Half november publiceerde Rob Wijnberg in De Correspondent een brief aan PVV-ers (lid worden of kopen) met de strekking: we zijn niet zo verschillend, eigenlijk zijn we het over veel dingen eens. Met als conclusie natuurlijk: laten we eens praten.
Hij begint de brief met een korte autobiografie, met de nodige linkjes als bewijs. Niet zo netjes eigenlijk. Dat we maar weten dat hij elitair genoeg is en dus recht van spreken heeft en nu de trappen is afgedaald om met het ‘gewone volk’ te spreken. Wijnberg: Want, ondanks alle hokjes waar ik in pas, hebben wij – u en ik – veel meer gemeen dan je op grond van die hokjes misschien zou denken.
Hij haalt de kritiek op ‘Den Haag’ aan.
Carrièrepolitici die cv’tje bouwen in plaats van idealen najagen… […] Die kaasstolp van draaideuridealisten, met hun mooie praatjes: ik geloof ze vaak net zo min als u. Mijn sympathie gaat meer uit naar politici die zeggen wat ze denken, ook al worden ze door de media daarom als ‘gek’ of ‘radicaal’ weggezet (Marianne Thieme bijvoorbeeld).
Hij bespreekt het NOS-journaal.
Het NOS Journaal, daar kan ik trouwens ook moeilijk naar kijken. GeenStijl noemt het vaak ‘Het Staatsjournaal.’ En weet u: daar ben ik het eigenlijk best wel mee eens.
De zorgsector…
Gelukkig heb ik die zelf nog weinig nodig – daar ben je 34 voor. Maar ik heb m’n oma wel vijftien jaar zien wegkwijnen in een tehuis voor demente bejaarden. Dat lag niet aan het personeel hoor, nee, daar kon je alleen de grootst mogelijke bewondering voor hebben.
Het hele stuk is vergeven van linkjes naar stukken in de Correspondent en verwijzingen naar zijn eigen werk. Gebruikt hij deze brief als reclamezuil voor zichzelf en de Correspondent? Jazeker!
De islam…
en de islam dan? Wat vind je dáár eigenlijk van? Tja, als atheïst vind ik het sowieso moeilijk te begrijpen dat je je waarheid uit één veertien eeuwen oud boek denkt te kunnen halen. Er staan nogal wat achterhaalde, ja, zelfs achterlijke tradities in. Saoedi-Arabië is niet mijn favoriete vakantieland – Geef mij maar het mooie Europa. daar zijn we het gauw over eens. Sharia-rechtbanken? Nee dank u. Meer of minder boerka’s? Liever minder.
Heel verrassend. Whatever… Hij wil in gesprek met ‘PVV-ers’.
En zo tuttelt het nog even verder. Het blijft overal zweven boven de publieke ruimte, nergens raakt het grond.
Waarom niet?
Omdat Rob Wijnberg nergens, maar dan ook nergens, een poging doet om onderliggende oorzaken te onderzoeken. Geen woord over het verwoestende systeem, de machinaties van de macht, het toenemende racisme, de volksverlakkerij. Het gaat bij Wijnberg alleen om oppervlakkige waarnemingen, schijnbare overeenkomsten. Als er al analyse wordt gepleegd is die verstopt in de linkjes die verwijzen naar deelgebieden (waarvan we weten dat zeer weinigen die zullen aanklikken).
Hier wordt verstoppertje gespeeld.
Als wij maar niet zeggen dat de PVV in wezen een racistische partij is, kunnen we praten.
Als wij maar niet zeggen dat de PVV in wezen een neoliberalistisch systeem ondersteunt, kunnen we praten.
Als wij maar niet zeggen dat de PVV in feite ons aller vrijheid wil beknotten, kunnen we praten.
Als wij maar niet zeggen dat de PVV negen van de tien keer mee stemt met de VVD, kunnen we de schijn ophouden dat de PVV programmatisch links is.
Dank je de koekoek.
Rob Wijnberg, tenslotte:
Extreme meningen over extreme gebeurtenissen. Vuurwerk aan de talkshowtafel. Conflict! Polarisatie! Mensen die het grotendeels met elkaar eens zijn, wie kijkt daar nou naar?
Mensen in hokjes stoppen, dat verkoopt. En we doen er allemaal, op onze eigen manier, aan mee. Doodvermoeiend, vind ik dat. Ik vermoed: ook dat hebben we gemeen. Wij allemaal.
Praten met PVV-ers, pourquoi pas? Maar ga nu niet net doen alsof er geen enorme verschillen zijn. Ga nu niet net doen alsof gedeelde populaire meningen er echt iets toe doen. Daar zit niet de pijn, de pijn zit in de haat van PVV-ers tegen iedereen die zijn kop boven het maaiveld uitsteekt, de pijn zit in de racistische ondertoon. De pijn zit in de ontkenning van mensenrechten, het kritiekloos aanvaarden van De Leider, de afwijzing van artikel 1 van de Grondwet, de knieval voor het concurrentiebeginsel, de privatisering. Veel PVV-ers ondersteunen die positie en je zou ze onrecht doen als je daarover niet zou praten.
Dus eigenlijk neemt Rob Wijnberg PVV-ers helemaal niet serieus. Hij slijmt slechts wat.
Ik wil nog verder gaan. De goede man is helemaal niet van plan zelf met PVV-ers te gaan praten. Het is allemaal retorische lulkoek.
Of niet, Rob?
Kom, Rob. Er is werk aan de winkel.
Morgen een gesprek met ‘zomaar wat PVV-ers’!
Toe dan!
Mijn indruk is dat Wijnberg dacht: kom laat ik eens iets leuks doen, iets opvallends.
Goed voor de cijfers.
Maar wel ongeloofwaardig dus.
Of is het gewoon grenzeloos naïef?
Pingback: Correspondenten in Spokenland | Krapuul