Waar komt de konik nu weer vandaan?

Je hoort het uit te spreken als Pzjevawski, in het Nederlands rechtdoende letters weergegeven, maar of het in die inmiddels afgebroken traditie van het Groot Dictee ook echt zo wordt uitgesproken?
Maar goed, het prillewipskipaard is niet de wilde variant van de konik die rondgraast als onbezoldigd onderhoudshovenier in menig natuurgebied in Nederland. Onder andere de Oostvaardersplassen. De konik is een poging het Europese wilde paard terug te fokken. En ook deze herintroductie stamt van de gebroeders Heck:

Rond 1930 startten de Duitse gebroeders Heinz en Lutz Heck eveneens met terugfokpogingen, naast overigens een terugfokproject om eigenschappen van de oeros uit diverse huisrunderrassen te verkrijgen, dat het Heckrund is gaan heten. Heinz en Lutz Heck hebben later, mede met het door Vetulai verzamelde genetische materiaal van de Poolse tarpans, door selectie de oorspronkelijke tarpankenmerken zo goed mogelijk proberen terug te fokken. De gebroeders Heck gebruikten daarvoor overigens ook enkele IJslandse pony’s, Zweedse Gotlandpaarden en zelfs het nog in het wild voorkomende niet-Europese wilde paard, het Przewalskipaard (Equus ferus przewalskii). Dit terugfokpaard is konik gaan heten – konik is Pools voor ‘klein paard’ – en benadert het beste het wild paard, de tarpan. Natuurlijk zijn er verschillen met zijn uitgestorven voorouder de tarpan, maar beter dan konik is er niet meer. Op 22 mei 1933 zag zo in München het eerste teruggefokte tarpanpaard het levenslicht. In 1960 bereikten de gebroeders Heck het kennelijk maximaal haalbare van een paard dat voldeed aan de beschrijving zoals men dat voor ogen had.

De laatste “zuivere” tarpan is in 1876 gestorven, de laatste “onzuivere” in 1919 – dus niet lang geleden eigenlijk. De vrije biotoop was vernield en het wilde paard kon makkelijk kruisen met het gekweekte – tenslotte waren het ondersoorten.

Bron.

Zie ook hier.