De Soedanese politie heeft gisteren in de hoofdstad Khartoum gericht geschoten op betogers die op weg waren naar het presidentiële paleis.
De betoging verliep vreedzaam, totdat de politie traangas inzette en het vuur opende op de deelnemers. Volgens de organisatoren van de betoging zijn honderden mensen gewond geraakt.
De protesten waren in eerste instantie gericht tegen de verhoging van de voedsel- en brandstofprijzen, maar inmiddels eisen de betogers het aftreden van president Omar al-Bashir. Bashir is al bijna 30 jaar aan de macht en de meeste Soedanezen zijn hem spuugzat. De economie van het land is stuk, met een torenhoge werkloosheid, immer stijgende voedsel- en brandstofprijzen en een inflatie van bijna 70%. Bashir heeft hervormingen toegezegd, maar aan dergelijke toezeggingen hecht niemand nog enige waarde. Bashir heeft in het verleden wel meer beloofd, beloftes die vervolgens stuk voor stuk verbroken werden.
Volgens Bashir worden de protesten georganiseerd door ‘externe krachten’. De naam ‘Soros’ is nog niet gevallen, maar dat zal ongetwijfeld nog komen.
Het is niet eerste keer dat Soedanezen de straat opgaan tegen het regime. Eerdere protesten konden uiteindelijk de kop ingedrukt worden, ook – en misschien vooral – omdat de oppositie hopeloos verdeeld was. Bovendien wordt de belangrijkste oppositiepartij, de Nationale Umma Party (NUP) door veel mensen gewantrouwd omdat ze het in het verleden regelmatig op een akkoordje gooide met Bashir. Mogelijk dat vakbonden en oppositiepartijen dit keer wél in staat zijn gezamenlijk een vuist te vormen en – minimaal net zo belangrijk – in staat zijn een werkbaar alternatief te formuleren. Mocht dát lukken, dan zou het einde van het regime-Bashir wel eens nabij kunnen zijn.
Bron: Al Jazeera
Interessante analyses en achtergrondartikelen over de opstand in Soedan vind je op het onvolprezen blog Africa Is A Country.