Al bijna vier maand is er een niets ontziende oorlog aan de gang in Tigray, in het noorden van Ethiopië. De regio is zo goed als afgesloten van de buitenwereld. Informatie haalt maar mondjesmaat de buitenwereld. De weinige berichten en getuigenissen van ter plaatse doen het ergste vrezen.
De Finse minister van Buitenlandse Zaken Pekka Haavisto was zopas namens de Europese Unie op bezoek in Ethiopië en zei tijdens een briefing aan zijn EU-collega’s in Brussel dat de situatie “uit de hand” is gelopen. Volgens de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de EU, Josep Borell, is 80 procent van de 6 miljoen mensen in Tigray onbereikbaar voor humanitaire hulp. Een paar dagen eerder verklaarde de Verenigde Naties (VN) dat “bureaucratische obstakels” en “verschillende gewapende groepen” de hulpverlening erg moeilijk maakten. Zo bezetten Ethiopische regeringstroepen volgens de VN een ziekenhuis in Abi Adi waardoor een half miljoen mensen geen medische zorgen kunnen krijgen in een regio waar het gezondheidszorgsysteem in elkaar is gestuikt als gevolg van plunderingen en beschietingen.
Inzet van conflict: centraal gezag versus regionale autonomie
Het conflict vindt zijn oorsprong in een machtsstrijd over hoe Ethiopië moet bestuurd worden. Na de val van het regime van Mengistu Haile Mariam in 1991, die in naam van het communisme een centralistisch terreurbewind voerde, gooide een coalitie onder leiding van het Volksbevrijdingsfront van Tigray (TPLF) het roer om. Ethiopië kreeg in 1995 een nieuwe grondwet waarin de regionale autonomie verankerd werd in een etnisch federaal systeem. De machtsbalans veranderde in het voordeel van negen regio’s of federale staten die gevormd werden op basis van een etno-linguïstische identiteit. In dat systeem bezat elke regio een eigen grondwet en politieke instellingen. De nieuwe grondwet verleende regio’s zelfs het recht om af te scheiden.
In de prakrijk trokken het TPLF en zijn bondgenoten de macht naar zich toe, kwam het opnieuw tot mensenrechtenschendingen en belandden politieke opposanten achter de tralies. TPLF-leden bezetten sleutelposities in leger en veiligheidsdiensten. Het ongenoegen bij de bevolking nam toe. Nadat de politie hardhandig reageerde op een protestbeweging in 2016 werd de noodtoestand afgekondigd. Na enkele woelige jaren met massaprotesten in de Oromia en Amhara-regio’s (demografische veruit de belangrijkste regio’s) kwam de leiding van de regerende EPRDF-coalitie (het Ethiopisch Revolutionair Democratisch Volksfront met 4 regionale partijen waaronder het TPLF) in handen van Abiy Ahmed Ali. Hij was de eerste van de Oromo – de grootste etnische groep van het land – op die positie.
Toen Abiy aan de macht kwam, lanceerde hij een hervormingsagenda, waarbij duizenden politieke gevangenen werden vrijgelaten. Verbannen politieke leiders kregen toestemming om terug te keren naar Ethiopië. Hij beloofde de mensenrechten te respecteren, onafhankelijke instellingen op te richten, zoals een verkiezingsraad en een onafhankelijke rechterlijke macht, en voerde economische hervormingen door.
Maar eens stevig in het zadel en met groeiende politieke en etnische spanningen bleef er van die politieke agenda niet veel meer over. Zo voerde hij de repressie op tegen de Oromo-beweging, uit dezelfde regio vanwaar Abiy afkomstig is, en liet hij haar leiders arresteren. Etnische spanningen namen toe. Veiligheidsdiensten gingen driest te werk tijdens contra-guerrilla operaties. Het regime werd beschuldigd van tal van mensenrechtenschendingen. Geregeld sloot het de toegang tot het internet af en onderwierp het de media aan restricties.
Premier Abiy versterkt centrale macht
In die periode groeide de onenigheid binnen de EPRDF-coalitie en meer bepaald tussen de leiding van het TPLF en Abiy die voor een groot deel terug te voeren is op tegengestelde visies over de staatsvorm. Abiy koesterde een pan-Ethiopische visie die botste met het etno-nationalisme van de TPLF. De politieke rivaliteit en vervolgens vijandigheid namen toe, zoals een arrestatiebevel tegen de voormalige chef van de intelligentiediensten die ook lid was van het TPLF politbureau en zich had verzet tegen het premierschap van Abiy. Het TPLF beschuldigde Abiy ervan de Tigrese leiding als zondebok te gebruiken voor mensenrechtenschendingen en corruptie. De Tigray-leiding was ook niet te spreken over het optreden van Amhara-groepen die toegangswegen naar Tigray blokkeerden. Amhara-nationalisten eisen al jaren grondgebied in het westen van Tigray op omdat het etnisch aan de Amhara-regio zou toebehoren.
De toenadering met Eritrea, voor dewelke premier Abiy in 2019 de Nobelprijs voor de vrede ontving, vormde een andere bron van spanning die terug te voeren is tot een jarenlange vijandigheid tussen de Eritrese regering van president Isaias Afwerki en de TPLF. Van 1998 tot 2000 vochten Ethiopië en Eritrea, dat een lange grens deelt met de Tigray-regio, een oorlog uit over economische en territoriale geschillen. De TPLF-leiding zag het vredesakkoord tussen beide landen als een alliantie tegen het TPLF. De Tigrese president was dan ook de opvallende afwezige in de delegatie tijdens de ondertekening van het vredesakkoord in Asmara (2018), de hoofdstad van Eritrea.
De beslissing van premier Abiy, eind 2019, om acht regerende regionale partijen te verenigen in een unitaire Welvaartspartij zetten de relaties met het TPLF verder onder druk. Het TPLF weigerde toe te treden omdat de partij vreesde voor de verzwakking van haar autonomie, maar het betekende wel dat Tigray niet langer vertegenwoordigd was in de centrale regering. Het TPLF kwam zo op de oppositiebanken terecht.
De spreekwoordelijke druppel was de federale beslissing om de verkiezingen voorzien voor het voorjaar 2020 uit te stellen omwille van COVID-19. Het TPLF zag daarin een provocatie en stelde dat het uitstel ongrondwettelijk was. Tigray reageerde met eigen verkiezingen op 9 september 2020 die gewonnen werden door het TPLF dat de steun kreeg van 98 procent van 2,6 miljoen kiezers.
Oorlog
Daarmee was het hek van de dam en kwam het tot een wederzijds opbod. Het Ethiopische federaal parlement verklaarde op zijn beurt dat de Tigrese verkiezingen ongrondwettelijk waren, waarop Tigray reageerde door te stellen dat de termijn van de regering van Abiy begin oktober was verstreken en niet langer over enige legitimiteit beschikte. De centrale regering kondigde economische sancties af en poogde de leiding van het noordelijk commando van het leger te vervangen.
De Tigrese regering koos voor de vlucht vooruit en nam begin november 2020 de controle over een militaire basis over. Addis Abeba antwoordde met een grootschalig offensief tegen Tigray, het stilleggen van internet- en telefoonverbindingen en het uitroepen van de noodtoestand. Op 28 november 2020, na de verovering van de regionale hoofdstad Mekelle, verklaarde Abiy dat de militaire operaties hun doel hebben bereikt. In werkelijkheid lijkt het TPLF militair verre van verslagen en vinden er nog geregeld militaire confrontaties plaats.
De centrale autoriteiten hebben ondertussen tal van Tigray-officieren gearresteerd. Het lijkt erop dat de maatregelen niet alleen het TPLF treffen. Heel wat bankrekeningen in Tigray zouden zijn geblokkeerd. Tigreërs werkzaam in ambassades zijn gevraagd niet meer te komen werken. In Addis Abeba is de politie binnengevallen in honderden woningen van Tigreërs. Ook zijn de activa van 34 Tigrese bedrijven bevroren.
Humanitaire ramp
Omdat journalisten en hulporganisaties worden geweerd, ontbreekt een duidelijk beeld van de situatie. Verschillende bronnen beschikken over voldoende informatie die een dramatische situatie schetsen. 4,5 miljoen mensen of 80 procent van de Tigrese bevolking, heeft geen toegang tot voedsel- en andere noodhulp. De Ethiopische regering wil zelf instaan voor de voedselbedeling en maakt het moeilijk voor internationale hulporganisaties om op te treden. De VN dringt nochtans aan op een volledige en vrije toegang voor hulpgoederen en -verleners.
Vele honderdduizenden zijn op de vlucht. Er is sprake van 2,2 miljoen interne vluchtelingen. Enkele tienduizenden zochten hun toevlucht in buurland Soedan. Er zijn berichten van massamoorden door Amhara-milities en Eritrese troepen die Tigray zijn binnengevallen. Hoewel de Ethiopische en Eritrese regering de aanwezigheid ervan ontkennen wordt dat tegengesproken door tal van getuigenissen en westerse diplomatieke bronnen. Zowel de VS als de EU vragen de terugtrekking van de Eritrese troepen.
Hoe moet het verder?
Op het hoogtepunt van het conflict weigerde de regering om te onderhandelen tot de orde weer is hersteld. Na het uitroepen van de overwinning begon het hoge TPLF-leden te arresteren. Midden februari stelde het TPLF verschillende voorwaarden voor het opstarten van onderhandelingen. Een van die voorwaarden is de eis dat de federale en Eritrese troepen en milities zich uit Tigray terugtrekken. Het vraagt ook de ontbinding van de door het centrale gezag ingestelde interimregering en de erkenning van het resultaat van de Tigrese verkiezingen van september 2020.
Het TPLF wil daarenboven dat er een onderzoek wordt opgestart naar oorlogsmisdaden, dat journalisten en internationale hulporganisaties ongehinderd toegang krijgen tot de regio en de gevangenen worden vrijgelaten. Vooralsnog heeft de federale regering daar niet op gereageerd. Maar als er niet gauw onderhandelingen worden opgestart dreigt een nog grotere humanitaire ramp en kan het geweld uitbreiding nemen naar de rest van het land en zelfs de Hoorn van Afrika.
- door Ludo De Brabander, oorspronkelijk verschenen bij De Wereld Morgen
- Uitgelichte afbeelding: Foto: Xevi V, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0