Amper een derde van de regenwouden nog intact

Een derde van alle regenwouden ter wereld is verdwenen. Van de overblijvende bossen is bijna de helft aangetast. Dat blijkt uit een grootschalige analyse in 73 landen.

Tropische regenwouden zijn de oudste en meest diverse ecosystemen op aarde, maar ze staan ernstig onder druk. Dat blijkt uit onderzoek van de Noorse Rainforest Foundation (NRF), die alle data verzamelde van de 73 landen in de wereld waar tropisch regenwoud voorkomt.

Van de oorspronkelijk circa 14,5 miljoen vierkante kilometer aan tropisch regenwoud blijft amper 36 procent intact. Iets meer dan een derde (34 procent) is helemaal verdwenen, terwijl 30 procent aangetast is.

Tussen 2002 en 2019 ging 571.863 vierkante kilometer verloren. Dat is even groot als Frankrijk. Met name Azië is erg zwaar getroffen. Op Sumatra bijvoorbeeld is amper 9 procent van de wouden nog intact.

Fragmentatie

“Het goede nieuws is dat we een gebied hebben dat nog helemaal intact is ter grootte van de helft van Europa”, zegt Anders Krogh van de NRF. “Maar de resterende tropische regenwouden zijn ofwel ernstig beschadigd of in toenemende mate gefragmenteerd.”

“Mensen hakken deze ooit uitgestrekte en ondoordringbare bossen in steeds kleinere stukjes. Daardoor wordt hun vermogen ondermijnd om koolstof op te slaan, de planeet te koelen, neerslag te produceren en leefgebieden te creëren. De hele wereld is afhankelijk van dat vermogen.”

Wetenschappers vrezen al langer dat de regenwouden steeds dichter bij een kantelpunt komen. Voorbij dat punt verliezen ze hun ecosysteemdiensten en stort het hele bossysteem in. Tekenen daarvan zijn nu al zichtbaar in delen van het Amazonewoud.

“Dit zijn bijzonder gespecialiseerde ecosystemen die we constant en aanhoudend mishandelen door onze bodemloze honger naar land en grondstoffen”, zegt Krogh. “We hopen dat de nakende VN-toppen rond klimaat en biodiversiteit specifieke doelstellingen en maatregelen opleveren om de nog intacte wouden te beschermen.”

Oud probleem

Uit het onderzoek blijkt dat de menselijke aanspraak op het regenwoud al lang voor de industriële revolutie begon, vooral om plaats te maken voor landbouw. Daar kwamen mijnbouw en houtkap bij, en vanaf de negentiende eeuw ook de productie van rubber voor de snel groeiende auto-industrie.

In de twintigste eeuw deed de vraag naar energie de druk nog verder toenemen, onder meer door olieboringen en de bouw van stuwdammen. Vandaag is het vooral de vraag naar grondstoffen als soja, palmolie en vlees die nieuwe ontbossing aanzwengelt, naast hout en mineralen.

“Ontbossing is big business”, zegt Krogh. “Het levert grote winsten op voor een relatief kleine groep multinationale ondernemingen en nationale actoren. Alle betrokken partijen stellen winst en macht boven ons mondiale klimaat en biodiversiteit.”

Niet zonder gevolgen

Krogh wijst erop dat de aanhoudende vernieling van de natuur niet zonder gevolgen blijft, zoals blijkt uit de pandemie. “Massale ontbossing schendt de natuurlijke beschermingsmechanismen van de natuur tegen virussen”, zegt hij. “Hierdoor loopt de hele wereld gevaar door nieuwe ziekteverwekkers die zich van dieren op mensen verspreiden.”

“In de nasleep van covid-19 zou de bescherming van de regenwouden bovenaan de agenda moeten staan van alle beleidsmakers en wereldleiders die zich zorgen maken over het voorkomen van nieuwe pandemieën.”