Noties over staat en soevereiniteit voor links2.0

Europees links is in een crisis vindt ook socioloog Jean De Munck. Zeker na de referendumkeuze voor Brexit ervaart het eurosceptische deel van links opperste verwarring: blijven we eurosceptisch terwijl in het Verenigd Koninkrijk de onderkant van de samenleving het gelag van een uittreding uit de EU moet betalen?

Globalisering
De Munck legt weinig opzienbarend de voornaamste oorzaak van het failliet van het ‘verzorgingsstaatsocialisme’ bij de versnelde globalisering. Die beperkt de mogelijkheden van een staat. Hoewel een staat als belastinginner grote economische macht bezit, kan een staat – op een enkele uitzondering na – niet meer autonoom belastingtarieven hanteren. Wegens onderlinge concurrentie is een staat, in het bijzonder in de EU, genoodzaakt mee te gaan met de voorwaarden van een andere staat. Doet hij dat niet, dan vertrekken grote bedrijven en verliest de economie van een land aan kracht. Dat mechanisme heeft in zijn algemeenheid sinds de neoliberale machtsovername geleid tot verlaging van belastingtarieven voor bedrijven en grote schulden bij overheden. Daarnaast is staatssteun aan bedrijven in de EU verboden. Een land is daardoor een belangrijk sturingsmiddel voor zijn economie kwijt.

Twee opties
Vervolgens meent De Munck dat links kan kiezen uit twee opties. Het kan een coalitie aangaan met het kapitaal. Deze keuze heeft de sociaal-democratie gemaakt. De politiek van Franse president François Hollande, Duitse vicekanselier Sigmar Gabriel en Italiaanse premier Matteo Renzi is daarvan uitdrukking. Het conto van die politiek is duidelijk: voor linkse ambities blijven alleen de kruimels over die het globale kapitaal welbehaagt over te laten. Of links kan zich activistisch opstellen. Uitdrukkingen daarvan zijn de Spaanse Indignados, de uit de VS gekopieerde Occupy-beweging en het Franse Nuit Debout. Er moeten volgens hen fundamentele veranderingen worden bewerkstelligd. Tegen groei tot iedere prijs, voor het belang van een gezond milieu en tegen de groeiende ongelijkheid zijn thema’s die daarbij focus krijgen. Maar in hun strijd hebben ze geen flauw benul van een alternatieve duurzame vormgeving van hun ambities, keren ze zich zelfs menigmaal tegen de staat op zich. Daarin zit de impotentie van hun acties. Op zijn best worden tijdelijke deeloverwinningen geboekt.

Uitweg
De Munck meent dat een uitweg uit het dilemma van enerzijds overgave aan het grootkapitaal en anderzijds politieke impotentie ligt in een combinatie van de twee opties. Hoe dat dan gestalte moet krijgen, daarover heeft de beste man niet echt een voorstelling. Hij vlucht in de aloude tactiek van het propageren van het ontwikkelen van nieuwe opvattingen.

Tot zijn verdediging pleit dat hij doorheeft dat de huidige staten in de EU niet in staat zijn tot linkse verandering. De macht van een staat moet zodanig zijn dat hij onafhankelijk van private financiers kan investeren. Dat vereist een nieuwe theorie van de staat. Dat vraagt om een nieuwe betekenis van het ideaal van soevereiniteit.

In die laatste opmerkingen ligt het belang van zijn verhaal. Wanneer mag een staat met reden een staat worden genoemd en is het niet een pseudo-vazalstaat? Eigenlijk is de uitgangspositie heel simpel. Daarvoor volstaat een blik naar het begin van het verhaal over de gevolgen van de globalisering. Een staat die zijn naam waard is, moet autonoom belastingtarieven en investeringen voor bedrijvigheid kunnen bepalen. Dat vereist afstappen van de antieke notie van een staat als resultaat van een toevallige historische evolutie van een of ander volk. Dat is de opdracht voor links2.0.