Persoonlijke ontwikkeling tijdens 10 jaar Krapuul

10 jaar geleden verscheen mijn eerste stukje op Krapuul. Het ging over de Finse regering die een Grieks onderpand wilde voor medewerking aan EU-steun voor Griekenland (Europarcours: Finse bommen). Het slechte functioneren van de EU is in de loop der tijd een terugkerend thema geweest. Als de EU nuttig is – zie voor nut Hayek hieronder – waarom loopt de politieke besluitvorming dan niet vlotter en democratischer? Daarover heb ik mezelf sinds lang vragen gesteld. De antwoorden die ik heb gegeven, zullen niet iedereen bekoren maar het gaat om de vragen. Deze vragen kunnen een ieder helpen een eigen mening te vormen of verder te ontwikkelen. Gelukkig heb ik zelf meestal ook een andere kijk op deze en andere zaken dan 10 jaar terug.

Soevereiniteit

Wat in ieder geval niet veranderd is, is de visie op soevereiniteit. In De eurozone: een bar en boze versie van de Poolse Landdag merkte ik op dat de EU-landen vaak even onnozel vasthouden aan hun eigen zelfbeschikking als de landheren in de Sejm (parlement) van het Pools-Litouwse Gemenebest. Waarom zou soevereiniteit eigenlijk belangrijk zijn? Natuurlijk wil je niet als een kolonie door een vreemde mogendheid worden bestuurd. In zo’n geval eis je zelfbeschikking op. Maar als er een overkoepelend parlement bestaat dat diverse belangen afweegt, wat is de meerwaarde van soevereiniteit dan nog? Voor wat betreft de proletariërs schreven Karl Marx en Friedrich Engels in Het Communistisch Manifest al: ‘De arbeiders hebben geen vaderland. Men kan hun niet ontnemen wat zij niet hebben.’ Hoewel deze zinnen weinig aan duidelijkheid te wensen overlaten, zorgde de vraag over soevereiniteit voor een scheuring in de socialistische beweging in 1914. De Duitse SPD stemde voor de idee van het belang van de natie door in het Duitse parlement in te stemmen met oorlogskredieten. Deze voorkeur voor het nationaal belang tekent nog steeds een kernidee van de sociaaldemocratie (Historisch verlies sociaaldemocraten teken des tijds). Ofschoon een plotselinge verwezenlijking van een wereldregering een waanidee zou zijn, is een krampachtig vasthouden aan de natiestaat dat eveneens.

Volk

Een natiestaat veronderstelt de idee van een volk. Hoe stevig is dit idee van een volk? Het concept is door de sterk toenemende globalisering aan erosie onderhevig. Richard Coudenhove-Kalergi schreef in 1925: ‘De huidige rassen en kasten zullen ten gevolge van de toenemende overbrugging van ruimte, tijd en vooroordeel het veld ruimen’ (Ondanks de aristocratische geest van het Kalergi-plan is het toch actueel). Hoewel Kalergi verder niet zoveel wezenlijks te vertellen had, is dit inzicht van verdwijnende volken zeer vooruitziend. Later heb ik in het oog gekregen dat het idee van zelfbeschikkingsrecht van volkeren op dubieuze gronden is gebaseerd. Door de vroegere Amerikaanse president Woodrow Wilson is het grotendeels vormgegeven – ironie: de VS als natiestaat wiens inwoners van overal ter wereld vandaan komen (Omvolking ondergraaft het volkenrecht).

Hayek

Het idee van het belang van soevereine volken blijft nochtans hardnekkig bestaan. Hoezo blijft dat zo? De belangrijkste grondlegger van het neoliberalisme, Friedrich Hayek, begreep het belang van onderling nationale verdeeldheid terwijl economische integratie voort zou schrijden. Hij betoogde (Hayeks natte droom: de huidige EU): ‘Een gemeenschappelijk economisch regime levert enorme schaalvoordelen op. Zo kunnen kapitaal en mensen vrijelijk bewegen tussen de staten van de federatie en ze kunnen worden ingezet op de plekken waar dat op een bepaald moment het meest opportuun is.’ Maar wat hij interstatelijk federalisme in Europa noemde – feitelijk een confederatie – zou beletten dat haar inwoners een gezamenlijk belang zouden formuleren, daarentegen zouden ze steeds het eigen beperkte ‘nationale’ belang willen laten prevaleren. Enerzijds economische integratie en anderzijds nationale belangen vormen derhalve de substantie van het algemeen uitgevente neoliberale gedachtegoed van de EU.

Democratisch socialisme

Onder het kopje soevereiniteit heb ik impliciet aangegeven dat met betrekking tot het neoliberalistische gedachtegoed van de EU van de sociaaldemocratie weinig mag worden verwacht ten aanzien van een betere en meer democratische EU. Sociaal-patriottisme staat bij de sociaaldemocraten centraal. Maar wat is het alternatief? Is socialisme het antwoord? In Socialisme is passé heb ik het idee van centraal geleid socialisme afgewezen. Ik ben niet trots op het stuk. Het was eerder bedoeld als een provocatief artikel teneinde reacties uit te lokken dan een doordachte overweging. Desalniettemin blijft staan dat socialisme als alternatief in het algemeen niet als aantrekkelijk wordt ervaren. Is er toch iets anders mogelijk in plaats van het ongelijkheid vergrotende neoliberale kapitalisme? Ideeën van Rosa Luxemburg inspireren. Socialisme is volgens haar onlosmakelijk verbonden met democratie. Haar socialisme is voorts gebaseerd op internationalisme. In Inspirerende Rosa Luxemburg wilde te veel ineens heb ik aangegeven wat mogelijke stappen zouden kunnen zijn op weg naar een democratisch socialisme dat ideeën uit socialistische theorie en sociaaldemocratie combineert.

Anarchisme

Het anarchisme hoort van oorsprong eveneens tot de socialistische beweging. Hoe zou evenwel een anarchistisch bestuur eruitzien? Anarchie betekent letterlijk: zonder heerser. Hoewel deze idee door tal van anarchisten is genuanceerd, blijft een anarchistisch bestuur vreemd klinken. Juist echter omdat anarchisme eigenlijk geen vast patroon kent, is zijn kritiek vaak baanbrekend. Er bestaat geen verborgen politieke agenda waaraan je je te houden hebt. Dankzij de anarchistische inslag van een groot deel van de redactie van Krapuul kan ik tegen heilige huisjes blijven aanschoppen wat elders ter linkerzijde vast tot een publicatieweigering zou hebben geleid. Ik doel hiermee op klimaatverandering. Na het recent verschenen eerste deel van het zesde Assessment Report (AR6) van het IPCC over de klimaatontwikkeling zijn waarschuwingen en sombere vooruitzichten niet van de lucht. Het klimaat warmt op. Dat is een feit. Maar sinds Blij met een groene Kerst? zijn mijn inzichten ten aanzien van deze materie zo goed als onveranderd. Vooralsnog is een warmer klimaat eerder een zegen dan een bedreiging, zeker voor wat betreft deze eeuw.

  • Uitgelichte afbeelding: PD