De Olympische Spelen en de geslachtskwestie

Een artikel op/in Trouw dat de wat on-elegante titel Een hij, een zij of een genetische freak? draagt vestigt nog maar eens de aandacht op de situatie waarin de Zuid-Afrikaanse hardloopster Caster Semenya zich bevindt. Zij is een hyperandrogene vrouw, wat wil zeggen dat ze een Y-chromosoom heeft en veel meer testosteron produceert dan voor vrouwen gebruikelijk is. Eerder moest ze met behulp van hormonen dat gehalte drastisch omlaag brengen, maar dankzij actie van haar lotgenote Dutee Chand is door de arbitragecommissie bepaald dat er geen hard bewijs bestaat dat testosteron de sportprestaties verhoogt.

De algehele verwachting is echter dat er volgend jaar weer andere richtlijnen zullen zijn. Afgelopen januari liet het Olympisch Comité al weten dat transgenders zich niet hoeven te laten ombouwen, zolang ze maar een hormoonkuur van een jaar gevolgd hebben – en dat beleid zou nog verder concreet ingevuld gaan worden. Maar Semenya is voor zover bekend nooit van plan geweest iets aan haar geslachtelijke gesteldheid te gaan versleutelen. Dat zij zich een hormoonkuur heeft laten opdringen komt in feite neer op wat we ‘chemische castratie’ noemen (zoals de Trouw-auteur ook al fijntjes opmerkt) en dan ook nog eens onvrijwillig – nou ja, voor de roem dan, dus je zou er uit goed fatsoen nog haast geen medelijden mee hebben.

Maar wordt het niet eens tijd dat er een speciale categorie komt voor interseksen, hyperandrogenen of hoe je het verder ook noemen wilt? Ik weet niet helemaal zeker of dat een goed idee is, maar zo’n 1 op de 500 (top)atletes heeft een Y-chromosoom en dat is best veel. Onze bloedeigen Foekje Dillema doemt hierbij natuurlijk ook in onze collectieve herinnering op. Op de aan haar gewijde website staan nog meer namen van vergelijkbare atletes. Zoals de situatie nu is, dreigen mensen als Semenya tòch steeds als ‘freaks’ te worden beschouwd en staan hun prestaties permanent ter discussie. De discussie over wat precies iemands biologisch geslacht bepaalt* sleept zich al decennia lang voort, en het einde is voorlopig nog niet in zicht.

*) Ooit in een ver verleden heb ik me wel eens in de interseksen verdiept, met als achterliggende vraag of het nou nature of nurture zou zijn wat de geslachtsidentiteit bepaalt. Het scheen dat de meesten willen zijn/worden wat ze altijd hadden gedacht te zijn, maar bij sporters leek de balans toch net iets anders te liggen: een aardig aantal heeft zich na de testuitslag om laten bouwen tot man (maar misschien vermoedden ze altijd al iets in die richting). Destijds lag de nadruk nog op het ‘lichaampje van Barr’, dat ‘pootje’ wat het verschil uitmaakt tussen een X of een Y. Inmiddels is de aandacht weliswaar verschoven naar testosterongehalte, maar wie dacht dat de discussie daarmee beslecht was heeft dus fout gegokt.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.