Donald Trump gelooft in economische sprookjes, vindt Simon Johnson. Hij was vroeger hoofdeconoom bij het Internationaal Monetair Fonds en bekleedt thans een leerstoel aan het Massachusetts Institute of Technology, de hoogst genoteerde universiteit ter wereld.
Johnson windt er geen doekjes om. Trumps uitgewerkte plannen zijn gebaseerd op aannames die zo wereldvreemd zijn dat ze van een andere planeet lijken te komen. Acceptatie van die plannen leidt binnen de kortste keren tot een ramp.
De kern ervan is een forse belastingverlaging. Die zou economische groei stimuleren, ondanks het feit dat soortgelijke verlagingen in het verleden (bijvoorbeeld onder George W. Bush) een dergelijk effect niet lieten zien, integendeel.
Toegegeven wordt dat belastingverlaging op zich minder inkomsten voor de staat oplevert. Maar in samenhang met deregulering zou de verlaging een miraculeuze groeispurt opleveren. Jammer voor Trump in deze is dat de VS al een van minst knellende regelgevingen kennen, zodat er hoegenaamd geen ruimte is voor nog minder regels. Zeker, volgens kroegpraat is er altijd sprake van overregulering. Maar wil je daarop een macro-economische strategie baseren? Juist deregulering heeft tot een crisis geleid in 2008, met lagere groei, hogere werkloosheid en grotere tekorten.
Voorts zijn Trumps plannen met betrekking tot handel helemaal uit de lucht gegrepen. Coherentie is er niet in te vinden. Op de een of andere mysterieuze manier verdwijnt het handelstekort en dat zal even mysterieus leiden tot meer jobs.
Voormalig vicepresident Dick Cheney heeft opgemerkt – voor economen welbekend – dat tekorten er niet toe doen. Daarmee duidde hij aan dat tekorten geen directe politieke consequenties hebben, pas op termijn – voor de opvolgers? – ontstaan er problemen. De ware gevolgen van zijn plan verzwijgt Trump dan ook. Zijn team presenteert slechts een bizarre fantasie. Zo heeft volgens de krant Wall Street Journal tot dusver geen econoom van enige naam zich achter Trumps economische plannen geschaard.