Nee, ze sterven niet uit. Ze worden uitgeroeid. Als ze niet gevangen of neergeknald worden bezwijken ze wel aan insecticiden, direct of indirect (door het verdwijnen van hun voedselbron). De grasmus, ortolaan en veldleeuwerik, ooit zeer talrijk, zijn met meer dan dertig procent afgenomen. De graspieper zelfs met zeventig procent.
De situatie wordt rampzalig genoemd. “Onze boerenbuiten wordt een waarachtige woestijn” citeert de Guardian Benoît Fontaine, bioloog verbonden aan het Museum voor Natuurlijke Historie. Ontbossing, het opgeven van de ooit gangbare praktijk van het laten braakliggen van velden en de snel uitbreidende monocultuur van tarwe en maïs spelen naast de pesticiden een belangrijke rol.