Vijftien opeenvolgende zondagen al stromen de straten van Minsk, de hoofdstad van Belarus, vol met grote aantallen buitengewoon moedige demonstranten. Deze mensen protesteren nog steeds tegen dictator Loekasjenko, die in augustus met frauduleuze verkiezingen zijn presidentschap verlengde. De avond van de dag dat dit electorale bedrog duidelijk werd, stroomden mensen al de straat op, meteen achtervolgd en aangevallen door enorme aantallen oproerpolitie en dergelijke. Sindsdien is het revolutie in de straten van Belarus.
Drie avonden en nachten na die verkiezingsfarce woedde er meteen een soort van opstand. Bij de onderdrukking ervan arresteerden autoriteiten in de eerste week al ettelijke duizenden mensen. Al snel bleek dat de politie velen van hen had afgetuigd, mishandeld, gemarteld. Op 14 augustus bleek de sfeer veranderd. Arrestanten werden vrijgelaten, een minister maakte een soort van excuus.(1) Overdag begonnen een reeks indrukwekkende protesten, waarin vrouwen een heel prominente rol vormden. Sindsdien zijn ketens van solidariteit, mensen die in lange rijen naast elkaar staan, veelal met de witte vlag van Belarus als protestsymbool een steeds weer opduikende vorm van protest. In fabrieken begonnen protesten, die hier en daar de vorm kregen van werkonderbrekingen, stakingen.(2)
Op zondag 16 augustus vond vervolgens de eerste van de nu al vijftien zondagen aanhoudende reeks massademonstraties plaats. Pakweg 100.000 mensen protesteerden in Minsk tegen het regime van Loekasjenko.(3) De dag erop werd de dictator zelfs uitgejouwd toen hij een flinke groep arbeiders probeerde toe te spreken.(4) Stakingen grepen enige tijd om zich heen. Maar de dictator viel helaas niet. Het repressieapparaat gaf enige tijd wat ruimte, kennelijk in de hoop dat de protesten geleidelijk wel weg zouden ebben. Toen demonstranten terugkeerden, in grote aantallen elke zondag, in kleinere aantallen doordeweeks, voerden veiligheidsdiensten en oproerpolitie de onderdrukking gaandeweg weer op. Stakers werden ontslagen, wat een algemene staking had zullen worden, kwam tweemaal niet echt van de grond. Het bewind ziet er niet uit alsof het op elk moment kan vallen. De protestbeweging ziet er echter helemaal niet uit alsof die elk moment de moed zal opgeven en het verzet zal opgeven. Er is een soort impasse, terwijl er tegelijk van alles beweegt.
Wat er vooral dus beweegt, zijn boze mensen! Die boosheid heeft reden.(5) Loekasjenko is via verkiezingen in 1994, enkele jaren nadat Belarus onafhankelijk werd, aan de macht gekomen. Dat deed hij met praatjes tegen corruptie en dergelijke. Toen hij eenmaal in het zadel zat, voerde hij een steeds repressiever bewind. Politieke opponenten verdwenen in de cel, of zelfs uit het leven zelf. Protesten ontmoetten politiegeweld. Verkiezingen verliepen frauduleus en werden natuurlijk steeds door Loekasjenko ‘gewonnen’.
Jonge mensen, jongeren met universitaire opleiding, intellectuelen en op het Westen gerichte kleine ondernemers vormden aanvankelijk de sociale basis van het verzet. Dat verzet was dan ook liberaal gekleurd, met neoliberale economische plannen. Loekasjenko betuigde zich een bondgenoot van Ruslands sterke man Poetin, opponenten stimuleerden juist een Belarussisch nationalisme met anti-Russische ondertonen. De oppositie kwam met deze liberaal-nationalistische cocktail niet ver. Veel arbeiders, en oudere mensen in het algemeen, zullen de onvrijheid van Loekasjenko misschien niet leuk hebben gevonden. Maar ze stelden de economische zekerheid die het bewind aanvankelijk bood, wel op prijs. In Belarus werden de staatsbedrijven niet geprivatiseerd en ontmanteld, en bleef er een mate van bestaanszekerheid bestaan waar arbeiders in het nabije Polen, Oekraïne en Rusland slechts van konden dromen. Er was een soort onuitgesproken deal tussen regime en bevolking. Het regime zei als het ware: jullie bemoeien je niet met ons, dan hebben jullie verder een redelijk zeker bestaan. De bevolking zei als het ware: wij houden ons gedeisd, maar dan zorgen jullie dat er voor ons wordt gezorgd. Zolang het regime de bestaanszekerheid niet acuut bedreigde, kon het bewind dan ook doorgaan met heersen en onderdrukken. Kleine groepen protesteerden en werden relatief makkelijk neergeslagen. Grotere groepen mopperden, maar lieten het daarbij. Het bewind was naargeestig, maar oogde stabiel.
Gaandeweg veranderde dit. Al geruime tijd geleden zijn bijvoorbeeld in Wit-Rusland vrijwel alle arbeidscontracten, juist ook in die dominante staatssector, omgezet van vaste contracten in tijdelijke contracten. Een flinke aanval op de bestaanszekerheid dus. In 2017 probeerde het bewind een belasting op ‘parasitisme’ door te voeren, feitelijk een boete voor werkloosheid. Dat lokte al flinke protesten uit. Intussen werden de verstandhoudingen tussen Rusland en Belarus moeizamer. Rusland wilde Belarus deel doen uitmaken van een steeds nauwer staatkundig verband. Loekasjenko wilde iets van onafhankelijkheid waarborgen. Het getouwtrek leidde ertoe dat Rusland stopte met klakkeloos leveren van goedkope energie. Dat leidde in Belarus tot economische tegenslag. Weer een knauw in die bestaanszekerheid waarop het regime leunde.
Vervolgens kwam corona in het land. Loekasjenko nam het virus niet serieus en raadde sauna en wodka aan als remedie. Mensen ontdekten dat de overheid letterlijk hun bestaan niet waarborgde, en begonnen allerlei initiatieven van gezamenlijke zelfredzaamheid op touw te zetten. Een regering die letterlijk haar bevolking laat doodgaan zonder er veel aan te doen, zo’n regering verliest al snel legitimiteit. Toen in de zomer de aanloop naar de presidentsverkiezingen gaande waren, bleek dat oppositie nu omvangrijke steun op straat bracht. Die oppositie werd geleid door een drietal vrouwen,(6) waarvan er een presidentskandidaat was geworden nadat haar man en anderen uit de race waren gewerkt door het regime. Zij verwierf in korte tijd een grote aanhang.
De oppositie vermeed deze keer haar nadrukkelijke gescherm met neoliberale recepten. Ook sloeg ze geen anti-Russische toon aan, zoals eerder. Dit maakte het verwerven van steun makkelijker. Van de bestaanszekerheid waar Loekasjenko zijn macht mee onderbouwde, was intussen weinig over. Hoeveel mensen op hem stemden op 9 augustus, en hoeveel op oppositiekandidaat Svetlana Tichanovskaya, weten we niet. Dat de enorme overwinning die Loekasjenko claimde, een verzinsel van Trumpiaanse proporties was, werd echter door weinigen betwijfeld. Dezelfde avond was de opstand een feit, een opstand die uitgroeide tot een soort van revolutie. Week na week laat die revolutie zich zien met een zondags massaprotest. Dag na dag zijn er kleinere acties. Dat gaat dus door tot en met de dag van vandaag, en het wekt niet de indruk dat de mensen die aan de opstand deelnemen, echt van ophouden weten.
Opvallend in de protesten zijn een aantal dingen. Om te beginnen de totale onverschrokkenheid van mensen. Dat betreft dus geen actievoerders ‘van nature’, het zijn doodgewoon buurtbewoners, arbeiders en anderen, met opvallend vaak vrouwen vooraan. Jonge mensen, oudere mensen, gepensioneerde mensen, mensen met een beperking. Tegenover een overmacht van veiligheidstroepen die slaan, stompen, mensen busjes in sleuren en aftuigen, mensen soms urenlang tegen een muur laten staan, mensen met traangas en waterkanon en rubberkogels en stun grenades bestoken, mensen in enkele gevallen doodslaan.
Een herdenking voor een doodgeslagen jongeman, Roman Bondarenko werd op 15 november door de oproerpolitie omsingeld, de herdenkende menigte aangehouden (7) en in bussen afgevoerd. De dagen erop doken er doodleuk nieuwe, kleinere herdenkingsplekken op. Mensen vechten ongewapend, maar vechten zeer nadrukkelijk wel. Herhaaldelijk gebeurt het dat politie iemand in een busje probeert te sleuren, en dat tientallen omstanders de agenten aanvallen en de arrestant weten te bevrijden. Kleinere groepjes agenten worden soms door grotere groepen demonstranten verdreven. De lompe agressie die de oproerpolitie ten toon spreidt creëert angst en woede, maar vooral die onverschrokken woede overheerst.
Opvallend ook hoe decentraal de acties veelal worden georganiseerd. Ja, er zit een oppositieleiding, voornamelijk in het buitenland. Maar de echte organisatie gebeurt door mensen zelf, decentraal, wijdvertakt, vaak met de app Telegram. Ongrijpbaar. De politie verdrijft een menigte hier, mensen duiken verderop in de stad weer op, vormen een nieuwe menigte en demonstreren verder. Het lukt de oproerpolitie om zeer veel mensen op te pakken en af te tuigen. Het lukt de oproerpolitie niet om de mensen te ontmoedigen om te protesteren. En het lukt de oproerpolitie ook niet om te voorkomen dat mensen toch weer de straat opgaan, elkaar vinden en het protest voortzetten. Hulde aan deze dappere, onvermoeibare en inventieve mensen en hun strijd voor vrijheid en rechtvaardigheid!
Afgelopen zondag was er niet, zoals inmiddels gebruikelijk, een enkele enorme optocht. De demonstraties waren juist decentraal opgezet, vanuit de wijken. Dat maakte het ondoenlijk voor de politie om de protesten te smoren: ze konden niet overal tegelijk zijn. Die decentrale aanpak van de acties op deze schaal ‘is mogelijk omdat mensen in de afgelopen maanden kans zagen om plaatselijke gemeenschappen te bouwen’, hetgeen de autoriteiten overigens uit alle macht tegenwerkten. Dat zegt Hanna Liubakova,(8) een pro-Westerse, aan de Atlantische Commissie gelieerde commentator, en die Atlantische Commissie is een soort aan de NAVO verbonden denktank/voorlichtingsinstituut. Ze is daarmee niet iemand die een radicaal, links, anarchistisch perspectief gauw zal omarmen. Maar ze zit bovenop de ontwikkelingen ter plekke, en de conclusie die ze trekt – decentraal actievoeren werkt! – is er een die anarchisten ogenblikkelijk als juist en ter zake zullen herkennen.
Over anarchisten gesproken: die maken een nadrukkelijk en zichtbaar deel uit van de protestbeweging. Anarchistische organisatie is in Belarus iets wat al vele jaren bestaat,(9) en waarvan ook buiten anarchistische kring wordt erkend dat het in sociale strijd een serieuze rol speelt.(10) De anarchistische groepering Pramen volgt de strijd en geeft keer op keer haar analyse. Ook hebben de kameraden van die groep een eigen programma naar voren gebracht,(11) een reeks onmiddellijke eisen die niet de volledige doelstellingen van het anarchisme presenteren, maar wel een grondige opruiming van de dictatoriale structuren in Belarus bepleiten als stap die samen met niet-anarchisten gezet zou kunnen worden.
Ook anarchisten buiten Belarus volgen de strijd in dat land met grote aandacht. En met hele goede reden. De opstand wordt gedragen door de meest uiteenlopende mensen met zeer diverse standpunten. Verder dan ‘die dictator moet weg!’ gaat het nauwelijks. Maar in die strijd hanteren mensen, daartoe door omstandigheden van repressie aangezet, actie- en organisatievormen die een sterke anarchistisch karakter hebben. De opstand in Belarus is relevant voor anarchisten omdat het een authentieke vrijheidsstrijd is. Anarchisme is relevant voor die opstand, omdat in het anarchisme methoden en inzichten te vinden zijn waar die opstand haar voordeel mee kan doen om dichter bij haar – en ons! – doel te komen: vrijheid.
Noten:
1 ‘Belarus releases protesters before EU discussions on sanctions’, Aljazeera, 14 augustus
5 ‘How did the Belarussians come to rebellion against the dictatorship’, Pramen, 11 augustus 2020
6 ‘Drie vrouwen staan op tegen president Loekasjenko’, Raam Op Rusland, 20 juli 2020
8 Hanna Liubakova, Twitter, 22 november 2020
9 Zie bijvoorbeeld Pauliuk Kanavalchyk, ‘Anarchist movement in Belarus, 1992-2002’, 10 september 2020, op pramen.io, ook te vinden via The Anarchist Library, 20 september 2020
Ook verschenen bij: PeterStormt