Het was al een tijdje aan met mijn Eerste Grote Liefde toen zij mij vertelde hoe ongemakkelijk zij zich gevoeld had bij onze kennismaking. Zij aarzelde met het uitleggen en in mijn onbegrip meende ik de verkeerde dingen te begrijpen. “Nee,” hakte zij tenslotte de knoop door, “ik had een doorschijnende bloes aan en dat vond ik toch eigenlijk wel moeilijk.” Niet per se wat mij betrof, maar het gezelschap in het algemeen. Het merkwaardige is dat het voor mij geen enkele rol speelde bij de eerste zo belangrijke indruk die tot Grote Gevolgen kan leiden. Ik moest er aan herinnerd worden.
Ik zit nog met de kwestie van “die hete chick” van die belangwekkende docent aan die naar de sterren grijpende universiteit, helemaal in Groningen. Trap ik een open deur in als ik, met die persoonlijke herinnering in gedachten, zeg dat de lijn flinterdun is, tussen “sexy” en “kwetsbaar”? Vrouwen schromen niet altijd kwetsbaar, en dus wat men sexy kan noemen, over te komen – een lijn heeft geen dikte, weet u nog van meetkunde, nietwaar. Daarom zie ik zo’n opmerking van de Lijder, dat “we” eigenlijk allemaal een minirok moeten aantrekken net als “we pakken jullie er bij” als de praats van iemand die met woorden verkracht. Als u sexy-kwetsbaar wilt zijn, mijnheer Wilders, ontdoe u dan eens van die mannetjesbrigade om u heen die op ons aller kosten altijd om u heen lopen. Voor u gratis reclame dat u zo moedig bent, wat u helemaal niet bent. U maakt tevens voor uw doelgroep gemakkelijke reclame tegen degenen die u tot hoofddoelwit voor uw campagne hebt gekozen. “Islam” is namelijk tegen minirokken, dat weet uw achterban als geen ander.
Het wonderlijke is dat die achterban dit weet, zelfs als men in Turkije op vakantie is geweest. Stuur een ezel naar Parijs, u krijgt hem terug nog even wijs. Ook in Egypte en Syrië – mijn hart krimpt ineen bij de gedachte aan dat land, ik wil er eigenlijk niet van horen maar het is onvermijdelijk – is mij die vermeende onverenigbaarheid niet opgevallen. Om van de diva’s die in de winkelstraten van de binnenstad lopen hier in Amsterdam (en elders ongetwijfeld) maar niet te spreken, enfin, dat doe ik dus wel. Wat we hebben zien gebeuren de afgelopen jaren is dat blijkbaar ook het al even vermeende tegenbeeld van die minirok, “het hoofddoekje”, de hijab en verdere varianten, een zaak van kwetsbaarheid en uitdaging is geworden. In de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het een kopvod genoemd dat flink belast moet worden. Het is toch maar gezegd. Moet het dan toch maar eens gezegd worden dat in het huidige politieke klimaat in Nederland dit kledingstuk op zijn minst evenveel moed vergt als de minirok waarin u Wilders echt nooit zult zien lopen.
De geliefde waarmee ik deze boutade begon had op een dag de impuls gevolgd om een jurk te kopen met een décolleté tot op haar navel. Ik keek er van op maar wilde haar van harte aanmoedigen er op feestjes mee te schitteren. Blozend en heftig hoofdschuddend zei zij dat zij er beslist altijd een t-shirt onder zou dragen. Of zij dit inderdaad heeft gedaan kan ik niet met volle zekerheid zeggen, want niet lang daarna maakte zij het uit. Maar zoals ik haar ken(de) vermoed ik dat het t-shirt gewonnen heeft. De moed was haar ontzonken, hoewel zij wel muzikante was zou zij nooit opgaan voor Eurovisie tenslotte…