‘Brexit betekent Brexit.’ Onder de vlag van deze cryptische slogan onderhandelde de Britse premier Theresa May met de EU. Niemand wist wat de leus concreet inhield. In onderhandelingen is het niet verstandig om je kaarten open op tafel te leggen maar May’s aanpak was te vaag en dat werkte contraproductief. Haar onderhandelingsresultaat is inmiddels driemaal verworpen door het Lagerhuis. Ondanks nogmaals een verlenging van het Brexit-proces, ditmaal tot 31 oktober, ligt alsnog instemming met haar deal ver weg gezien de huidige politieke samenstelling van het Lagerhuis.
Het nog mogelijke Brexit-alternatief komt neer op acceptatie van Labours plan voor een douane-unie. Dit houdt in dat de belangrijke dienstensector van het VK niet onbelemmerd toegang heeft tot de grote EU-markt, dat een deel van de EU-regels nog steeds zullen gelden, maar dat vrij verkeer van personen gelimiteerd is. Als de douane-unie van Turkije met de EU als vergelijking dient, dan zien we bijvoorbeeld dat Duitsers, Fransen en Italianen zonder visum 90 dagen in Turkije kunnen verblijven, maar dat Nederlanders en Belgen sowieso een visum nodig hebben. Dat wil zeggen dat het VK met verschillende landen bilaterale afspraken over visumplichten kan maken. De beperking van toegang tot het VK was een van de belangrijkste motieven voor een Brexit-stem.
Wat valt er te zeggen over een Labour-Brexit? May lijkt geswitcht van ‘no deal is better than a bad deal’ naar ‘any deal is better than no deal’. Maar instemming met het voorstel van Labour staat voor een politieke afgang van May. Het zou de Tories splijten. De hard brexiteers vinden May’s deal al te toegeeflijk voor de EU, laat staan de nog veel slappere douane-unie. Als het sluiten van de deal met Labour traag verloopt, niet voor 22 mei, vinden er nog Europese verkiezingen plaats. Ongetwijfeld draait de verkiezing voor het Europees Parlement zo goed als zeker uit op een quasi-referendum over Brexit. Dit is een kans voor Labour op een goed resultaat zonder dat ze daarvoor haar dubbelzinnige houding ten aanzien van Brexit hoeft op te geven. Het cadeau van Europese verkiezingen zal Labour zich niet aan de neus voorbij laten gaan. Een Labour-Brexit kan desnoods nog na de verkiezingen worden gerealiseerd.
Voor links zou een Labour-Brexit een goede zaak zijn. Ofschoon Jeremy Corbyn niet mag verwachten dat hij in een eventueel premierschap links beleid kan verwezenlijken. De Franse presidenten François Mitterrand en François Hollande faalden daarin, evenals het Griekse duo Alexis Tsipras en Yanis Varoufakis. De tegenstand van de neoliberale EU zal te groot blijken. Maar als Corbyn faalt, zal het weer een stap zijn op weg naar links2.0, dat niet meer nationaal denkt maar over grenzen heen. De tot dusver schuchtere poging van Yanis Varoufakis met DiEM25 om te komen tot een geïntegreerd Europees politiek programma kan dan groeien.
De kans op een Labour-Brexit lijkt minder groot dan op een uiteindelijk afstel van Brexit, na waarschijnlijk een tweede referendum. Het wordt moeilijk voor May om voldoende Conservatieven mee te krijgen in steun aan de ‘vijand’ die Labour voor hen symboliseert. En zoals in Tijd tikt in voordeel EU bij Brexit is beargumenteerd, lijkt een nieuw referendum haar meer kansen te geven. Ook al is de uitslag dan in het voordeel van blijvend EU-lidmaatschap, ze kan dan zeggen dat ze poogde uit te voeren wat het volk vroeg, terwijl ze er op kan wijzen dat ze oorspronkelijk een ‘remainer’ was. Maar soit, wat betreft Theresa May kunnen we in een andere (misschien toch toepasselijke) taal afvragen: was will dieses Weib?