Heerlijk dat de klok weer even is teruggezet. Dat het wetenschappenlijk en praktisch van geen enkel nut is, niemand die het bewijzen kan. Uiteindelijk.
Het is maar wat je onderzoekt.
Heerlijk die verschuivingen. Zomertijd-wintertijd, kunnen we niet vaker wisselen?
Lentetijd, herfsttijd?
Lentetijd lijkt me wel wat.
Geef mij maar lentetijd.
Omdat het zo lekker loopt.
En omdat het associeert met hoop.
Het is gewoon de kick. Dat het allemaal even verschuift.
Die domme afspraak – we verzetten de tijd – doet iets met je hersenen.
Dat is toch mooi?
je wordt weer even wakker.
Uur eerder.
Of was het nu toch later?
Of toch eerder?
Dat iedereen daarover moet nadenken zegt al wat.
We hebben geen benul van tijd.
We gaan mee met de stand van de klok.
De rest is bullshit.
En betekent dat iets voor mijn leven?
Of moet ik nu denken dat dat iets betekent voor mijn leven?
Omdat iedereen er iets over vindt?
Omdat wetenschappers er van alles van vinden?
Is het daarmee ineens belangrijk geworden?
Is het daarom ineens een punt?
Alleen daarom al moeten de tijden vaker worden gewisseld.
Om de verwarring in de wereld te vergroten.
De verwarring van het vanzelfsprekende.
Omdat het fijn is even de weg kwijt te raken.
Omdat het leuk is niet te weten hoe laat het is.
Omdat we met zijn allen behoefte hebben aan verdwalen.
Verdwalen is een groot goed.
Daar leer je iets van.
Je komt op plekken waar je nog niet was.
Je vergeet de tijd.
Dat zit niet in dat onderzoek naar zomertijd en wintertijd.
Dat onderzoek gaat over economie, ecologie, over nut en noodzaak.
Waar waarom is er geen onderzoek naar de noodzaak van onnut en niet-noodzakelijkheid?
De noodzaak van verwarring?
Hoe gunstig is verwarring eigenlijk?
Als je het mij vraagt, heel gunstig.
Maar mijn onderzoek gaat niet verder dan mijzelf.
Misschien tijd om dat eens uit te breiden.
Iemand anders is wellicht bang voor verwarring tenslotte.
Tja.
Mooi. Verdwaal maar.