Aan de meisjes zitten en met de mond vol tanden staan. Baudet, de grote intellectueel

Het Leidse universiteitsblad Mare besteedde naar aanleiding van de verkiezingsoverwinning van de Bodeepartij aandacht aan zijn (post-)studentendagen. En ja, net zo min als Wilders heeft Baudet ervaring als zandhaas die het op zijn minst tot korporaal geschopt heeft. De fascistenleiders van nu zijn geen geharde strijders…

Als student in Amsterdam wilde hij graag opvallen en vroeg hij de docent de oren van zijn hoofd. Die docent, mijn oude overbuurman van de studentenflat, Hendrik Kaptein – de wereld lijkt soms klein -, wordt als “vriend” van Baudet ten tonele gevoerd:

De opmerkingen die hij maakte waren meestal superslim. Soms dacht ik zelfs: “Slik, hij ziet iets waar ik niet aan heb gedacht.”’ Vaak dreigde het een tweegesprek te worden. ‘Na een paar waarschuwingen legde ik hem een spreekverbod op. Dat vond hij eigenlijk wel mooi. Hij is zonder enige twijfel een briljante jongen met een enorm brede belangstelling.’

Tom Eijsbouts, hoogleraar Europees constitutioneel recht en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam krijgt bij de promotie van Baudet nogal een andere indruk:

Anders dan Geerten Waling aan de redactie vertelde, beschuldigde ik Baudet niet van het bedrijven van ideologie. Ik citeerde een juridische bepaling en vroeg of hij die kende. Hij kende haar niet.

De bepaling was artikel 4 lid 2 van het EU-verdrag en luidt: ‘De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten … alsmede hun nationale identiteit die besloten ligt in hun politieke en constitutionele basisstructuren…’
Ik vroeg vervolgens hoe hij deze bepaling kon verzoenen met zijn stelling dat de Unie een samenzwering is tegen de nationale staten, met name haar lidstaten. Hij had op die vraag geen antwoord.

Eijsbouts vindt dat de promotie afgeblazen had moeten worden. Maar het ultrarechtse universitaire eilandje van rechtsfilosofie in Leiden oordeelde anders.
Bron.

Onze rijkeluiszoon laat het breed hangen:

Dat soort weekends bestonden niet alleen maar uit het uitwisselen van ideeën en meningen, weet Roelofs. ‘Er werd chic gedineerd met recepten uit de klassieke boreale keuken, een hoop wijn gedronken en aan de meisjes gezeten. Er was ook een celloconcert. Het ging echt op z’n Thierry’s.

Waarbij wij ons mogen afvragen wat deel uitmaakt van de “klassieke boreale keuken”. Het zal wel niet rendiergebraad zijn.

“Een meisje” uit die tijd aan het woord:

Fransijn Bulhof (35) leerde hem ruim tien jaar geleden kennen toen ze bij de Leidse leesclub De Bevers zat en Baudet bij de Amsterdamse leesclub Winfried. ‘Winfried las de zware literatuur, zoals de Koran. Wij lazen de wat lichtere werken, van Lolita van Nabokov tot Kairos van Joke Hermsen. Terwijl wij gewoon afspraken bij iemand thuis, pakte Thierry het altijd heel professioneel aan. Hij huurde een zaaltje af en er was in- en uitloop.’

Af en toe hadden de leesclubs contact met elkaar. ‘Dat wij “De Bevers” heetten vond Thierry blijkbaar zo grappig dat hij me eens een knuffelbever gaf. Van mij mag-ie in de fik. Hij bedoelde het niet aardig: er zit iets pedants in, iets kleinerends.’

Het zou toch zonde zijn als dit alles slechts beperkt bleef tot een universiteitsblad, ook al is het online.