De rode draad doorheen de geschiedenis van het racisme is dat het een instrument is van de heersende elite om ieder verzet tegen haar uitbuiting te onderdrukken en te kunnen blijven heersen door te verdelen. Het is belangrijk deze geschiedenis te kennen om de strijd tegen het racisme diepgaander te kunnen aangaan. Want het is geen toeval dat neoliberale machthebbers vandaag in steeds toenemende mate racistische ideeën verspreiden om de aandacht voor de toenemende afbraak van sociale rechten af te leiden. Het racisme en het neoliberalisme hebben namelijk eenzelfde stamvader: het sociaaldarwinisme en haar mensbeeld.
Ten tijde van Charles Darwin (1809-1882) zocht de toen heersende klasse naar een nieuwe rechtvaardiging voor het racisme. In de eeuw van verlichting, wetenschap, techniek en industrialisatie waren de Bijbelse argumenten waarmee eerst de Spanjaarden en Portugezen, en nadien de Hollanders hun kolonisatie en slavenhandel verantwoord hadden niet meer geloofwaardig.
De ideeën van Darwin werden dan door de bourgeoisie misbruikt als pseudowetenschappelijke verantwoording van het racisme. Het was niet meer God die de superieure en inferieure rassen had geschapen. Het kwam door de strijd om het bestaan en de natuurlijke selectie van de sterksten.
Die ideologie werd sociaaldarwinisme genoemd. Dat is een ongelukkige term, want het sociaaldarwinisme is door en door asociaal en Darwin had er zich tegen verzet. De term “spencerisme”, naar Herbert Spencer(1820-1903), de vader van het sociaaldarwinisme, ware correcter geweest.
Herbert Spencer misbruikte sommige ideeën van Charles Darwin. Volgens het sociaal darwinistisch mensbeeld wordt de menselijke natuur gekenmerkt door ‘strijd voor het bestaan’ via ‘het recht van de sterkste’, via wat later ‘zelfzuchtige genen’ werd genoemd en via ‘competitie, agressie en dominantie’.
– Lees verder bij de bron.