Racisme en historische ontkenning uit ministeriële mond

Stef Blok, minister van Buitenlandse Zaken, heeft een reeks uitspraken gedaan waar het racisme van afdruipt. De uitspraken getuigen tegelijk van een opmerkelijk gebrek aan – of minachting van – historische en maatschappelijke kennis. De uitspraken zelf zijn schandalig. De context waarin hij ze deed maakt de zaak nog wranger. En zoals gewoonlijk variëren de reacties van collega-politici van verregaand ontoereikend tot onthutsend medeplichtig.

Blok beweert de volgende onhistorische hatelijke flauwekul. “Noem mij een voorbeeld van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont (…) en waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Ik ken hem niet.” (1) Ik wel. De geschiedenis wemelt van zulke maatschappijen. Grote delen van het Ottomaanse rijk in de zeventiende en achttiende eeuw zijn typerend, bijvoorbeeld op de Balkan maar ook elders in dat rijk. Een deel van de bevolking was na de vestiging van dat rijk overgegaan naar de islam. Dat gebeurde vaak meer uit verwacht maatschappelijk voordeel dan onder dwang. Grote delen van de bevolking waren echter christelijk gebleven, verdeeld over verschillende geloofsrichtingen, vooral orthodox en katholiek. Zij hadden een eigen bestuur en werden goeddeels met rust gelaten. Er waren aanzienlijke joodse gemeenschappen. Er waren flinke aantallen Roma. Mensen spraken uiteenlopende talen. Met name in steden leefden verschillende religieuze en etnische gemeenschappen naast elkaar, en dat ging overwegend – nee, niet uitsluitend – vreedzaam. Verschillende gemeenschappen speelden vaak een specifieke economische rol. Dat onderscheidde ze, maar daardoor hadden mensen uit de ene gemeenschap die bijvoorbeeld vooral akkerbouw bedreef vaak toch ook mensen uit een andere gemeenschap nodig, als die bijvoorbeeld voornamelijk uit ambachtslieden of handelaars bestond. Doorgaans was er geen vermenging van de gemeenschappen, maar wel degelijk interactie, veelal tot wederzijds voordeel. Was deze maatschappij rechtvaardig? Was er gelijkwaardigheid alom? Vrijheid? Nee. Maar dat is de discussie hier ook niet. We hebben het over het vreedzaam samenleven van mensen in multiculturele, multi-etnische context. Daarvan was in het Ottomaanse rijk vaak wel degelijk sprake.

Het Ottomaanse bestuur was tevreden als belastingen werden betaald, mensen de staat gehoorzaamden, soldaten leverden als dat geëist werd en dergelijke. Wat ze geloofden, welke rituelen ze er op na hielden en welke taal ze spraken, zou het gezag verder een zorg zijn. Hier kwam in de negentiende eeuw en later een gewelddadig eind aan. Deels omdat onder één van de bevolkingsgroepen, de Turken, een exclusief, steeds onverdraagzamer nationalisme ging domineren. Deels ook omdat Europese grote mogendheden zich gingen opwerpen als beschermer van christelijke gemeenschappen in het Ottomaanse rijk en zich aldus voorzagen van het ´recht’ om militair in te grijpen. Daardoor voelde dat rijk zich steeds meer gerechtigd om christelijke gemeenschappen als potentiële bedreiging van het rijk te beschouwen en behandelen. Verzet tegen het – niet zozeer cultureel onverdraagzame maar wel degelijk corrupte en autoritaire Ottomaanse bestuur, kreeg hierdoor steeds makkelijker een etnische, nationalistische draai.

Bootvluchtelingen: de uitdrijving van Grieken uit Klein-Azië, 1922

Het rijk werd via een reeks bloedige conflicten ontmanteld, met de Eerste Wereldoorlog als genadeslag. Uit de ruïnes kwamen een reeks monoculturele – of althans monocultureel vormgegeven – staten voort. Griekenland en Turkije bevestigden die dynamiek na de Eerste Wereldoorlog door over en weer honderdduizenden respectievelijk Turkse en Griekse bewoners te verdrijven naar het land waar ze van nu af aan geacht werden bij te horen. Het streven naar één cultuur in één land, niet het samenleven van mensen van verschillende culturele achtergronden, dreef het geweld.

Het was dus niet het multiculturele karakter van het rijk dat geweld in de hand werkte. Het was de combinatie van Turks nationalisme enerzijds en Westerse bevoordeling van christelijke bevolkingsgroepen anderzijds, die de spanningen opdreef, tot etnische zuivering, Balkanoorlogen en de Armeense genocide aan toe. Niet multiculturaliteit maar de systematische aanval erop leidt tot bloedvergieten. Aan nieuwe systematische aanvallen, en daarmee aan geweld, draagt de openlijke monoculturalist Stef Blok met zijn uitspraak bij. De man is met zijn uitspraken een gevaar voor het vreedzaam samenleven van mensen van uiteenlopende achtergronden.

Bovenstaande uitweiding over het Ottomaanse rijk verschaft maar één voorbeeld. Maar het is best onthutsend dat een minister van Buitenlandse Zaken kennelijk geen idee heeft van de multi-etnische geschiedenis in een regio die overduidelijk tot het ‘buitenland’ behoort, een stuk ‘buitenland’ waar Nederland nogal eens mee te maken heeft. Flinke delen van dat vroegere Ottomaanse rijk liggen inmiddels immers binnen lidstaten van de EU (Slovenië, Kroatië) en/of de NAVO (Turkije!). En over de Armeense genocide geven ook Nederlandse politici nogal eens een (hypocriet en ontwijkend) nummertje weg. Je zou dus denken dat de minister, of minstens de ambtenaren op zijn departement, iets van de hierboven beschreven multiculturele dynamiek – feitelijk een multi-etnisch succesverhaal, totdat gewapende voorstanders van monoculturele politiek daar een eind aan maakten – af weten. Of liegt de minister dit succesverhaal welbewust onder de tafel? Misschien is het wel taboe om iets vriendelijks te zegen over verhoudingen in een Ottomaans rijk dat momenteel – ook weer totaal hypocriet – door de Turkse president Erdoğan tot voorbeeld is verheven? Die Erdoğan is natuurlijk zelf, met zijn vijandigheid jegens Koerden en zijn ontkenning van de Armeense genocide, net zo monocultureel geobsedeerd als de nare Nederlandse minister. Op dit punt zijn de Turkse president en de Nederlandse minister geestverwanten.

Er is nog iets eigenaardigs met de uitspraak. Ik citeer nog eens: “Noem mij een voorbeeld van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont…” Kijk eens goed naar die laatste zes woorden. Kennelijk houdt Blok het wel voor mogelijk dat er een “multi-etnische of multiculturele samenleving” bestaat in gebieden waar de “oorspronkelijke bevolking” niet meer woont. Wat wil hij hiermee zeggen? Hij zal zich toch niet, heel per ongeluk, in willen dekken tegen de VS als tegenvoorbeeld van een succesvolle multiculturele samenleving?

In dat land wonen inderdaad mensen van talloze culturele achtergronden, religies, huidskleuren. Veelal vreedzaam, voor zover de racistische politie, de Ku Klux Klan en de ICE – de Amerikaanse razzia- en deportatiedienst die immigranten opsluit en afvoert, al dan niet na kinderen van ouders te scheiden en in kooien te stoppen – en een zekere twitterende politicus in een topfunctie dat niet belemmeren. Maar de “oorspronkelijke bevolking” woont er veelal niet meer, want die is grotendeels verdreven naar door stukken woestijn, voor zover ze niet is uitgeroeid. Of denkt hij aan Australië? Ook een land waar eerst Britse kolonisten – gedeporteerde veroordeelden, Australië begon als strafkolonie – en vervolgens Europese immigranten van uiteenlopende herkomst, een soort multiculturele maatschappij hebben gebouwd op geroofd land en ten koste van de verdreven en deels uitgemoorde oorspronkelijke bewoners? Hoe dan ook, multiculturaliteit kan bij Bos blijkbaar enkel bestaan als als er eerst een paar eeuwen kolonialisme, etnische zuivering en genocide aan vooraf is gegaan. Dat is feitelijk wat Blok beweert. Het is van een zodanige arrogantie dat het te veel eer is om het zelfs maar te gaan weerleggen.

Historische onwetendheid en/of onwaarachtigheid zijn ernstige zaken, maar de ernst ervan gaat verder dan de feitelijke weerlegbaarheid. Blok zegt: vreedzaam multicultureel samenleven zonder voorafgaande etnische zuivering is nooit voorgekomen. Hij zegt daarmee echter impliciet ook: vreedzaam multicultureel samenleven is onmogelijk. Hij wijst de “multiculturele samenleving” af, want daar komt maar geweld van. Hij geeft ook een `verklaring´ voor die onmogelijkheid. “Waarschijnlijk zit er diep in onze genen dat we een overzichtelijke groep willen hebben om mee te jagen of om een dorpje te onderhouden. En dat we niet goed in staat zijn om een binding te ondergaan met onbekende mensen.” Al die gevallen waarin mensen persoonlijke relaties onderhouden met, intensief communiceren met, bevriend raken met, mensen van een heel andere achtergrond dan zijzelf, al die gevallen gebeuren in strijd met onze ´genen´. Jazz is ontstaan in New Orleans, waar zwarte, witte, Engelstalige, Franstalige en Spaanstalige mensen bijeen woonden, maar dat gebeurde dus in strijd met onze ´genen´, als Blok gelijk zou hebben. Genetisch gezien zijn we eigenlijk allemaal vreemdelingenhaters, om niet te zeggen racisten. Zo legitimeert de minister dus het racisme waar hij zelf ook uiting aan geeft.

Kijk ook hoe hij in zijn gekozen voorbeelden redeneert. “Want als je in Benoordenhout woont, is het hartstikke leuk om naar een Turkse bakker te gaan” (hint voor de minister: de meeste mensen gaan naar een bakker, Turks of anderszins, om brood te kopen, niet omdat het ‘hartstikke leuk’ is). “Je hebt ook geen last van een aantal bijeffecten. Maar als je er middenin woont, heb je enorm last.” Die “je” die er “middenin woont”, dat is hier overduidelijk de witte ‘autochtone’ Nederlander. Niet de Nederlander van Turkse afkomst met die bakkerij, niet de mensen van Marokkaanse, Kaapverdiaanse, Somalische, Antilliaanse, Arubaanse of Surinaamse herkomst die er ook wonen.

Het citaat dat ik geef wordt heel kenmerkend voorafgegaan door: “Vandaar dat ik ook zeg: ik begrijp de mensen in Amsterdam-West en de Schilderswijk.” Blok begrijpt de witte ´autochtone´ Nederlanders in genoemde wijken die mopperen over al die andere mensen die ook in die wijken wonen. Als Blok spreekt van `de mensen´, dan zijn die mensen blijkbaar wit, seculier of christelijk, en hebben ze Nederlands als eerste taal. Al die andere mensen, met donkerder huidskleur en andere godsdienstige en/of taalkundige achtergrond, die horen er in het verhaal van Blok niet bij. Zij zijn juist degenen waar “de mensen” – degenen die er echt toe doen bij Blok – dus “enorme last” hebben. Zo heeft Blok Nederland verdeeld in overwegend witte mensen die een probleem hebben, en allerlei andere, veelal niet-witte mensen die een probleem vormen. Dat is racisme, rechtstreeks en nauwelijks verhuld op een manier zoals we inmiddels kennen uit kringen van Forum voor Democratie (FvD) en de PVV.

Het racisme van Blok is des te ernstiger omdat we het niet kunnen afdoen als een pure propagandastunt. Veel van het racisme van de VVD, het gestook tegen vluchtelingen bijvoorbeeld. Is waarschijnlijk ingegeven door de angst dat rechtse kiezers naar de PVV en FvD gaan als de VVD die kiezers niet racistisch naar de mond praat. Het is een partijpolitieke tactiek om overeind te blijven tegenover extreem-rechts door zelf een extreem-rechts profiel aan te nemen. Het is opportunistisch racisme, en dat is smerig.

Maar de uitspraken van Blok zijn niet voor de openbaarheid gemaakt. Ze vonden plaats in een besloten bijeenkomst, en niet in verkiezingstijd bovendien. Het publiek bestond niet uit hele en halve fascisten van PVV- en FvD-signatuur, maar uit “tachtig mensen die werken bij internationale organisaties”, een “publiek” waarvan ons wordt verteld dat het “geschokt geluisterd (heeft)” (2). De minister heeft hier niet makkelijk gescoord vor publiek waar bot racisme er wel in ging. De minister heeft, naar eigen zeggen “deels om te prikkelen” zijn punten gemaakt, en daarbij “illustraties gebruikt die in het publieke debat ongelukkig kunnen overkomen”. Zijn racisme was dus niet primair stemmingmakerij voor een breder publiek. Zijn racisme was een product van hardop nadenken. We mogen dus aannemen dat Blok deze onzin ook echt gelooft. Bos is daarmee niet zomaar een gelegenheidsracist maar echt een ideologisch gemotiveerd haatpoliticus.

Dan nu de kritiek die zijn vergiftige uitspraken her en der heeft losgemaakt. Die schiet veelal te kort, en dat is zacht gezegd. Enkele voorbeelden.(3) VVD-er Ten Broeke: “De minister had deze punten ook kunnen maken met een minder lompe woordkeus.” Ten Broeke doelt daar met name ook op Bloks neerbuigende taal over Suriname als ´failed state´, een beledigende uitspraak die een compleet artikel waard zou zijn. Hoe dat ook zij, voor de VVD-er is niet de inhoud, maar de woordkeus van Blok het probleem. Tegen een portie racisme heeft Ten Broeke zo te lezen geen bezwaar. PvdA-er Ploumen zegt: “Heel veel mensen leven op een prettige manier samen, zonder weg te lopen voor problemen als die zich voordoen.” Daarmee wijst ze op de onzinnigheid van Bloks bewering, maar nog niet op het racisme dat er van af druipt.

Tja, en dan GroenLinks Kamerlid Özdil. Die maakt van multiculturaliteit iets vaderlandslievends, kijk maar: “Van Hugenoten zoals Marot tot Sefardische joden zoals Spinoza tot het internationale onderzoeksteam waarmee Ben Feringa de Nobelprijs won: multi-etniciteit is de kracht van ons land.” Alsof Spinoza in vrijheid zijn geschriften kon maken en verspreiden! In de zeventiende eeuw waarin Spinoza leefde, de zogenaamde Gouden Eeuw, was monoculturaliteit – een protestants godsdienstig getoonzette, alomtegenwoordige monoculturaliteit – de norm. De Gereformeerde Kerken – officieel verbonden met het staatsgezag – zetten de toon. Andere geloofsgemeenschappen – dissidente protestanten, katholieken, joden, werden in de marge getolereerd en mochten blij zijn als ze niet rechtstreeks vervolgd werden. Er was censuur, en gereformeerde dominees vermaanden het gezag keer op keer om die censuur scherp te houden en soms zelfs op te voeren. Multiculturaliteit bestond in de marge, dissidente gemeenschappen stonden permanent onder druk van de hoofdstroom. Het idee van het vanouds multi-etnische en multiculturele Nederland is een sprookje. De monoculturaliteit hielp mee om van de Republiek die efficiënte, winstbeluste koloniale vechtmachine te maken die zij was. Het beetje multiculturaliteit dat er was – ‘verdraagzaamheid’ – mocht er zijn, omdat en voor zover het de heersende orde niet bedreigde en voor de handel en de ontwikkeling van nuttige wetenschap enig nut kon zijn: bouwers en ontwikkelaars van nuttige apparaten vervolgen om godsdienstige reden is economisch onhandig. Maar kerk en staat bewaakten daarbij nauwe grenzen, van gelijkberechtiging was tot na de tijd van de Franse revolutie geen sprake en van deelname van niet-protestanten aan de politieke hoofdstroom evenmin, uitzonderingen daargelaten. Monoculturaliteit, gene multiculturaliteit, was de norm.

Stef Blok staat met zijn racistische monoculturele houding in deze hoofdstroom van de Nederlandse politieke cultuur, die daarmee net zo verwerpelijk is als de opvattingen van de minister. Wie dat racisme wil bestrijden en die monoculturele houding wil ondermijnen – een hoogst noodzakelijke taak! – komt onontkoombaar in botsing met de ruggengraat van die cultuur, de hoofdstroom in de politiek die Nederland domineert. Je kunt vaderlandslievend zijn en de Nederlandse grootheid propageren. Of je kunt antiracist zijn en opkomen voor multiculturaliteit. Allebei tegelijk is, als je enigszins consistent wilt zijn, een onmogelijkheid. Ik kies voor het tweede, en dus tegen die mythische Nederlandse grootsheid. Jij?

Noten:

1 “Minister Blok: ‘Ik ken geen multiculturele samenleving die vreedzaam is’”, Nu.nl, 18 juli 2018 en “Minister Blok: mensen uit verschillende landen leven niet vreedzaam samen”, NOS, 18 juli 2018

2 “Minister Blok: mensen uit verschillende landen leven niet vreedzaam samen”, NOS, 18 juli 2018

3 Kamer vindt migratie-uitspraken Blok ‘onbegrijpelijk’ en ‘dom’”, NOS, 18 juli 2018