Debat over Europese directe belastingen begint te dagen

Thomas Piketty, auteur van Kapitaal in de 21ste eeuw, heeft samen met zes anderen het Manifest voor de democratisering van Europa opgesteld. Collega Wissen heeft er al aandacht aan besteed. De auteurs merken zelf op dat het niet perfect is, maar dat het de verdienste heeft te bestaan. Die opmerking is een open deur. Wat niet zal werken is dat de voorstellen zouden moeten worden behandeld door een in te stellen Europese assemblee. Wie gaat die assemblee installeren? In de huidige EU-constellatie is zo’n idee een onmogelijkheid. Niet voorstelbaar is dat de grootse Europese politieke formatie, de Europese Volkspartij, met als lid onder meer Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orbán (en ook het CDA), met zo’n assemblee zal instemmen.

Een verdienste van het manifest is echter wel dat het de idee van Europese directe belastingen in de spotlights plaatst. Vooral wat betreft internetbedrijven bestaat voor dit plan brede steun onder bevolkingen. Ook een meerderheid van Nederlanders wil Europese belastingen voor internetbedrijven. Dat internetbedrijven zoals Google, Facebook of Netflix geen of nauwelijks belasting betalen is inmiddels algemeen bekend. Dat is te gortig voor zo’n 85 procent. Het probleem met die internetbedrijven is dat ze vanwege de aard van hun producten enorm vrij zijn in hun vestigingskeuze. Zo hebben ze geen uitgebreide infrastructuur aan vastgoed als fabrieken nodig. Ze kienen hun vestigingsplekken, voor een groot deel in belastingparadijzen, zo uit dat de opgelegde belastingen minimaal zijn.

Tegen wil en dank is premier Mark Rutte pleitbezorger van Europese directe belastingen geworden. Hij heeft zijn best gedaan om in Nederland de dividendbelasting af te schaffen. Weliswaar is hem dat niet gelukt, maar zijn argumentatie staat. Hij redeneert dat Nederland – als notoir belastingparadijs in de EU – lagere belastingen voor grote bedrijven moet hebben dan zijn buurlanden anders vertrekken multinationals. De dividendbelasting zou onderdeel zijn van het pakket aan belastingen dat meespeelt in beslissingen over bedrijfsvestigingen. De argumentatie leidt tot een race naar het putje. Ieder land wil grote bedrijven binnen zijn grenzen en zo bieden landen tegen elkaar op in belastingverlagingen.

De manier om deze race naar het putje te stoppen is door Europese directe bedrijfsbelastingen in te voeren. Blijft een bedrijfsvestiging in een belastingparadijs buiten Europa, dan zijn er mogelijkheden genoeg voor de EU om het zo’n bedrijf moeilijk te maken om op de Europese markt te opereren. Wezenlijk bij deze belastingen is de zeggenschap over de heffingen en de bestedingen van de opbrengsten. ‘No taxation without representation’, zoals een bekend, van origine Amerikaans motto tenslotte luidt. Europese directe belastingen vereisen gelijktijdig een democratisering van de EU. Het Europees Parlement is de geëigende instantie om de eindverantwoordelijkheid voor alle politieke beslissingen op Europees niveau te dragen.

Het debat dwingt politieke partijen in de EU ertoe zich over Europese directe belastingen te buigen. Tot nu toe heeft European Spring, het programma van de pan-Europese partij van Yanis Varoufakis, zich voor Europese belastingen uitgesproken.