25 april 1974 werd Portugal en daarmee de wereld wakker met het nieuws van een militaire staatsgreep – een die een einde maakte aan ruim veertig jaar fascisme *). Er viel ook geen rechts autoritair regime te installeren met geweld, zoals nog maar pas in Chili was gebeurd. Het regime week en bezweek onder de belegering van de kapiteins van april, zoals ze al spoedig gingen heten.
De staatsgreep was een feest. Ondanks de oproep niet de straat op te gaan vulden die zich met mensen die de bevrijding vierden. De anjer in het geweer van de soldaat werd het symbool van de staatsgreep en de Nederlandse bloementeelt voer er wel bij: de anjers waren niet aan te slepen.
Staatsgreep, ja, niet revolutie, ook al wordt die dag in de media-openbaarheid zo aangeduid. De revolutie volgde: de ontketening van de arbeidersbeweging die tot die dag de knoet van het regime had gevoeld. Stakingen. Op de vlucht jagen van aan het regime verbonden bazen. Ter onderstreping van beide bezetting van bedrijven. Instellen van zelfbeheer. Arbeiderscontrole.
Dat revolutie een proces is werd door de gebeurtenissen onderstreept – zo heet(te) het ook, eerder dan revolutie: O processo, Het proces. De linkse partijen die bovengronds kwamen konden het eigenlijk niet bijbenen, al trachtten ze soms de inhoud van de acties te bepalen.
Het proces werd versneld door verschuivingen in de macht van het staatsapparaat:
- 28 september 1974 vermeende mobilisatie van de “zwijgende meerderheid” tegen “het communisme”, wordt tegengehouden door de mobilisatie van links en het optreden van de linkervleugel van de strijdkrachten. De eerste post-25-april-president Spínola treedt af.
- 11 maart 1975 is er een echte poging tot staatsgreep van rechts, door de spinolistische vleugel van de strijdmacht. Het leidt tot instelling van de Raad van de Revolutie van de Beweging van de Strijdkrachten (Portugese afkortingen: CR resp. MFA). Deze ontwikkeling was wat de Media Elders haalde en de Raad werd consequent Revolutionaire Raad genoemd ter agitatie. En het wat schokkende maar onthullende démasqué van bijvoorbeeld de keurige AVRO waar men zat te briesen op “de communistische generaals in Lissabon”.
- De Hete Zomer, waarin de kerk ophitst tegen de communistische partij. Partijkantoren worden in brand gestoken. Op het einde van de hete zomer komt de scheuring in het leger, waarbij soldaten niet meer trouw aan de NAVO zwoeren maar aan de strijdende arbeidersklasse (“wij zijn arbeiders in uniform”, Soldados Unidos Venecerão, Soldaten zullen verenigd winnen). Deze situatie van double pouvoir loopt uit op een complete staking van de voorlopige regering.
- Als een klein deel van het leger op 25 november 1975 een staatsgreep pleegt is “links” eigenlijk als het ware verdoofd en machteloos – de linkerzijde van het leger is veel groter maar neemt niet de wapens op tegen de rechtse collega’s. Een burgeroorlog staat niet op het programma.
- De rechtse staatsgreep is ook niet iets Pinochet- of Griekse-kolonels-achtig. Het Proces gaat door, op een zacht pitje, geïnstitutionaliseerd door middel van een grondwet die verklaart dat Portugal koerst naar “het socialisme”. Iets wat dezer dagen een beetje doorklinkt in het keynesiaanse beleid van de huidige regering.
Maar de politieke verwikkelingen in Lissabon en Braga (hoofdzetel van het episcopaat) zijn de Revolutie niet. Meer hierover morgen.
*) Meteen even genuanceerd doen: fascisme is in dit geval een agitatorisch substantief. Het regime was gebaseerd op katholiek integralisme en een meer dan autoritair hand-op-de-knip-houden. Het corporatisme was verwant aan het Italiaanse, maar het ideologisch uitgangspunt was anders: in Portugal, evenals in Spanje, stond de kerk in het land achter het regime. Dat was in Duitsland en Italië niet zo, of men kan ook zeggen: het regime stond niet achter de kerk.
– Uitgelichte afbeelding: Por Henrique Matos – Fotografia própria, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5159754