Rosa Luxemburgs Junius-pamflet na een eeuw nog relevant

150 jaar jaar geleden op 5 maart werd Rosa Luxemburg geboren. Dat is aanleiding voor tal van beschouwingen over haar. Terecht. Na de val van de Muur en de rampzalige ontwikkeling van het neoliberalisme worden haar ideeën in de huidige tijd steeds relevanter. Het benadrukken door haar van de combinatie van internationalisme en democratie is van belang, die geprononceerder is dan bij Karl Marx, wiens ‘dictatuur van het proletariaat’ volledig verkeerd geïnterpreteerd bleek te kunnen worden. In Rosa Luxemburg inspiratiebron voor huidig links heb ik over het falen van haar internationalistische visie en hoe de sociaaldemocratie daarmee omging opgemerkt: ‘Het merendeel van de bevolking kwam nooit verder dan een dagreis van de eigen woonplaats af, behalve dan in WO-I. Die ideeën van haar kwamen te vroeg voor realisatie. De nationalistische sociaaldemocratische idee was kansrijker en vooral succesvol in de eerste decennia na WO-II.’ Luxemburg heeft deze sociaaldemocratische idee echter al sterk bekritiseerd in haar Junius-pamflet uit 1915, geschreven in de gevangenis. Het had als titel: De crisis van de sociaaldemocratie. Interessant is in hoeverre haar kritiek van toen nu nog geldt.

Vaderland

De Duitse sociaaldemocratische partij (SPD) had in augustus 1914 met oorlogskredieten ingestemd. De argumentatie ervoor luidde: ‘De cultuur en de onafhankelijkheid van ons eigen land moeten behoed worden. Daarom maken we waar wat we altijd hebben beloofd: in het uur van gevaar laten we het vaderland niet in de steek.’ Luxemburg reageerde daarop uiterst scherp: ‘Als het standpunt klopt, veroordeelt het daarmee de internationale arbeidersbeweging, niet alleen voor deze oorlog maar voor altijd.’ Even verder schrijft ze dat oorlog voeren simpel en alleen voor de verdediging van het vaderland een oud recept is, het nieuwe is dat de sociaaldemocratische partij eraan meedoet.

Wat betreft de betekenis van het vaderland zonder context erbij te betrekken verwijst ze onder meer naar de houding van de Duitse sociaaldemocratie ten aanzien van Turkije. Het nieuwe regime daar had een steriel en contrarevolutionair karakter maar werd snel erkend door de Duitse sociaaldemocraten. Maar eigenlijk was het een idee van het Pruisisch imperialisme om daar investeringen te doen. Het kwam er zo op neer dat de sociaaldemocratie als handlanger van het Duitse imperialisme fungeerde.

Valse attitudes

Zeker moet het vaderland worden verdedigd tegen autoritarisme, werd als ultiem argument gebruikt voor de positie van de sociaaldemocraten. Tsarisme uit Rusland zou die bedreiging vormen. Maar als je het Russische tsarisme analyseerde, aldus Luxemburg, dan was het geen product meer van Russische omstandigheden maar van Duits en Frans kapitaal dat naar Sint-Petersburg toevloeide. Zonder die steun was het tsarisme al ineengestort. Het vormde met andere woorden geen echte bedreiging meer.

Erger nog dan de het valse tsaristische gevaar was de houding ten aanzien van de klassenstrijd. Die zou opgeschort worden voor de duur van de oorlog ten gunste van het belang van het vaderland. Dat betekende in feite buigen voor een militair bewind.

Natie

Als deze argumenten van de sociaaldemocratie niet deugen, wat is de positie van de natie dan? De natie is volgens Luxemburg in haar tijd slechts een mantel die imperialistische wensen toedekt, het laatste ideologische middel waarmee de massa’s voor hun rol als kanonnenvoer in imperialistische oorlogen gepakt kunnen worden. Als illustratie van de onzinnigheid van de rol van de natie gebruikte ze de positie van Nederland in WO-I. Ze schrijft: ‘Nederlands militarisme, als het gedwongen werd op zichzelf te staan, zou als een notendop gekraakt worden in de draaikolk van de wereldoorlog. Al dan niet gewild zou Nederland lid worden van een multi-statelijke alliantie, dus op deze manier ook drager en werktuig van zuiver imperialistisch tendensen.’

Tegenwoordig is Nederland lid van de NAVO. Eigenlijk volgt dat logisch uit wat Luxemburg toentertijd al opmerkte over de onmogelijkheid überhaupt van nationale defensieve oorlogen.

Wat als…

Luxemburg meent: ‘En als de oorlog verder ging, de verschrikking van de eindeloze massaslachtingen in alle landen duidelijker werd, wat zou er gebeurd zijn als de sociaaldemocraten een andere houding hadden aangenomen? Dan zouden alle eerlijke, progressieve en humane mensen in de massa’s zich om de vlag van de sociaaldemocratie scharen.’ Ze concludeert dat alleen de Engelse, Franse, Duitse, Russische, Italiaanse, dus alle arbeiders samen het leger van uitgebuitenen en tot slaaf gemaakten kunnen leiden.

Een eeuw nadien

Het Junius-pamflet is als het ware heet van de naald geschreven, minder dan een jaar na instemming met de oorlogskredieten door de Duitse sociaaldemocraten. De argumenten hebben vooral betrekking op de oorlog. In vredestijd schijnen ze misschien minder helder maar gelden ze evengoed. Luxemburg zag destijds al de opstelling ten aanzien van het vaderland als kern van wat er fout ging: de natie werd gebruikt als instrument van het imperialisme. Dat is zo gebleven. In Het verlies van Labour bevestigt de marginalisering van de sociaaldemocratie heb ik daarover opgemerkt: ‘Sociaaldemocratie impliceert sociaal-patriottisme. Al sinds meer dan een eeuw, sinds het verraad van de Duitse sociaaldemocraten in 1914 aan het internationalisme, is patriottisme een kernonderdeel van het sociaaldemocratische gedachtegoed.’ Kan dat veranderen? Is sociaaldemocratie nog steeds sociaaldemocratie als een kerngedachte wordt weggehaald? Hoe dan ook, de huidige veronderstelling van de natie als zinnig uitgangspunt voor een linkse politieke opstelling zonder de internationale context erbij te betrekken is gedoemd. Labour onder Corbyn is het laatste in het oog springende slachtoffer ervan.