In het voorgaande artikel in deze serie hebben we gesteld dat de Verenigde Staten van Amerika zoals we die nu kennen is ontstaan middels genocide. Sterker nog: het genocidale karakter van de VS is nog steeds aanwezig. Ook hebben we geconstateerd dat ondanks honderden jaren van genocidale politiek jegens de oorspronkelijke bewoners van de VS, er nog steeds volken en gemeenschappen min of meer intact zijn. Dat mag niet zozeer een wonder heten maar adembenemend is het zonder enige twijfel gezien het massale en nimmer aflatende geweld in allerlei vormen dat die mensen te verduren kregen en krijgen.
In dit deel over genocidestaat Amerika meer over wat genocide exact is, een paar misverstanden omtrent genocide die een goed begrip van wat er gebeurde in de weg staan en waarom een juist begrip van het wezenlijke karakter van de VS zo belangrijk is.
Genocide zoals het volgens de internationaal gangbare definities gezien wordt is meer dan massaal en dodelijk geweld jegens een of meer specifieke bevolkingsgroepen.
Toch is het niet verwonderlijk dat de eerste gedachte bij het begrip genocide juist dat aan massaal en dodelijk geweld is.
De Holocaust is meestal het eerste concrete voorbeeld van genocide: minstens zes miljoen mensen van de joodse bevolking van bezet Europa werden omgebracht door de nazi’s nadat in de aanloop van de massamoord hen het leven middels terreur, uitsluiting, administratieve maatregelen, roof, afpersing en propaganda eerst vrijwel onmogelijk werd gemaakt.
Sterker nog: de Holocaust was de directe aanleiding voor het ontstaan van het begrip ‘genocide.’
Maar bij het beschrijven van de geschiedenis van de Verenigde Staten is het erg lastig om een associatie te leggen met genocide en het genocidale karakter van het land.
Gary Clayton Anderson stelt in zijn boek ‘Ethnic Cleansing and the Indian’:
“Genocide will never become a widely accepted characterization for what happened in North America, because large numbers of Indians survived and because policies of mass murder on a scale similar to events in central Europe, Cambodia, or Rwanda were never implemented.”
Maar er zitten een aantal denkfouten in de redenering van Anderson zoals we zullen zien.
Zoals gezegd: de term ‘genocide’ kwam op na de Holocaust.
In de conventie van 1948 van de Verenigde Naties werd het verbod op het plegen van genocide vastgelegd en in 1951 werd de
“UN Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide” een feit.
De conventie heeft geen terugwerkende kracht maar is van toepassing op de zogeheten US-Indigenous relaties sinds 1988, het jaar waarin de Amerikaanse Senaat de conventie met betrekking tot genocide ratificeerde.
Daarmee werd de conventie een belangrijk middel voor de historische analyse van de effecten van kolonialisme in welk willekeurig land en tijdperk en ook bij het onderzoek van de geschiedenis van de Verenigde Staten.
In die conventie met betrekking tot genocide wordt elk van de vijf volgende daden beschouwd als een daad van genocide indien zij begaan wordt met de intentie een etnische, raciale of nationale groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen:
– Het doden van leden van een dergelijke groep.
– Het veroorzaken van ernstige fysieke of mentale schade bij leden van de groep.
– Het opzettelijk teweegbrengen van leefomstandigheden die de gehele of gedeeltelijke vernietiging van die groep zullen
bewerkstelligen.
– Voortplanting verhinderen binnen die groep door
het opleggen van specifieke maatregelen daartoe.
– Het onder dwang overbrengen van kinderen uit die groep naar een andere groep.
En dat maakt dat de volgende daden strafbaar zijn:
– Genocide
– Samenzweren met het doel genocide te plegen
– Het plegen en het aanzetten van anderen tot het plegen van genocide
– Poging tot het plegen van genocide.
– Medeplichtigheid aan genocide.
Wat opvalt bij deze omschrijving van genocide zoals die is vastgelegd, is dat noch de methode waarmee genocide gepleegd wordt noch het aantal dodelijke slachtoffers maatgevend is.
Immers: genocide kan behalve door massamoord ook gepleegd worden door ontvoering omdat kinderen weggehaald worden bij hun ouders.
Maar doorslaggevend voor de vraag of (wat ik maar even zal noemen) een daad van barbarij genocide is, is de intentie waarmee die barbarij gepleegd wordt. En dat maakt het vaak moeilijk juridisch te bewijzen of iets genocide is of ‘gewoon’ een oorlogsmisdaad.
De Holocaust was overduidelijk genocide. Uit alles blijkt dat het de plegers ervan erom te doen was het joodse volk of hen die zij als zodanig beschouwden, fysiek uit te roeien.
Dat het aantal slachtoffers in de miljoenen liep, draagt weliswaar bij aan het idee dat er genocide gepleegd is maar is op zich niet voldoende om de Holocaust als zodanig te betitelen. De intentie die bijvoorbeeld blijkt uit documenten en opgetekende uitspraken van nazi-leiders en de organisatie en planmatige uitvoering van de massamoord (w.o propaganda, isoleren, ontmenselijken, massaal wegvoeren, vermoorden op industriële wijze) maakt dat de Holocaust wel als genocide beschouwd wordt.
Tijdens het regime van de Rode Khmer in Cambodja kwamen naar schatting 1,7 tot 2,5 miljoen mensen om het leven door massamoord, uithongering, marteling, uitputting als gevolg van de barbaarse omstandigheden en slavernij waaraan de bevolking onderworpen was.
Weliswaar suggereert het enorme aantal slachtoffers (op een bevolking van circa 7 miljoen waarvan naar schatting zo’n 500.000 mensen zijn omgekomen door de VS bombardementen op dat land) genocide maar toch is dat niet het geval.
Alle etnische minderheden in Cambodja waren in min of meer dezelfde mate slachtoffer van het verschrikkelijke regime.
Verder blijkt ook nergens uit uitspraken of documenten dan wel uit de manier waarop de wreedheden begaan zijn de intentie tot het plegen van genocide.
Het regime van de Rode Khmer pleegde misdaden tegen de menselijkheid maar geen genocide.
Wel, en dat werd de directe aanleiding voor de Vietnamese inval die de ondergang van het regime in 1979 inluidde, riep Pol Pot vlak voor de val van het regime op alle Vietnamese burgers in het land te vermoorden.
Dan de gebeurtenissen in Rwanda in 1994.
In een periode van ongeveer 100 dagen werden er tot midden juli van dat jaar 500.000 – 1 miljoen Tutsi’s vermoord tijdens de burgeroorlog in dat land.
Die moordpartij die zich over een periode van ongeveer drie maanden afspeelde, is wel een voorbeeld van genocide.
Want de intentie, zoals die ook duidelijk naar voren komt uit de uitzendingen van destijds van het beruchte Radio Télévision Libre des Mille Collines (RTLMC) en blijkt uit de planning en wijze van uitvoering van de massamoord, was het fysiek geheel uitroeien van een specifieke groep. In dit geval de Tutsi’s.
Twee jaar geleden deze zomer voerde Israël een vernietigende oorlog, de zoveelste, tegen de bewoners van de Gaza-strook.
Uiteindelijk kwamen daarbij meer dan 2200 mensen om het leven.
Er zijn er die Israël op goede gronden beschuldigen van het plegen van genocide.
Uit het ‘geheel of gedeeltelijk’ in de definitie van genocide blijkt dat om iets als zodanig te betitelen, er geen sprake van een minimum aantal doden hoeft te zijn.
Berichten die zeggen dat er met het bombarderen van gebouwen gewacht werd totdat alle leden van een familie aanwezig waren, lijken wel degelijk te wijzen op het intentioneel uitroeien van een specifieke groep en daarmee op genocide.
Ook werd de enige elektriciteitscentrale al heel snel opzettelijk vernietigd waardoor ziekenhuizen niet konden functioneren en er geen waterzuiveringsinstallatie meer in bedrijf gehouden kon worden hetgeen wijst op het bewust scheppen van omstandigheden om een specifieke groep mensen het leven letterlijk onmogelijk te maken.
Het hele bezettingsregime van Israël t.a.v. de Palestijnen duidt trouwens op genocide en dan zijn er niet in de laatste plaats de uitspraken van wat nu vooraanstaande leden van de Israëlische regering zijn die openlijk gewag maken van de wens de Palestijnen fysiek uit te roeien.
Uit dit alles zien we meteen waarom de opvatting van Gary Clayton Anderson die hierboven is geciteerd waarin hij zegt dat het moeilijk aannemelijk te maken is dat de VS door genocide tot stand gekomen is aangezien grote groepen oorspronkelijke bewoners de periode van kolonisatie overleefd hebben en er evenmin sprake was van geweld dat qua omvang te vergelijken valt met dat in Centraal Europa, Rwanda of Cambodja, onzin is: om iets genocide te laten zijn, hoeft er niet een minimaal aantal slachtoffers te zijn en hoeft er evenmin sprake te zijn van massaal geweld in de vorm van massa-executies. Ook administratieve maatregelen, het verbieden van bepaalde tradities en culturele uitingen plus het vervolgen van mensen die die tradities wel naleven, blokkades of het vernielen van boomgaarden kunnen allemaal zaken zijn die bijdragen aan genocide.
Met deze wetenschap in het achterhoofd, gaan we in een volgend artikel in deze korte reeks kijken waarom de Verenigde Staten van Amerika gebaseerd is op genocide en ook wat dat te maken heeft met het neo-liberalisme.