Cokegebruikers, laten we erover praten

Toen ik opgroeide in de jaren ’70 waren er overal heroïneverslaafden. Als ik vanuit Amsterdam-Noord met de pont naar het centrum ging, zaten er altijd wel een paar mensen te spuiten of te chinezen. Ze waren overal. Als kind wist je wat een pillenbrug was. En een methadonbus. En ook dat je geen naalden in de bosjes moest aanraken.

Die tijden zijn veranderd. De heroïnegebruiker zie je niet vaak meer in het wild. Het cocaïnegebruik daarentegen is in Amsterdam enorm toegenomen. Uit onderzoek naar drugsresten in het rioolwater blijkt Mokum koploper te zijn wat betreft het gebruik van pretpoeder. De Amsterdammer snuift meer dan een kilo zuivere coke per dag. Heroïne werd met name gebruikt aan de onderkant van de samenleving, door mensen die een slechte jeugd hadden gehad, psychisch niet in orde waren of te gevoelig of te kwetsbaar voor de maatschappij, die verdoofden zich met dope. Dat ligt anders met cocaïne dat vooral een partydrug lijkt te zijn voor de mensen die een druk bestaan hebben en het zich kunnen veroorloven. Heroïne verdooft en neemt de pijn weg, cocaïne maakt juist alert, wakker en blij.

Dr. Gabor Maté, verslavingsdeskundige en traumaspecialist, beschrijft in zijn boeken hoe zijn ervaring tijdens de holocaust hem op het idee hebben gebracht dat aan elke verslaving een trauma ten grondslag ligt. ‘Waar zit de pijn?’ vraagt hij zijn patiënten.

De gemiddelde Amsterdamse cocaïnegebruiker is echter rond de 25, studeert of heeft een baan, is meestal hoogopgeleid en vaak een witte man. Het is vreemd om te beseffen dat juist die groep met op papier de meeste privileges, degenen zijn met kennelijk een hoop verdriet. Het dagelijks leven moet een hel zijn, met al die van te voren uitgestippelde en aangeharkte paden. De weg die maar naar een ding leidt: een goede maar saaie baan, een huis, een gezin met 1,2 kinderen en een bakfiets. Was Amsterdam ooit nog een soort vrijstaat, met ongure maar spannende straatjes, gekraakte panden met obscure feestjes, een stad van paradijsvogels en uitgekakten; het avontuur lag in de stad voor het oprapen, maar inmiddels loopt de jeugd als zombies kijkend op hun beeldscherm, van het ene voorgekauwde dure festival naar het andere.

En daar wil je dan natuurlijk aan ontsnappen.

Dus cokegebruikers van Amsterdam, laten we erover praten. Waar zit bij jou de pijn?

Deze column verscheen eerder in gesproken (en niet geredigeerde) versie in de radiouitzending van Joint politics.

1 gedachte over “Cokegebruikers, laten we erover praten”

  1. Pingback: Voeder mijn ego! | Krapuul

Reacties zijn gesloten.