De papieren AS houdt per nummer 208, winter 2020, op te bestaan. Nummer 208 is dan ook een afscheidsnummer. Echter, het is niet zomaar een afscheid. Het is een nummer met weemoed, maar ook met plezier gemaakt. Er spreekt de drang naar een nieuw elan uit. Daarom wordt het ook aangeboden onder de titel ‘Dit is het begin’.
Ga met de auteurs terug naar de tijd van hun jeugd (en wellicht ook die van u) om via fijne omwegen weer aan te komen in de tijd van nu waarin de verbazing troef is geworden en onze verbeelding onder voorgeschreven afstand zwaarder dan ooit op de proef wordt gesteld.
Vertel eens, André, we hebben je niet gevraagd omdat we eigenlijk niemand die vertrokken is uit de redactie hebben gevraagd, maar: hoe ben jij tot het anarchisme gekomen? Was dat al in je jeugd, ook?
Wat noem je jeugd, achteraf? Je jonge jaren, is dat ook goed? Ik betrek de vraag maar even op politiek, want ieder mens verzet zich bij voorkeur tegen boven hem of haar gestelde machten. In 1966 begon in een van de koloniale bouwsels in Afrika – Kongo was al eerder gaande – iets wat verdacht veel op genocide leek: jacht op en geweld tegen wat werd genoemd Oost-Nigerianen in het noorden van Nigeria. Die Oost-Nigerianen vluchtten naar wat tenslotte hun land van herkomst was, en toen het er op aankwam of het regime hun veiligheid kon garanderen en hierop geen antwoord kwam, verklaarde dit zich onafhankelijk. Biafra heette het, en de kans om zichzelf daar te beveiligen heeft het nooit gekregen. Ook niet zelf genomen, dat kan ik er bij zeggen, maar laat ik niet in een notedop die geschiedenis gaan oplepelen.
(Terwijl ik dit opschrijf dringt tot mij door dat voorheen Biafra, de naam valt niet meer, nog of weer een actiepunt van jewelste is, als de Nigerdelta, waarbij Shell in beeld is als de boosdoener. Dat was het toen ook. Ik heb het over 1967-70.)
In 1969 voegde ik mij bij het Biafra Actie Comité, ik had er voordien eigenlijk niet aan gedacht dat ik zoiets kon doen. Binnen een jaar was de zaak waarvoor we stonden: erkenning van de republiek en afstand nemen van het genocidale geweld van de door Westminster gewenste quick kill door Nederland, verloren. Het met Groot-Brittannië gedeelde thuisland van het Unilever van de palmolie en de pindakaas en de Shell, het was een illusie achteraf dat we hier iets voor elkaar konden krijgen. Maar men moet altijd blijven trachten, berusting is de dood.
Maar wat is het verband met anarchisme, met wat je vertelt?
Het erge is dat men zich dat nog zal afvragen ook. Eerst even hoe het afliep en hoe hierop in Nederland gereageerd werd – niet door rechts, dat altijd krokodilletranen zal plengen waar het kan, maar door voor links doorgaande coryfeeën. Biafra heette onverslaanbaar maar niet onsterfelijk. Als je een miljoenenbevolking die voortdurend op de vlucht is uithongert houdt het een keer op, en het was in januari 1970 zo ver. Als ik hoe zij reageerden op de ondergang van Biafra weergeef vermoed ik dat ik als boodschapper er van langs krijg. Ik schreef een ingehouden maar blijkbaar trefzeker stuk over die reacties in het laatste Biafra Bulletin en sloot af zonder de linkse racisten te noemen met de woorden van TW uit heel ander verband, over onaangename mensen, die in mijn geheugen geprent zijn: “Let’s forget about them.” Maar dat is nooit gelukt. Het stuk werd overgenomen door Militia Christi, het blad van Kerk en Vrede, wat mij toen verbaasde, nu niet meer. Mooi dat ze een stuk van een blaag van negentien (zo mag ik mezelf toch wel noemen, niet?) de moeite waard vonden.
De keuze voor de stroming binnen links die de staat in zijn geheel afwees was voor mij dus even emotioneel als rationeel. Ik werd abonnee van De Vrije en de rest is geschiedenis die ik hier niet ga vertellen.
Wat betekent anarchisme dan voor jou?
Als je je verdiept in de ideeëngeschiedenis van het anarchisme, die verder teruggaat dan Proudhon, kom je in een tovertuin terecht die tevens samenhangt met actie. Mijn kennismaking met die historie heb ik hier nog kort geleden beschreven. Het is bijna regel dat de gedachte na de daad komt, bij revolutionaire woelingen, maar hoe dan ook is theorie zonder praxis luchtfietserij, en praxis zonder theorie wellicht nog erger. Het is een rijke geschiedenis die reikt van de Stoa via de Bergrede en de Tao, langs allerhande “ketterse” bewegingen tot Winstanley en Blake, in Nederland Stoffel Muller (wie? zoek die maar op, ik heb er genoeg over geschreven vind ik), Krijthe, Domela tot en met De Ligt en verder. Om van buiten Nederland niet te spreken nu. Fascinerend en inspirerend. Overigens weet ik niet of het mij tot anarchist maakt – theoretisch sta ik dichter bij het aparte marxisme van Pannekoek en Gorter en de Frankfurter Schule. Maar de pretentie zich marxist te noemen laad ik niet op me, ook niet “libertair marxist”. Het is trouwens nu een hondenfluit – we staan voor een afgrond naar fascisme waar ik De AS geen rol in de strijd ertegen zie (zag) vervullen. Toen ik dat ter sprake bracht kon ik vertrekken, zoals jullie donders goed weten. En lui aan het woord laten die al aan de andere kant staan, zoals Marli Huijer, dat had best eens gemogen, om bij de actualiteit aan te sluiten. Alleen al dat ik verneem van het einde van het blad in verband met het overlijden van een medewerker zegt al zoveel.
Moedig voorwaarts maar weer.
- Het openingscitaat komt van de site die mijn wederhelft ooit is begonnen voor De AS en die is overgenomen door Thom Holterman. Hieraan is ook de illustratie ontleend.