De parlementsverkiezingen in Hongarije zijn gewonnen door Fidesz, de partij van premier Viktor Orbán. Dat lijkt democratisch. Maar op Orbáns democratie valt het nodige af te dingen. Hij heeft het kiesstelsel zo gewijzigd dat Fidesz met minder dan de helft van de stemmen een twee derde meerderheid bezit. Zo hebben Slowaken, Roemenen, Oekraïners, Serviërs, Kroaten en anderen met een Hongaarse achtergrond het recht gekregen om de Hongaarse nationaliteit te verwerven en aan de Hongaarse stemming mee te doen, ook al hebben ze nooit in hun leven een stap op Hongaarse bodem gezet. Samen vormen die een potentieel van 2,2 miljoen mensen tegenover 9,8 miljoen in Hongarije wonende burgers, of zo’n 18 procent van het totaal. De procedure is vergelijkbaar met Vlamingen die in de Nederlandse verkiezingen zouden kunnen stemmen.
Deze bizarre, ongeziene truc was echter voor Orbán nog niet genoeg. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), die toezicht hield op de verkiezingen, heeft harde woorden gewijd aan het verkiezingsproces: Fidesz domineerde de media; de gebruikte slogans waren intimiderend en xenofoob; de campagnefinanciering was allesbehalve transparant. Van een gelijk speelveld voor verschillende politieke partijen was nooit sprake.
Voor deze electorale zooi heeft Orbán het begrip ‘illiberale democratie’ bedacht. Er zijn verkiezingen, dat is democratisch, maar de keuze dient zoveel mogelijk gestuurd te worden, de illiberale component in zijn politiek. Zolang Orbán met zijn illiberalisme wegkomt in de EU, zal hij ermee doorgaan. Natuurlijk zijn er Europese politici die protesteren tegen deze gang van zaken. Maar vanwege de nog ondemocratischer opzet van de EU staat hun protest zwak.
Orbán is overigens niet afkerig van de EU, hij ontvangt met genoegen de Europese financiële steun. Die loopt in het Europees Parlement via de Europese Volkspartij (EVP), waar zowel Fidesz als het CDA deel van uitmaken. Orbáns vriendschappelijke relatie met Joseph Daul, voorzitter van de EVP, helpt hem Europese sancties te vermijden. Fidesz blijft ondanks interne discussies in de EVP-fractie er deel van uitmaken. Machtige figuren in de EVP, zoals Manfred Weber, fractievoorzitter van de partij in het Europees Parlement, beschouwen hem als het buitenbeentje, maar nochtans familie. Hij kan met die familiaire status ook Vladimir Poetins grootste supporter in de EU zijn, openlijk EU-sancties tegen Rusland bekritiseren en een miljardendeal sluiten over de bouw van een Russische kerncentrale in Hongarije. Kiezers in Nederland kunnen evenwel tijdens de komende Europese verkiezingen in mei volgend jaar een tegenstem laten horen, want een stem op het CDA is mede een stem op Orbán.