Te laat voor de Weesperstraat – maar toch een Nederlandstalige klassieker

Zwarte Riek, oftewel Rika Jansen, was voor het platenkopende publiek al uit het zicht sinds 1964. Zij is vandaag 21 januari 2016 overleden.
En eigenlijk – veel mensen vinden dit diep ontroerend en plaatsen het in een toplijst van Nederlandstalige liederen. Maar een hit is het onderstaande niet geweest. De stap van hatsekiedee-Jordaanzangeres naar treurende om de oude Jodenbuurt van Amsterdam was te groot. Er zat ook te veel tijd tussen het Jordaanwerk en het volgende.
In 1964 naderde de ombouw van de Weesperstraat tot vierbaansweg in de oude Amsterdamse binnenstad zijn voltooiing. Het zou nog tot 1968 duren voordat deze autoracebaan aansluiting vond bij de oprit naar de IJtunnel. En de doorbraak door de kern van de oude buurt is door het verzet – 1974-75 als hoogte- of dieptepuntjaren, maar de strijd heeft langer geduurd, er voor en er na – niet doorgegaan. Het lied kwam dan ook rijkelijk laat, te laat voor de Weesperstraat.
De tekst is geschreven door Kees Manders, die wel van joodsen huize was.

Als vader weer bladert in zijn fotoboek
dan sta je versteld als hij weer vertelt
van de Weesperstraat en de Jodenhoek
Als hij dan verhaalt hoe het leven begon
Bij het ontwaken, handel en zaken
Humor en gein, dat was de levensbron
En had je een dag ‘ns geen mazzel gehad
dan ’s avonds naar de Tip Top waar je je sores vergat
Soms riep d’r nog een in het late uur:
‘k Heb mooie olijven en uitjes in het zuur

Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen
Amsterdam huilt, nog voelt het de pijn
Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen
Amsterdam huilt, want weg is de gein

Als vader verhaalt hoe de sabbath begon
dan sta je versteld als hij weer vertelt
hoe de voorzanger ‘Haloshi Milo Heine daar stond
Op het Channeke-feest gingen de kaarsjes weer aan
dan werd er gewenst, um God je gebenscht
en dat het hun allen weer goed maar zou gaan
Voor er werd geplunderd en uitgeroeid
hebben daar jiddische Jé-ledjes gestoeid
Men noemde hen ras, oh God oh God,
waarom mocht het niet zijn zoals het er was?

Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen
Amsterdam huilt, nog voelt het de pijn
Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen
Amsterdam huilt, want weg is de gein

Op vrijdagavond koegel met peren
Wie dat niet nascht kan het ook niet waarderen
Het boek gaat dicht en met een traan in zijn ogen
fluistert hij: mazzel en brooche voor de hele misjpoge
Mazzel en brooche voor de hele misjpoge
Mazzel en brooche voor de hele misjpoge