Zoon Noai is een paar dagen thuis. Gezellig. Maar als ik uit mijn werk terugkom om 8 uur in de morgen en hij even later de trap afkomt, loopt hij zwijgend langs mij heen.
-Tong verloren?
Hij reageert niet.
Ik hoor hem rommelen in de keuken. Het koffiemachientje gromt.
Als ik de keuken binnenkom draait hij zich om en legt zijn wijsvinger op zijn lippen.
-Mag ik niet praten? Ochtendhumeur? Is er iets? Ziek? Kater?
Hij schudt het hoofd, wijst op mij.
-Heb ik een kater?
Hij schudt weer het hoofd. De lok op zijn voorhoofd zwaait heen en weer. Hij wijst weer op mij, praat geluidloos en knikt.
-Ah, ik mag praten.
Hij knikt hevig.
-En jij?
Hij trekt een pruilmondje en schudt nee.
-Waarom niet?
Hij maakt Christus-aan-t-kruis-bewegingen, de armen gespreid, de handen open, de vingers van elkaar.
-Je verontschuldigt je? Maar je kunt het me toch appen?
Hij zwaait nee.
-Niet spreken, niet appen, mag schrijven wel?
Een knikje.
-Nou gezellig!
Even later ga ik slapen, als ik opsta, laat in de middag, zit hij aan tafel te schrijven. Yoh, wat ouderwets. Met de hand! Dat moet wel een meesterwerk worden, met zoveel leegte in zijn hoofd, zo weinig prikkels die het schrijven onderbreken. Maar als hij opkijkt zie ik ontevredenheid in zijn ogen.
Ik ga ontbijten, in de andere kamer op de bank. Ik wil zijn ‘retraite’ niet in de weg zitten met mijn obligate praatjes over het weer, de poes en de mogelijkheden voor het avondeten, mijn vragen over de noodzakelijkheid van dit zwijgproject, het schrijven met de hand.
Ik zet de tv aan en zie jongens van zijn leeftijd salto’s maken terwijl ze lange latten aan hun schoenen hebben. Gevaar! En ze weten precies waar de camera’s staan.
Dan zit hij plotseling naast me en toont me een papier. Met grote letters heeft hij geschreven: Ik verveel me te pletter, maar soms moet je iets doen om vaste patronen te doorbreken. Niet praten. Geen schermpjes. Moet ik koken?
Nee, hij hoeft niet te koken. Er zijn nog restjes.
Later zitten we aan tafel tegenover elkaar en schrijft hij: Morgen houd ik ermee op.
En ik schrijf terug: Pourquoi? Het was net zo rustig…
En hij schrijft terug: Ik doe dit om er achter te komen waar ik waarde aan hecht. Voorlopig ben ik hedonist, tijd om dat te omarmen.
Even later staan we in de keuken.
Ik zie hem zijn mond openen. Gaat hij nu wat zeggen?
-Het is klaar nu.
Dat zegt hij.
-Dat heb je lang volgehouden!
Daarna kijken we Manchester City – Wigan op de BBC. We lullen door de wedstrijd heen. Hij kijkt blij. Tegen half elf is de wedstrijd nog niet afgelopen en staat het nog steeds 0-0, een onmachtig City, een stuntelend Wigan. Ik verlaat het huis, stap in de auto.
Zwijgen, wat is dat eigenlijk?