Rechts heeft geen Groot Verhaal meer.
Het is de rentmeester geworden van een systeem dat zich permanent van crisis naar crisis sleept, en waarvoor geen enkel creatief alternatief bedacht kan worden. Meer van hetzelfde is één recept, maar er is ook een Plan B: terug naar het verleden. Beide dingen zitten uiteraard in het DNA van een politieke familie die zich conservatief noemt. Maar dat wat moet geconserveerd worden ligt aan stukken, en Rechts is nu synoniem voor uitzichtloze crisis.
Laat ons beginnen met de ruggengraat van Rechts, het kapitalisme in z’n concrete vorm.
Er is geen mens ter wereld die nog kan beweren dat dit economische systeem de garantie vormt voor de hoogste welvaart voor iedereen, zonder op hoongelach getrakteerd te worden. Die bubbel is al lang doorprikt: het kapitalisme van vandaag is een systeem dat massale armoede produceert ten voordele van de fenomenale fortuinen van een handjevol mensen. En het doet dat ook in de zogenaamde “centrumgebieden” van het kapitalisme: het ooit zo rijke Westen.
Het sociaal-kapitalisme dat daar na de Tweede Wereldoorlog die ongelijkheden ietwat wist te balanceren is de afgelopen paar decennia vervangen door een kapitaalsocialisme, waarbij de kleine groep begunstigden steeds meer uit de ruif van de belastingbetaler (en de consument) wist te plukken. En zo zitten we nu weer in een systeem van zowat een eeuw geleden. Buiten dat handjevol gefortuneerden heerst dan ook de stellige overtuiging dat de hele zaak niet meer deugt. Immers, als kapitalisme beweert dat de enige manier om erop vooruit te gaan erin bestaat dat wij allemaal armer moeten worden, dan beseft zelfs een hardline-kapitalist dat de boodschap slecht te verkopen is.