De sociale fineerlaag van de PVV

Fleur Agema maakt zich werkelijk enorm kwaad over het feit dat 14 ziekenhuizen onvoldoende scoren in een financiële stresstest. Nu wil ze een parlementair onderzoek naar ‘het systeem’.

Laten we even enkele stappen terug nemen en bekijken waar de PVV vandaan komt.

De PVV werd opgericht door Geert Wilders, die op het moment van oprichting 6 jaar kamerlid voor de VVD was geweest, en daarvoor al jarenlang onder Bolkestein voor de VVD had gewerkt. Dat past ook volledig bij hem, een egoïst die vooral helemaal niets sociaals in een samenleving wil hebben, iedereen zoekt het zelf maar uit. In fatsoenlijk Veeveedee’s heet dat “eigen verantwoordelijkheid nemen, eigen broek ophouden en vooral dóórpakken”.

Op zeker moment werd Wilders zelfs voor de VVD te asociaal, met name toen zijn anti-moslimhetze te extreem werd, en ging hij als éénmansfractie verder. Niet dat dat per ongeluk was. Wilders had namelijk gewoon het marktdenken dat hij bij de VVD geleerd had toegepast op de politiek, en had ontdekt dat er een aanzienlijk politiek marktaandeel voor vreemdelingen-/moslimhaat bestond. Aangezien hij bij de VVD niet heel veel verder leek te komen, hij was al een keer buiten de Kamer komen te vallen (dit is niet verrassend; dergelijk onaangename personen komen zelden ver binnen willekeurig welke organisatie dan ook), en voor de rest ook niets nuttigs kon leek dit een goede gok.

De PVV is dus gewoon een partij – nou ja, niet eens dat, het is een fractie met het enkele lid van een eenmansstichting als fractieleider – met een solide, asociale VVD-basis. De PVV stemt dan ook vrijwel altijd met de VVD mee, vooral ook op specifiek sociale punten.

Maar Wilders besefte al gauw dat zijn potentiële electoraat voor een belangrijk deel bestond uit mensen die nu bepaald niet gebaat zouden zijn bij het gemiddelde VVD-beleid. Dus geleidelijk aan begon de VVD SP-taal uit te slaan. Hun stemgedrag hebben ze echter nooit aangepast, dat loopt grotendeels in pas met de VVD.

En dat is precies het straatje waarin Fleur Agema valt. Het gezegde “links lullen, rechts zakken vullen” dat beslist van toepassing is geweest op diverse sociaal-democraten, wordt door PVV-achtigen over de gehele wereld op groteske wijze uitvergroot. Zie ook Donald Trump, de man met compleet in goud uitgevoerde woningen die beweert op te komen voor de ‘blue collar’ arbeider.

Fleur Agema doet hier enorm sociaalvoelend, terwijl ze al jaren lid is van de asociaalste fractie in de Tweede Kamer sinds de NSB, en dat weet ze.

Partijen als de PVV zoeken de macht bij rechts, want die hebben voor een belangrijk deel geen scrupules waar het xenofobie en/of racisme betreft, ondanks hun vrome praatjes. Op links zou het niet lukken. Maar hun electoraat ligt voor een belangrijk deel bij de minder bedeelden, wier sociale belangen toch vooral door links behartigd worden. Ook is het belangrijk die minder bedeelden verdeeld te houden langs etnische/culturele lijnen, om het ontstaan van een te groot machtsblok van die onderklasse te verhinderen. Met name in de Verenigde Staten is dit van begin af ten aanzien van de vele migranten een succesvolle strategie geweest, reden waarom het socialisme daar nooit heel groot is geworden. Zij het dat de vakbonden wel degelijk een grote macht waren gedurende enkele decennia.

Op dit moment lijkt dit tij niet te keren. Wereldwijd trapt men weer in de opruiende extreem-rechtse retoriek. In onder andere de Verenigde Staten, (Oost-)Europa en zeer zorgwekkend nu ook Brazilië. Als wij het dan niet goed kunnen hebben, dan moeten die ‘mensen met immigratie-achtergrond’ het in elk geval slechter hebben dan ik!