Zeventien journalisten van het linkse Turkse dagblad Cumhuriyet moeten vandaag voor de rechtbank verschijnen op beschuldiging van het verlenen van steun aan een terroristische organisatie. Volgens de aanklager is Cumhuriyet overgenomen door het netwerk van de in de VS verblijvende geestelijke Fethullah Gulen. Gulen wordt gezien als het kwade genius achter de mislukte coup van juli 2016.
Sinds de coup staan de vrijheid van meningsuiting en de naleving van de mensenrechten in Turkije flink onder druk. Zo’n 150 media zijn gesloten en 160 journalisten zijn achter de tralies gezet. In totaal zijn tegen de 50.000 mensen zonder vorm van proces gevangen gezet. Tenminste 100.000 mensen zijn ontslagen, vooral ambtenaren, rechters, leraren en politieagenten.
De journalisten van Cumhuriyet worden beschuldigd van een ‘asymmetrische oorlogvoering’ tegen president Erdoğan (lees: ze zijn te kritisch). Ook zou het dagblad zich schuldig maken aan ‘separatistische manipulatie’, wat wel zal verwijzen naar de PKK. Beschuldiging van samenzwering met de PKK behoort inmiddels tot het standaardrepertoire van Turkse aanklagers.
In Duitsland wordt wat gemopperd over het optreden van Erdoğan, maar al teveel moet van de Duitse protesten niet verwacht worden. Europa is volledig van Turkije afhankelijk voor het tegenhouden van Syrische vluchtelingen. Erdoğan heeft Europa in een houdgreep en beide partijen realiseren zich dat.