“Ik wou echt op Sylvana Simons stemmen toen ze nog bij DENK was, ik was zelfs van plan om al mijn vrienden en familie te overtuigen om hetzelfde te doen. Ik had het meer voor haar dan voor de rest. Alleszins meer dan voor Kuzu en Öztürk, want die zaten tenslotte zo lang bij PvdA, misschien wel te lang om nog vertrouwd te kunnen worden, maar toen Sylvana opstapte, was het over voor mij. Ze had moeten blijven. Nu zitten we met twee etnische partijen”. Mijn tafelgenote sprak die zinnen uit op een geïrriteerde toon net voor ze nog een hap nam uit haar pizza in een restaurant in de buurt van Rotterdam Centraal Station.
Naast me zat een andere vriendin die totaal geen interesse vertoonde in ons gesprek. Ze at haar pizza en bewoog tegelijkertijd haar duim over de Facebook-app op haar smartphone. Aan een tafel vlakbij, zaten twee jongemannen die ons fixeerden met hun ogen. Mijn vrijpostige vriendin was te geconcentreerd op haar maaltijd om hen op te merken, maar ik glimlachte naar hen en ze antwoordden met een knik.
Mijn vriendin is een jonge Nederlandse vrouw van Marokkaanse origine. Ze is modieus, professioneel en ultra-geëmancipeerd. Naast haar job en alleenstaande moeder is ze ook nog activiste voor Palestina en omschrijft ze zich als hooligan-supporter van Feyenoord. Zij is deel van een Nederlandse generatie van jongeren met migratieroots die elk cliché over moslims tegenspreken en die als geen ander de culturele hybriditeit van onze geglobaliseerde wereld vertegenwoordigen.
Samen met vele anderen – en hoewel ze zelf niet religieus is – is ze het beu dat moslims door de politici beschouwd worden als tweederangsburgers en nog meer dat moslims door partijen aan de rechter- en linkerzijde gebruikt worden als boksbal. Mijn andere tafelgenote is een IT-ingenieur en duidelijk ook een internetverslaafde. Zij is eveneens van Marokkaanse origine en iemand die ik al jaren ken, sinds de AEL-periode.
We hadden besloten om elkaar te ontmoeten omdat het al veel te lang geleden was en omdat ik eens wou polsen of zij interesse hadden om lid te worden van de Movement X-afdeling in Nederland. Onze drankjes waren nog altijd niet geleverd hoewel onze pizza’s al half op waren. Dat begon op mijn vrijpostige vriendin haar zenuwen te werken en ze maakte met een zeer streng gezicht een opmerking tegen de ober. “Waarom zo agressief, kan het niet wat meer relaxed?”, vroeg ik. “Agressief? Dat is niet agressief. Wij zijn Nederlanders, weet je. Zo communiceren wij met elkaar. Wij draaien niet om de hete brij zoals jullie Belgen”, antwoordde ze.
Ik lachte en mijn andere vriendin schudde het hoofd en zei: “Zo is ze altijd”. Ik besloot om de vraag van 1 miljoen te stellen. “Je gaat dus niet op DENK stemmen”, vroeg ik nieuwsgierig. Ze schudde meteen haar hoofd. “Nee, dat ga ik niet doen”, antwoordde ze. Onze andere vriendin liet haar smartphone zakken en zei: “Nee?” en de twee mannen aan de tafel in onze buurt keken ontgoocheld en leken iets te willen zeggen. Ik was hen echter te snel af: “Waarom niet?”. “Wel, ik vond hen oké toen ze samen waren. Ik vind het niet oké dat ze apart gaan. Ik zal dus niet op DENK of ART1KEL stemmen. Mijn stem gaat naar een andere partij”.
De twee mannen naast ons leken haar antwoord niet echt op prijs te stellen en op dat moment kreeg ze hen in de gaten. Ze stuurde hen een boze blik alsof ze wou zeggen: “Moei je met je eigen zaken”. Ik was ook niet tevreden met haar antwoord. Veel mensen voelen zich aangesproken door het idee van DENK als een brede politieke partij die een nieuwe politiek vertegenwoordigt, een nieuwe stem van de etnische minderheden en hun bondgenoten in de Nederlandse samenleving. Dat was zeker verfrissend. Met Sylvana er bij was het duidelijk dat DENK geen moslimpartij was, geen Turkse partij en geen partij van boze moslimmannen. Toen ze opstapte werd dat toch het beeld dat veel mensen hadden van DENK en de framing door de media speelde daar in mee.
“Dus nu ga je, laat me raden, GroenLinks stemmen?”, vroeg ik op een ongeïnteresseerde toon. Ze knikte terwijl onze andere vriendin ons een seconde aankeek en haar hoofd verontwaardigd schudde, voor ze zich weer in de virtuele wereld stortte. De mannen aan de andere tafel leken hun interesse verloren te hebben terwijl ik tegenpruttelde. “Die Trudeau-wannabe valt mee, hij is de slechtste niet maar serieus, die partij is net als alle partijen veel etnischer dan DENK en ART1KEL ooit zullen zijn.”
Dat antwoord verraste haar en ze vroeg me om meer uitleg. Ik vertelde dat de echt etnische partijen, niet alleen in Nederland maar in heel Europa, precies de traditionele partijen zijn die gebouwd zijn op witte dominantie en die zich in de eerste plaats richten tot witte kiezers. Etnische politiek is geen diversiteitspolitiek. Het is de monoculturele politiek van de witte Europese hegemonie. In mijn ogen zijn ART1KEL en DENK de enige niet-etnische partijen. Op hun lijsten staat meer diversiteit dan bij alle anderen samen.
Mijn vriendin luisterde geïnteresseerd en leek te begrijpen wat ik wou zeggen. Ik voegde er nog aan toe: “Je hebt toch zelf gezien hoe die Klaver reageerde toen hem gevraagd werd hoe hij tegenover quota voor mensen met migratieroots stond? Hoe hij zei dat hij het niet wist en dat hij er nooit over had nagedacht?”. “Ja, dat zag ik en dat vond ik maar niets”, zei ze. “Maar dat was toch veelzeggend?”, vervolgde ik. “Dat is geen ongelukje, het is typisch en het zegt veel over zijn lijn. Het is zoals Trudeau over Palestina”. Plots schoten haar ogen vol vuur, ze liet haar vork vallen. Onze andere vriendin liet haar telefoon zakken, de twee mannen staarden ons aan en ze zei: “Trudeau over Palestina? Hou me tegen, wat een grap. Ja, natuurlijk is hij een schatje maar…” Terwijl ze sprak, begonnen de twee mannen te giechelen en hielden daar pas mee op toen ze hen diezelfde strenge blik toegooide.
Ze zette haar tirade verder: “Over bijna alles is hij oké, maar als hij aan de kant van de apartheid in Israël staat is hij in mijn ogen een oplichter.’” “Trudeau is helemaal niet zo’n schatje”, zei onze Facebookende vriendin. “Toch schattiger dan Klaver”, antwoordde onze vrijpostige vriendin. Ik kwam tussen om terug te keren naar het onderwerp van ons gesprek. “Rechtvaardigheid en gelijkheid vormen een package deal”. Ze onderbrak me. “Dyab, geen enkele partij is goed op al die punten, geen één heeft het hele pakket. Politiek is een circus, het is populisme. Deze politici zijn performers.”
“Geen enkele partij is perfect”, zei ik, “maar we moeten keuzes maken. Ik wil Kuzu tegenover Wilders zien in het parlement. Ik wil Farid zien opkomen voor de rechten van zijn en jouw ouders”. Ik begon te speechen en dat lokte bijna een applaus uit bij de jongemannen aan de andere tafel die nu zo ver voorover leunden dat het leek alsof ze bij ons aan tafel zaten. Mijn tafelgenote leek nog altijd niet overtuigd. Zij bestelde een koffie na de pizza en ik deed hetzelfde. Toen de cafeïne begon door te dringen, haalde ze haar hand door haar haar. De lokken vielen over haar gezicht en ze blies ze gefrustreerd weg. “Ik zou op Movement X stemmen”, zei ze. “Ik vertrouw jouw lijn volledig. Radicale gelijkheid, no bullshit, spijtig dat het geen politieke partij is.”
De mannen naast ons zagen er verloren uit. Ik kon de vraag in hun ogen lezen: “Movement wat?’”. Onze vriendin ontwaakte uit haar cyberslaap en zei: “Ik ook eigenlijk”. Ik glimlachte, was geflatteerd maar ik wist vooral dat ons gesprek ergens heen zou leiden. Ik nam een laatste slok van mijn koffie, keek naar mijn twee vriendinnen en naar onze buren die zich klaar maakten om het restaurant te verlaten, maar die nog even treuzelden om mijn reactie te horen. Toen zei ik: “Er zijn maar twee partijen die jullie stem verdienen in deze verkiezingen, DENK en ART1KEL en ja, spijtig dat ze uit elkaar zijn. Ze horen bij elkaar, maar zo is het nu en elke stem voor een andere partij is een verloren stem. Het is een stem voor het status-quo”.
De twee mannen knikten en mijn vriendinnen luisterden aandachtig. “Maar ik zou voor DENK gaan, want islamofobie is het hoofdgevaar van deze tijd. Het is de belangrijkste kwaal die we moeten aanpakken en het is wat mensen het meest pijn doet en zal pijn doen. Ik zou daarom op DENK stemmen. Zij zijn de meest consistente partij op dat vlak. Ik begrijp dat je het over veel dingen niet eens bent en dat je politici niet vertrouwt, maar daarom kan je stemmen op de mensen van Movement X op de lijst van DENK of ART1KEL. Fatima Faid van ART1KEL is een basisactiviste met fantastische principes. Je kan haar 100 procent vertrouwen als het over radicale gelijkheid gaat en ze is van Movement X. En dan heb je ook nog Marit van Splunter bij DENK. Zij is de verpersoonlijking van het platform voor radicale gelijkheid en één van de drijvende krachten binnen Movement X. Geef je stem aan één van hen. Dat is een stem op Movement X”.
Mijn vriendin dacht na, maar mijn Facebookende vriendin was meteen enthousiast. “Ik ga een status op Facebook schrijven en vragen om op Fatima of Marit te stemmen. Dat is cool en het is een stem op een vrouw en het is de Internationale Dag voor de Vrouw, dus kan ik er de hashtag #VoteWoman aan toevoegen. Gegarandeerd veel likes”, zei ze.
De twee mannen gingen weg, maar niet voordat ze me de hand geschud hadden en met mij een selfie hadden gemaakt. Ze zeiden dat ze op DENK gingen stemmen omdat het de enige partij is die opkomt voor moslimjongeren als zij. We gingen naar de kassa en deelden de rekening door drie, zoals ze dat doen in Nederland. Buiten namen we afscheid. Terwijl we de laatste knuffels uitdeelden, fluisterde mijn vrijpostige vriendin bijna verlegen: “Ik ga op DENK stemmen… ik bedoel op Marit”. Ik lachte en zei: “Vergeet niet om je vrienden en familie te overtuigen om dat ook te doen. Het is de moeite waard”.
Dyab Abou Jahjah
Via:: dewereldmorgen.be
Pingback: De gekleurde politiek van Abou Jahjah | Krapuul