Roy Buchanan (23 september 1939) liep op 15-jarige leeftijd weg van huis om zich aan te sluiten bij de rhythm and blues revue van Johnny Otis. Na jaren van sessiewerk kwam begin jaren ’70 het succes, opmerkelijk genoeg met een documentaire getiteld Introducing Roy Buchanan (ook bekend als The Best Unknown Guitarist in the World).
Begin jaren ’80 stopte hij uit ergernis over de constante bemoeienis van de platenmaatschappij tijdelijk met het opnemen van platen. Een paar jaar later kreeg hij een nieuw contract aangeboden, waarbij hem volledige artistieke vrijheid werd toegezegd. Lang heeft hij daar niet van kunnen genieten. Buchanan, die altijd had geworsteld met een heel leger demonen (I walked in a lot of places I never should’ve been), greep weer naar de fles. Op 14 augustus 1988 werd hij opgepakt wegens openbare dronkenschap. Diezelfde avond pleegde hij zelfmoord in zijn cel op het politiebureau.
Just a smile, just a glance
The Prince of Darkness
He just walked past
There’s been a lot of people
And they’ve had a lot to say
But this time, I’m gonna tell it my way
There was a town,
There was a strange little town, they called “The World”
It was a lonely, lonely little town
‘Til one day a stranger appeared
And their hearts rejoiced, and the sad little town was happy again
But there were some that doubted; they disbelieved, so they (mocked/marked) him
And that stranger, he went away
Now the sad little town that was sad yesterday
It’s a lot sadder today
I walked in a lot of places I never should’ve been
But I know that the Messiah, he will come again