NRC-Handelsblad kwam afgelopen zaterdag met een reportage waaruit duidelijk werd dat 81 mensen in de bezette gebieden al tien jaar een te hoge AOW-uitkering ontvangen, in strijd met een in 2006 ingevoerde wet. Die wet bepaalde dat mensen, die wonen in landen of gebieden waar Nederland geen verdrag mee heeft, slechts recht hebben op een deel van hun AOW. Volgens NRC-Handelsblad hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen daar tien jaar lang de hand mee gelicht. En minister van Sociale Zaken Asscher zou dat beleid in 2014 hebben voortgezet.
Afgelopen dinsdag werd de minister in de Tweede Kamer tijdens het Vragenuur door Selçuk Öztürk van DENK aan de tand gevoeld. En zie, volgens sommigen is er nu ineens niks meer mis met die pensioenen. Zo schreef het CIDI bijvoorbeeld: ”bij slechts 4 AOW-gerechtigden die buiten de Groene Lijn wonen is een fout gemaakt omtrent hun woonplaats, waardoor zij teveel AOW hebben ontvangen”. En de Tweede Kamer zelf besliste bij monde van de VVD, PvdA, CDA en PVV, dat een verzoek om een plenair debat van de SP-er Ulenbelt op dit moment niet zal worden gehonoreerd.
Veel lawaai, weinig wol, dus? Was die indruk juist?
Dit is wat Asscher zelf zei:
”Voorzitter. Ik werd begin 2014 geconfronteerd met dit dossier. Toen was gebleken dat bij onderzoek door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) was vastgesteld dat van 28 mensen in de uitvoeringspraktijk ten onrechte was verondersteld dat zij in Israël woonden, terwijl zij daadwerkelijk in de bezette gebieden wonen. Bij twintig mensen was dit wel onderkend. Bij elf van de mensen van wie niet was onderkend dat zij in die bezette gebieden wonen, zou dat vervolgens moeten leiden tot een verlaging van de AOW. Van die elf mensen waren zeven oorlogsgetroffenen, overlevenden van de concentratiekampen. (En oorlogsslachtoffers, zo is eerder met de Kamer afgesproken, worden nooit gekort, ongeacht waar ze wonen. Blijven dus vier over, Abu P).
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Abu Pessoptimist