De Israelische minister van Defensie Benny Gantz heeft dinsdag in zijn huis in Rosh Ha’Ayin een ontmoeting gehad met de Palestijnse ‘president” Mahmoud Abbas. De ontmoeting vond plaats een week nadat de Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur Jake Sullivan tijdens een bezoek aan Israel er bij zijn gastheren op had aangedrongen meer te doen om de situatie op de Westoever en in Gaza te verbeteren. Gantz bezocht Abbas al eerder een keer eind augustus in Ramallah. Aan het gesprek van 2,5 uur werd deelgenomen door de Israelische ‘Coördinator voor de Regeringsactiviteiten in de Gebieden’, generaal-majoor Ghassan Aliyan, het lid van het Centrale Comité van de Fatah-beweging Hussein al-Sheikh en het hoofd van de Palestijnse veiligheidsdiensten Majed al-Faraj,
Het werd een bijeenkomst die model kon staan voor hoe een kolonisator omgaat met zijn plaatsvervanger aan de kant van de gekoloniseerden. Allereerst werd – volgens een mededeling op Twitter die Gantz later deed uitgaan – het belang onderstreept van het versterken van de ”veiligheidscoördinatie” om terreur tegen te gaan. Veiligheidscoördinatie is het systeem waarbij de Palestijnse geheime diensten inlichtingen aan het Israelische leger doorgeven opdat het kan optreden tegen Palestijnen. Palestijnse critici – en dat zijn er veel – noemen het collaboratie.
Daartegenover stond dat Gantz de de Palestijnse Autoriteit 100 miljoen shekel (28,5 miljoen euro) schonk uit de pot belastingen en accijnzen die de Israelische regering ten behoeve van de PA int. Geld dat dus allang van de PA is. Israel weigert dat echter al een tijdlang over te dragen. De PA houdt namelijk een pensioenstelsel in stand voor slachtoffers van de Israelische bezetting en volgens Israel moedigt dat ”het plegen van moorden” aan. Verder was Gantz bereid 6.000 mensen op de Westoever en 3.500 in Gaza die geen verblijfsvergunningen hebben er alsnog één te geven. En tenslotte wilde hij wel enkele honderden vergunningen afgeven opdat Palestijnse zakenlieden zich makkelijker tussen de Palestijnse gebieden en Israel kunnen bewegen en meer VIP-passen (enkele tientallen) afgeven voor hoge pieten van de Palestijnse Autoriteit.
Tegenover dit gestrooi met pepernoten door de Israelische minister vroeg Abbas van zijn kant volgens Palestijnse bronnen aan Gantz, om de beslissing ongedaan te maken waarbij hij onlangs zes Palestijnse mensenrechten- en andere NGO’s tot ”terroristische bewegingen” liet verklaren. Gantz deed dat echter niet. Ook vroeg Abbas om het geweld van de kolonisten meer te beteugelen. Waarop Gantz antwoordde dat de meeste kolonisten niet voor problemen zorgen, maar dat hij wetgeving zal voorbereiden tegen racistisch geweld.
De bijeenkomst werd van twee kanten bekritiseerd. Diverse ministers van de Israelische regering lieten weten dat het gesprek de stabiliteit binnen de regering niet bevorderde. Ze’ev Elkin, minister van Huisvesting en lid van de Nieuwe Hoop-partij van Gideon Sha’ar, zei dat hij niet iemand bij zich thuis zou hebben uitgenodigd die ”in Den Haag probeert Israelische officieren gevangen te laten zetten inclusief de gastheer zelf”. Ook wees hij erop dat Gantz geen enkele speelruimte heeft om vredesbesprekingen te voeren. Een woordvoerder van de Likud-partij van Netanyahu zei dat Gantz nu de Palestijnen weer ”op de agenda heeft gezet wat gevaarlijk is voor Israel”.
De Palestijnse bewegingen Hamas, Islamitische Jihad en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) leverden alle drie scherpe kritiek op het feit dat Abbas bijeen kwam met de opperbevelhebber van twee van de belangrijkste slachtingen in Gaza, terwijl de kolonisten op de Westoever huishouden als nooit tevoren, er een ongekend aantal huizen wordt gesloopt en er geen ekel uitzicht is onderhandelingen met enige inhoud. Alle Palestijnse persbureaus brandden de meeting af, behalve het persbureau Wafa van de PA zelf, dat niet meer dan een nietszeggende mededeling publiceerde van Hussein al-Sheikh. Je vraagt je af waarom Abbas instemt met zo’n bijeenkomst zonder dat van tevoren vaststaat dat het hem wat substantieels oplevert. Nu oogst hij alleen opnieuw hevige kritiek van de Palestijnse publieke opinie. Opnieuw een bewijs van zijn machteloosheid en incompetentie als Palestijnse leider.