Vlak na de verkiezingen in Nederland waarbij de Partij van de Arbeid werd gedecimeerd wilde ik wel eens weten wat mogelijk de contouren waren voor de onderhandelingen over het programma van de nieuwe regering, dus ik kocht op 16 maart het Financieel Dagblad, de krant van de mensen die de beslissingen nemen.
Mathijs Bouman legde in een column uit waarover men waarschijnlijk ging onderhandelen en wat het knelpunt is voor de ondernemers die de beslissingen nemen. Er zijn de mogelijkheden van groen-rechts en grijs rechts. Met respectievelijk Groen Links of de CU en 55+. Momenteel onderhandelt men dus over ‘Groen-rechts’. Dat wist Mathijs nog niet. Maar in zijn column liep hij het noodzakelijke ‘hervormingsprogramma’ langs.
Het moet gaan om het op de schop nemen van de arbeidsmarkt (vast minder vast en flexibel anders) en een hervorming van het belastingstelsel. Minder belastingen op arbeid en eventueel een vergroening van de belastingen. Dus meer belasting op vervuilende productie en producten, en middels het belastingstelsel stimuleren dat consumenten zich milieuvriendelijker gaan gedragen.
Groen links zal in ruil voor een vergroening akkoord moeten gaan met flexibilisering en lastenverlichting op arbeid voor het bedrijfsleven. Dit ook in het kader van het belastingstelsel: door bijvoorbeeld verbruik van schaarse grondstoffen en vervuilende productie meer te belasten, kan ‘lastenverlichting’ oftewel verlaging van de loonkosten voor de werkgevers worden gefinancierd.
Maar deze ‘lastenverlichting’ zal ook moeten worden gerealiseerd door verdere bezuinigingen op de sociale zekerheid en de gezondheidszorg, geheel binnen de kaders van de neoliberale denkmodellen. Een derde punt is de hervorming van het pensioenstelsel. Zeg maar het Engelse model, bijvoorbeeld dat iedereen het maar zelf moet regelen. De columnist zag een groot knelpunt. Een knelpunt dat ook Wiegel op 15 maart op de radio naar voren bracht.
De geschiedenis wijst uit, dat sinds de opkomst van het socialisme in de 19e eeuw alle grote liberale hervormingen zijn doorgevoerd met medewerking van wat ‘conservatief- links’ wordt genoemd, de sociaal-democratie als stabiele massa-partij en vakbond van de arbeiders. Deze factor is bij deze verkiezingen weggevallen.
Dit betekent, dat de legitimatiebasis voor het beleid in het maatschappelijk middenveld, zoals de vakbonden, ook dreigt weg te vallen. En de geschiedenis wijst ook uit, dat zonder die legitimatiebasis de hervormingen (lees: lagere loonkosten voor werkgevers en meer marktwerking) niet goed mogelijk zijn. Wiegel sprak voor de radio de ‘oprechte hoop’ uit, dat de Partij van de Arbeid zal herstellen bij volgende verkiezingen. Groen Links dicht men niet toe dat zij de functie van de PvdA kan overnemen.
Lees verder bij de bron van dit artikel, Konfrontatie