De herrie van de aalscholver

Mijn eerste confrontatie met “de Oostvaardersplassen” was een vliegende aalscholver boven het Buiten IJ – ik weet de dag nog: Pinksteren 1982, dus 36 jaar geleden nu. Ik had die vogel nog nooit gezien, maar wist wel dat aalscholvers zich inmiddels in het Oostvaardersplassengebied gevestigd hadden.
Later doken ze zelfs af en toe op in een Amsterdamse gracht, tot voor mijn voordeur aan toe. Maar stadsvogels zullen ze nooit worden. Ze broeden in kolonies.

De kolonie op een eiland in het grote infiltratiemeer in de duinen van Noord-Kennemerland kwam weer later. De vogels vliegen af een aan van zee, in het meer zelf is niet veel te halen.
Ze maken een ongelooflijk kabaal en hun uitwerpselen zijn loeiheet (de hitte is nodig om een vis in het geheel te kunnen verteren) zodat de bomen waarin zij nestelen verdoemd zijn. Hier een proeve van die herrie en de kaalheid van de boom.

Bij wijze van contrast deze evocatieve tocht op een ochtend in mei, waarin ook een kort beeld van een aalscholverkolonie.