De Turkijedeal en plan B

Nu de onzekerheid toeneemt of de ‘Turkijedeal’ over vluchtelingen wel stand zal houden en president Erdoğan in het najaar de poorten wellicht weer openzet, dringt de vraag zich op of de Europese Unie wel een plan B heeft en zo ja wat dat plan zou behelzen.

Vooralsnog laat Brussel hier niets over los, maar alvorens mogelijke scenario’s te schetsen, laten we eerst nog even stilstaan bij de kern van de deal die op 20 maart dit jaar in werking trad. De belangrijkste afspraak bestaat eruit dat Turkije het smokkelaars onmogelijk maakt om nog asielzoekers vanuit Turkije over te varen naar dichtbij gelegen Griekse eilanden (zoals Lesbos) en daarmee naar de Europese Unie. Voor iedere Syriër, want daartoe beperkte de deal zich, die na die datum nog (levend) Griekse bodem zou bereiken, zou de EU een andere Syriër uit een van de opvangkampen in Turkije toelaten. Al gauw bleek dat Turkije zich aan haar belofte hield om de kuststrook af te sluiten en het aantal bootvluchtelingen, en daarmee ook het aantal doden in de Egeïsche Zee, daalde drastisch. Arriveerden er in maart nog bijna 27.000 vluchtelingen, in april waren dat er nog maar 3360, in mei 1465 en de aantallen zijn sindsdien nog verder teruggelopen. Hoeveel van hen zijn teruggestuurd is onduidelijk, maar het aantal na maart dit jaar officieel tot de EU toegelaten Syriërs bedraagt momenteel slechts zo’n 800. De juridische basis voor deze overeenkomst is de aanname dat Turkije een ‘veilig derde land’ is, waarnaartoe asielzoekers teruggestuurd mogen worden. Het doodschieten van Syrische vluchtelingen aan de grens, het sluiten van die grens, de weigering asielzoekers basisrechten te verlenen als huisvesting, onderwijs en arbeidsmarkt, en een verre van transparante asielprocedure, hebben de fundamenten onder die ‘veiligheid’ echter grotendeels weggeslagen. En reeds in mei verklaarde een Griekse rechter Turkije als een onveilig derde land.

Via:: Leo Lucassen, via Republiek allochtonië