. Want wat zijn beschuldigingen die niet bewezen kunnen worden nu helemaal waard?