Sociale werkers bezorgd over invoering verplichte gemeenschapsdienst

Door een wetswijziging van de federale regering kunnen OCMW’s [Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn – red. Krapuul] mensen met een leefloon vanaf 1 november een contract aanbieden dat hen verplicht gemeenschapsdienst te doen. Het staat de persoon vrij om hierop in te gaan. Maar welke vrijheid heb je als uitkeringstrekker wanneer je voor je inkomen volledig afhankelijk bent van de instelling, vraagt Stéphanie Staïesse van Samenlevingsopbouw zich af.

‘Voor wat hoort wat’, hoor ik veel mensen denken. ‘Het is een logische maatregel om deze leefloners iets terug te laten doen voor het geld dat wij hun betalen.’ Ook al begrijp ik dat buikgevoel, vanuit mijn ervaring als sociaal werker weet ik dat dit een onverstandige en onrechtvaardige maatregel is die het grondrecht op inkomen fundamenteel aantast.

In de praktijk zet deze wetswijziging de deur open voor de invoering van verplicht vrijwilligerswerk voor andere uitkeringsgerechtigden, zoals ingeschreven in het federaal regeerakkoord.
Boos

Op de eerste plaats vind ik het onrechtvaardig omdat ik weet dat de vooroordelen waarop deze beleidskeuze drijft, niet met de realiteit stroken. Het is bon ton om te doen alsof deze mensen lui zijn. Profiteurs met een foute arbeidsattitude, die enkel naar werk zoeken als er een stok achter de deur staat, zoals verplichte gemeenschapstaken.

Ik moet dan aan Nicole denken, één van de vrouwen die vrijwillig meedraait in de werkingen van Samenlevingsopbouw. Nicole raakte door gezondheidsproblemen haar job in de zorg kwijt. Met haar leefloon redt ze het niet. Bovendien mist ze de regelmaat en de fijne contacten met de collega’s. Nicole zoekt dus werk. Maar als 50+ster met een medische achtergrond lukt het haar niet een betaalde baan te vinden. Het maakt me boos wanneer mensen als zij impliciet of expliciet profiteurs genoemd worden.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be