Wat ze in de VS voetbal noemen, een bezigheid die men als sport aanduidt maar die niets te maken heeft met voetbal, heeft in de stadions zo zijn vaste ritueel. Het volkslied The star spangled banner wordt gespeeld bij het begin van de wedstrijd, en zoals van alle sportlui uit de VS zoiets wordt verwacht, wordt men geacht op te staan, de helm af te doen, de hand ter hoogte van het hart te houden en mee te zingen. Colin Kaepernick heeft nu al een paar keer geweigerd mee te doen en dat loopt in het land van de vrijen, het tehuis van de dapperen, zoals het lied zegt, in de gaten. Dat kan zomaar niet! De zwarte sportman, “quarterback” bij de San Francisco 49ers, heeft een tamelijk eenvoudige verklaring:
“Ik ga niet opstaan om trots te tonen jegens een vlag in een land dat zwarte en gekleurde mensen onderdrukt. Voor mij is dit belangrijker dan voetbal en het zou van mijn kant zelfzuchtig zijn om de andere kant op te kijken. Er liggen lijken op straat en mensen krijgen betaald verlof en vrijspraak voor moord.”
Een uitspraak voor #Blacklivesmatter. Dat was op 27 augustus. Sindsdien heeft hij zijn niet-actie herhaald met steun van een collega.
Misschien maakt hij school – ook bij het even holle conformistische ritueel op scholen waar dagelijks de trouw aan de vlag moet worden beleden. “Hoe trouw is die vlag aan ons?”
Het kan weer overwaaien. Het kan ook het begin zijn van zoiets als Rosa stond niet op, meer dan zestig jaar geleden. Ergens moet de verandering toch beginnen of doorbreken?