“Partijgenoten, ik denk dat ik namens jullie allen spreek als ik zeg dat het Diederik zijn schuld is dat ik in dit kabinet zat. Mij treft geen enkele blaam, ik heb mijn best gedaan om ook degenen die niet lid zijn van de partij – en vooral hen die een partij zonder leden aanhangen – terwille te zijn.
Loze beloften over het jeugdloon, loze beloften aangaande zogenaamde zelfstandigen zonder personeel, etnische registratie: jullie hebben het allemaal gehonoreerd. Ik kan jullie beloven: onder mijn leiding zal het aantal zetels voor onze partij volgend jaar de dubbele cijfers belopen! Wij klimmen uit het dal waar Diederik ons in heeft geholpen. Ik zou bijna zeggen: ik heb er zin an, maar dat doe ik niet.”
Af en toe ga ik de uitdaging door mijzelf aan om in en op 120 woorden iets in dat aantal woorden tot uitdrukking te brengen. In dit geval heb ik mij ook aan die grens gehouden, want het hele gedoe in die partij is eigenlijk geen woord waard, maar helemaal onopgemerkt kon het ook weer niet voorbijgaan.